2 feb Arm en Rijk les hoofdstuk 1 paragraaf 3

Nieuws van de dag
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nieuws van de dag

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Periode 3: Arm en Rijk
TW: SE Arm en Rijk

Studiewijzer staat in Magister

Slide 3 - Slide

Vandaag 1.3
o       Je kunt de verschillen in de mondiale voedselvoorziening verklaren

o    Je weet in hoeverre globalisering en technische ontwikkelingen een rol spelen bij de voedselproductie en consumptie


Slide 4 - Slide

De gebiedskenmerken van de bergstaat Ethiopië.
Het gebergte in Ethiopië zorgt voor verschillende klimaten van halfwoestijn, steppe, savanne en hoogland. Het gebergte zorgt voor veel regen in het westen en midden. De reliëfverschillen kunnen tot grote temperatuur verschillen leiden op kleine afstand.  Het gebergte is ook de oorzaak van de slechte bereikbaarheid en isolatie van vruchtbare gronden.

Slide 5 - Slide

Benoem in hoeverre de interne en externe relaties van belang zijn voor de voedselvoorziening van Ethiopië.
Intern: de gebrekkige infrastructuur zorgen ervoor dat de overproductie in het midden en westen niet in noodlijdende gebieden komt.
Ook zijn de grondbezitverhoudingen, met veelal kleine zelfvoorzienende bedrijfjes niet bevorderlijk voor de commerciële landbouw. Weinig surplus.
Extern: het bovenstaande maakt mede dat Ethiopië voor voedsel kapitaal en olie afhankelijk is van het buitenland (schulden) en dat buitenlandse bedrijven zorgen voor kennis en infrastructuur mbt commerciële landbouw. De producten zijn vaak echter voor de export bestemd.

Slide 6 - Slide

Wat de gebiedskenmerken betekenen voor de voedselproductie:
Het gebergte kent veel regen in het westen en midden en maakt (commerciële) landbouw mogelijk. Het gebergte is de oorzaak van de slechte bereikbaarheid en isolatie van vruchtbare gronden. De vruchtbaarheid zorgt ervoor dat er in het midden en westen vaak een overproductie is en in het noorden is de productie riskanter is vanwege de variabiliteit van de neerslag.
In het noordoosten en oosten is vanwege de beperkte regenval alleen extensieve veeteelt mogelijk.

Slide 7 - Slide

Welk probleem in Ethiopië maakt de afbeelding duidelijk.

Slide 8 - Open question

Geef de relatie tussen de drie afbeelding aan.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Welk probleem in Etiopië maakt de afbeelding duidelijk.

Slide 11 - Open question

Welk probleem in Etiopië maakt de afbeelding duidelijk.

Slide 12 - Open question

Wat is is zichtbaar in de afbeelding

Slide 13 - Open question

Kwantitatieve honger
Hongersnood
Kwalitatieve honger
Ondervoeding
(Acuut) gebrek aan voedsel
langere tijd mindere energie dan 1690 kilocalorieën per dag
te weinig eiwitten en/of vitaminen
voortdurend te weinig of te eenzijdig eten 

Slide 14 - Drag question

Definities
Honger lijden = iemand die niet in staat is om voldoende voedsel van goede kwaliteit te eten.
Kwantitatieve honger = langere tijd mindere energie dan 1690 kilocalorieën per dag
Hongersnood = (acuut) gebrek aan voedsel
Kwalitatieve honger = te weinig eiwitten en/of vitaminen
Ondervoeding = voortdurend te weinig of te eenzijdig eten  

Slide 15 - Slide

Ondervoeding = termijn moordenaar, 800 miljoen mensen ondervoed bijna allemaal in ontwikkelingslanden
Gevolgen ondervoeding:
-    Kindersterfte, groeistoornissen, arbeidsongeschiktheid, een laag inkomen
-    Kost 220 miljoen arbeidsjaren, hiermee daalt productiviteit en consumptie en vormt een enorme kostenpost van in de miljarden Euro’s.
-    VN : recht van voedsel zekerheid in de universele verklaring van rechten van de mens:. Elke mensen heeft recht op genoeg en kwalitatief voedsel.


Slide 16 - Slide

Globaliserende landbouw

-    Producten komen uit de hele wereld
-    Belangrijkste voedselgranen zijn tarwe en mais, mede omdat ze goed houdbaar zijn.

Slide 17 - Slide

Transport theorie Ullman: Vervoer komt alleen tot stand als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1.    Complementariteit : tussen 2 gebieden heeft: een tekort en een ander een overschot. Probleem kan zijn geen geld om te betalen of het voedsel komt niet op de juiste plek.
2.    Transporteerbaarheid. Probleem  is vaak dat binnenlandse infrastructuur in ontwikkelingslanden gebrekkig is.
3.    Het bestaan van tussenliggende mogelijkheden/hindernissen. Een hindernis kan bijvoorbeeld zijn politieke onwil, etnische conflicten, een logistiek probleem, etc.

Slide 18 - Slide

Oneerlijke concurrentie van Westerse landen:
-    Subsidies voor hun producten: hierdoor kunnen bedrijven investeren, dit leidt tot een hogere productiviteit en grotere hoeveelheden. Hierdoor wordt de eigen productie te duur in Ontwikkelingslanden
-    Dumping: overschotten worden onder de voedselprijs verkocht in noodlijdende landen. Hierdoor kunnen deze eigen productie niet opbouwen en blijven ze afhankelijk van het westen
-    Invoertarieven: westerse landen heffen invoertarieven om eigen producten te beschermen terwijl van andere landen vrijhandel vragen.

Slide 19 - Slide

Groene Revolutie: nieuwe gewassen (high yield varieties). Leidde tot verdubbeling opbrengst wereldwijd in 30 jaar. Let op dit is niet gebeurd met genetische manipulatie.
Nadelen groene revolutie:
-    Vergroot ongelijkheid en verarming op het platteland
-    Verlies duurzame traditionele landbouw & oude gewassen
-    Meer water & bestrijdingsmiddelen nodig
-    Grote boeren hebben betere toegang tot nieuwe productiemiddelen
-    Gericht op markt en export. Kan minder voedsel voor inwoners opleveren.

Slide 20 - Slide

Genetische manipulatie: aanpassen erfelijke eigenschappen.
Voordelen: hiermee kan je ideale gewassen creëren. Bijvoorbeeld droogteresistente gewassen. Minder bestrijdingsmiddelen nodig.
Nadelen: machtspositie multinationale ondernemingen neemt toe. Dit maakt  weer afhankelijk en het is vaak duurder. Gevolgen op langere termijn zijn niet bekent. Is het wel ethisch verantwoord?

Slide 21 - Slide

Verdelingsprobleem
-    Er is genoeg voedsel
-    Nodig : betere spreiding van de welvaart, verbetering distributie, verbetering waarschuwingssystemen, verbetering infrastructuur, rechtvaardiger handels politiek, ontwikkeling van de voedsellandbouw.

Slide 22 - Slide

Verklaar de verschillen in de mondiale voedselvoorziening.

Slide 23 - Open question

Antwoord
Rijkere landen hebben vaak meer geld en hierdoor technologische kennis voor betere en hogere productie dan ontwikkelingslanden. Bovendien beschikken vaak over betere infrastructuur. Bovendien is de concurrentie vaak oneerlijk.

Slide 24 - Slide

Leg uit in hoeverre globalisering en technische ontwikkelingen een rol spelen bij de voedselproductie en consumptie

Slide 25 - Slide

Leg uit in hoeverre globalisering en technische ontwikkelingen een rol spelen bij de voedselproductie en consumptie

Slide 26 - Open question

Er is sprake van een globaliserende landbouw. Producten komen uit de hele wereld. Technische ontwikkelingen vergroten de productie en consumptie. Rijkere landen profiteren hier meer vanwege hun grotere kennis en financiële mogelijkheden. Dit kan ten kosten gaan van de productie in ontwikkelingslanden.

Slide 27 - Slide

Benoem van welk soort regen er sprake is in Ethiopië.
A
Stuwingsregen
B
Stijgingsregen
C
Frontale regen
D
Laterale regen

Slide 28 - Quiz

Afhankelijkheid buitenland vanwege
  • import voedsel olie en kapitaal
  •  eigen productie te laag

Gevolg: schulden --> afhankelijkheid buitenland.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide