Hoofdstuk 1 1.3

§1.3 Sedimentatie 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§1.3 Sedimentatie 

Slide 1 - Slide

Planning
lesopening: weg van regendruppels
lesdoelen: sedimentatie en verweringsmateriaal
terugblik: sedimentatie
instructie: gebergten, laagvlakten
begeleid oefenen: opdracht 1 en 2
zelfstandig werken: opdracht 3 t/m 5
huiswerk/reflectie: hoe is het gegaan?

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je weet wat verweringsmateriaal en sedimentatie is.

- Je begrijpt hoe het verweringsmateriaal gesorteerd wordt door de stroomsnelheid van een rivier.

- Je kunt beschrijven en verklaren wat er in de boven-, midden- en benedenloop van een rivier gebeurt.

Slide 3 - Slide

Terugblik
Wat hebben we vorige les gedaan?

Slide 4 - Slide

Sleep de begrippen naar de juiste foto
Hooggebergte
Laagvlakte
Heuvelland
Middelgebergte

Slide 5 - Drag question

Verwering
Erosie
Sedimentatie

Slide 6 - Drag question

Instructie

Slide 7 - Slide

Bovenloop
"Het begin van de rivier, oftewel het bovenste gedeelte dat meestal in de bergen stroomt."

Slide 8 - Slide

bovenloop
Bovenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): hoog
- verweringsmateriaal: rotsen, stenen en grind
- stroomsnelheid: hoog
- veel verwering, veel erosie, weinig sedimentatie
- diepe dalen, steile pieken

De lopen van een rivier

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Middenloop
"Het middelste gedeelte van de rivier, tussen de boven- en benedenloop.

Slide 11 - Slide

 VERWERINGSMATERIAAL
SEDIMENTATIE
Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt.

Materiaal dat door water, wind of ijs is neergelegd noem je sediment.

Slide 12 - Slide

 VERWERINGSMATERIAAL
VERWERINGSMATERIAAL
Sedimenten die door verwering los zijn gekomen.
grote bonken,
maar hele kleine korreltjes
klei
zand
kleine korrels
grind
kleinere stenen
grof (scherpe punten) en bol (ronde vormen)
Hoe sneller het water stroomt in een rivier, hoe groter de korrels van de sedimenten.
Grind zijn kleine stukken steen. Stukken die net afgebrokkeld zijn (verwering) hebben scherpe punten. Deze stenen botsen met andere stenen. Daardoor worden de scherpe punten afgeschuurd (erosie). Zo ontstaan ronde stenen.
Hoe sneller het water stroomt in een rivier, hoe meer erosie er plaatsvindt.

Slide 13 - Slide

De lopen van een rivier
middenloop
Middenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): redelijk/matig
- verweringsmateriaal: zand
- stroomsnelheid: matig
- matige verwering, veel erosie, matige sedimentatie
- overgang van gebergte naar laagland

Slide 14 - Slide

Benedenloop
"Laagste gedeelte van de rivier, net voordat zij in zee stroomt."

Slide 15 - Slide

De lopen van een rivier
benedenloop
Benedenloop van de rivier
- reliëf (hoogteverschil): laag
- verweringsmateriaal: zand en klei
- stroomsnelheid: laag
- lage verwering, lage erosie, veel sedimentatie
- traag stromend water zet licht materiaal af: sedimentatie

Slide 16 - Slide

NL
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie

Slide 17 - Drag question

Wat zie je hier gebeuren?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Delta
"Een gebied waar de rivier met allerlei aftakkingen in zee uitmondt."

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Begeleid oefenen
Opdracht 1 

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
Basis/plus/intensief
Opdracht 2 t/m 6


Slide 23 - Slide

Huiswerk/reflectie
Hoe is de les gegaan? zijn er vragen?

Huiswerk:
Basis/plus/intensief: Opdracht 1 t/m 6


Slide 24 - Slide