k1d (4e uur, do 4-2-21)

Guten Morgen k1d

  • heute: Donnerstag, den 4. Februar 2021

  • Erzähl mal, was hast du gestern gemacht?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Guten Morgen k1d

  • heute: Donnerstag, den 4. Februar 2021

  • Erzähl mal, was hast du gestern gemacht?

Slide 1 - Slide

Dauer

30 minuten 10:50-11:20 uur

danach selbständig arbeiten (zelfstandig werken)

Slide 2 - Slide

Hausaufgaben
maken

  • Kapitel 2: Aufgabe 20

Slide 3 - Slide

Lernziele
kennen
je kent de de, het en een in het Duits (lidwoorden)
je kent de regels voor hoofdletters
können
je kunt zinnen maken met de, het en een
je kunt jouw familie beschrijven

Slide 4 - Slide

lidwoorden

  • lidwoord staat voor het zelfstandig naamwoord: de, het, een

  • de man, het huis, de fiets, de spullen

Slide 5 - Slide

geslachten
  • 3 geslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig  
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
der Mann
die Frau
das Kind
der Berg
die Rose
das Haus

Slide 6 - Slide

Mannelijke woorden
  • Mannelijke woorden = der
    mannelijke personen en dieren

  • voorbeelden = der Mann, der Stier, der Vater

Slide 7 - Slide

vrouwelijke woorden
  • vrouwelijk = die

  • vrouwelijke personen en dieren = die Katze, die Frau, die Tante, die Kuh

  • de meeste woorden eindigend op -e = die Tasche, die Schule

Slide 8 - Slide

Onzijdig
  • onzijdig = das

  • woorden die in het Nederlands "het" hebben
voorbeeld: 
het huis = das Haus
het hotel = das Hotel
  • verkleinwoorden = het meisje = das Mädchen

Slide 9 - Slide

3 geslachten

Slide 10 - Mind map

vul het lidwoord in

......Katze(v)
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

vul het lidwoord in

.......Hund (m)
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

Korrigieren


Nakijken opdracht 20

Slide 13 - Slide

Aufgabe 20
Vragen hoe het met Annika, Karl gaat

  • Wie geht's Annika?

  • Wie geht's Karl?

Slide 14 - Slide

Aufgabe 20
Schrijf of je uit een groot of klein gezin komt

  • Ik habe eine große Familie

  • Ich habe eine kleine Familie

Slide 15 - Slide

Aufgabe 20
Omschrijf van een paar familieleden, wat hij/zij goed kan/ van houdt/ welk werk zij doen 

  • Mein Vater arbeitet als Lehrer
  • Meine Schwester liebt Pferde
  • Mein Bruder ist sehr sportlich
  • Meine Großeltern sind schon alt



Slide 16 - Slide

Wiederholung Lernziele
kennen
je kent de de, het en een in het Duits
je kent de regels voor hoofdletters
können
je kunt zinnen maken met de, het en een
je kunt jouw familie beschrijven

Slide 17 - Slide

an die Arbeit!
maken (ook huiswerk)

Maak het stencil met haben en de lidwoorden

Maak de opdrachten op het stencil

Zie voor het stencil bij huiswerk donderdag 11 Februari

Slide 18 - Slide

Hausaufgaben

Stencil maken, zie huiswerk donderdag 11 februari


Slide 19 - Slide

Wart ihr alle anwesend?


Aanwezigheidslijst

Slide 20 - Slide

Viel Erfolg


Bis zum nächsten Mal

Slide 21 - Slide