Dinsdag 19 februari

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dinsdag 19 februari
Grammatica blok 3
Zelftoets + oefentoets

Slide 2 - Slide

Deze les
  1. Oefentoets maken (zie Showbie: Oefentoets grammatica)
    Eerst zelf invullen, daarna pas overleggen.
    (Nakijken doen we het 6e uur)
  2. Op Niveau - Blok 3 - Zelftoets - Grammatica
  3. Maak opdracht 1 Wikiwijs.
  4. Maak opdracht 2 Wikiwijs (lijdend voorwerp).
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Blok 3 - Zelftoets - Grammatica

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Deze les
  • Oefentoets nakijken (samen)
  • Groepsopdracht

Slide 6 - Slide

Vraag 1 (2p)
  1. de extra opdrachten bij spelling
  2. alle aantekeningen van Engels
  3. geen lijdend voorwerp
  4. hem

(0,5p per vraag)

Slide 7 - Slide

Vraag 2 (3p)
Op Nieuwjaarsdag 
heeft 
de rechter
twee vuurwerkvandalen
tot een boete van vijfhonderd euro 
veroordeeld
= onderwerp (1p)
= lijdend voorwerp (1p)
Juiste verdeling zinsdelen = 1p

Slide 8 - Slide

Vraag 3 (4p)
  1. 3 basisdelen: iemand beantwoord iets/iemand.
  2. 2 basisdelen: iemand kijkt.
  3. 3 basisdelen: iemand bekijkt iets/iemand.
  4. 3 basisdelen: iemand viert iets.
  5. 4 basisdelen: iemand geeft iets aan iemand anders.
  6. 3 basisdelen: iemand belt iemand anders.
  7. 3 basisdelen: iemand voert iets/iemand.
  8. 2 basisdelen: iemand slaapt.

Slide 9 - Slide

Vraag 4 (3p)
De boer
heeft
zijn gewassen
met chemicaliën
besproeid
= onderwerp (1p)
= lijdend voorwerp (1p)
Juiste verdeling zinsdelen = 1p

Slide 10 - Slide

Vraag 4 (3p)
De boer
heeft
zijn gewassen
met chemicaliën
besproeid
= onderwerp (1p)
= lijdend voorwerp (1p)
Juiste verdeling zinsdelen = 1p
'Zijn gewassen met chemicaliën' één zinsdeel?!

Slide 11 - Slide

Vraag 5 (1p)
Naar mensen, dieren, planten en dingen.

Slide 12 - Slide

Vraag 6 (2p)
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. (1p)


Voorbeelden: nieuwe, grote, mooie, rode, ijzeren, … (meer antwoorden zijn goed) (1p)

Slide 13 - Slide

Vraag 7 (2p)
  1. lijdend voorwerp (1p)
  2. Het zinsdeel geeft antwoord op de vraag: wie/wat heeft de manege (uit de wei) gehaald? (1p)

Slide 14 - Slide

Vraag 8 (1p)
Het geeft geen antwoord op de vraag: wie/wat kregen de enthousiaste leerlingen? (1p) 

Bovendien begint een lijdend voorwerp nooit met een voorzetsel.

Slide 15 - Slide

Vraag 9 (2p)
lw – znw | ww | lw – bnw – znw | ww

Slide 16 - Slide

Vraag 9 (2p)
lw – znw | ww | lw – bnw – znw | ww
Het meisje heeft het bedorven broodje weggegooid.

Slide 17 - Slide

Punten en cijfer
Maximaal aantal punten: 20

Cijfer: (aantal behaalde punten : 20) x 9 + 1

Slide 18 - Slide

Rap over het lijdend voorwerp
Goedemorgen beste vriendjes en vriendinnetjes
deze rap gaat over een paar gekke zinnetjes
het lijdend voorwerp is het onderwerp van deze rap
geloof me deze tekst is echt en zeker niet nep

Slide 19 - Slide

Rap over het lijdend voorwerp
Maak in een 2- of 3-tal een rap over het lijdend voorwerp, znw en bnw. Verwerk alles wat je erover weet in de rap. Minimaal 12 zinnen.

Óf je maakt een poster of PowerPoint met uitleg, schema's, tekeningen, uitlegfilmpjes ...
Blok 3 - Grammatica

Slide 20 - Slide

Woensdag 20 februari
(volgende week!)

SO grammatica (blok 3)

Slide 22 - Slide

SO grammatica (blok 3)
  • zinsontleding vs. woordsoortbenoeming
  • zin verdelen in zinsdelen
  • onderwerp, persoonsvorm, lijdend voorwerp
  • lidwoorden, zelfst. nw, bijv. nw, voorzetsels

Alles uit Op Niveau - Blok 3 - Grammatica

Slide 23 - Slide