What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Persoonsvorm en onderwerp
pv (persoonsvorm en ow (onderwerp
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
pv (persoonsvorm en ow (onderwerp
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Ik weet hoe ik de persoonsvorm en het onderwerp in een zin kan vinden.
Ik kan de persoonsvorm en het onderwerp in een zin vinden.
Slide 2 - Slide
De persoonsvorm
Wat voor woord is de persoonsvorm?
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 3 - Slide
Wat is de persoonsvorm?
Jantien won gisteren de gouden medaille.
A
Jantien
B
won
C
gisteren
D
de gouden medaille
Slide 4 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Fiets jij elke ochtend naar school?
A
Fiets
B
jij
C
elke ochtend
D
naar school
Slide 5 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Wie heeft alle snoepjes opgegeten?
A
Wie
B
heeft
C
alle snoepjes
D
opgegeten
Slide 6 - Quiz
Wat is de persoonsvorm?
Wanneer ben jij jarig?
A
Wanneer
B
ben
C
jij
D
jarig
Slide 7 - Quiz
Het onderwerp
Je zoekt eerst de persoonsvorm in een zin
Dan vraag je
WIE / WAT + persoonsvorm?
Het antwoord op die vraag is het onderwerp
Slide 8 - Slide
Voorbeeld
De jongen gaat naar school
De persoonsvorm = gaat
Wie/wat + pv = onderwerp --> Wie/wat + gaat
Wie gaat (naar school?)
Onderwerp = de jongen
Slide 9 - Slide
Wat is het onderwerp?
Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin
Slide 10 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mijn moeder doet altijd de boodschappen.
A
Mijn moeder
B
doet
C
altijd
D
de boodschappen
Slide 11 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Waarom lust jij geen spruitjes?
A
Waarom
B
lust
C
jij
D
geen spruitjes
Slide 12 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Voetbal is ook een sport voor meisjes.
A
Voetbal
B
is
C
een sport
D
voor meisjes
Slide 13 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 14 - Quiz
Wat is het onderwerp?
Die puzzel heeft wel 5000 stukjes.
Slide 15 - Open question
Wat is het onderwerp?
Wanneer gaan Jan en Piet naar de wedstrijd?
Slide 16 - Open question
Wat is het onderwerp?
Die ene leerling uit 1L heeft dit weekend een voetbalwedstrijd gewonnen.
Slide 17 - Open question
Hoe vind je het onderwerp van een zin? Welke vraag moet je dan stellen?
Slide 18 - Open question
More lessons like this
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Starttaal vooraf thema 3 hoofdstuk 4.
September 2024
-
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Afsluitende quiz
November 2020
-
12 slides
Wereldoriëntatie
Begrijpend lezen
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
July 2021
-
8 slides
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 5-8
Kidsweek in de Klas
Spelling persoonsvorm in de tt
January 2024
-
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1