Week 7: 13.3.4, 14.3 en Inperking bacteriegroei

Deze week:
§14.5 Het tellen van micro-organismen
Inperking bacteriegroei (Cumlaude)
§13.3.4 De betekenis van bacteriën
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Deze week:
§14.5 Het tellen van micro-organismen
Inperking bacteriegroei (Cumlaude)
§13.3.4 De betekenis van bacteriën

Slide 1 - Slide

§14.5 Tellen van micro-organismen

Slide 2 - Slide

Directe telling
Dode en levende micro-organismen tellen met behulp van een microscoop en een telkamer

Indirecte telling
Levende micro-organismen tellen door middel van verdunnen en uitplaten op vaste voedingsbodems (kiemgetal bepaling)

Slide 3 - Slide

Directe telling
Hoeveel cellen per ml?
Inhoud 1 vierkantje= 0,004 mm3
1 ml= 1 cm3= 1000 mm3
1000/0,004= 250.000
Gemiddeld 29/16 cellen per vakje
Dus zijn er 29/16 x 250.000= 4,5.105 cellen per ml

1 hokje is 0,2 mm breed, 0,2 mm hoog en 0,1 mm diep.
Er passen 250.000 vakjes in 1 ml. 
Noteer het antwoord in wetenschappelijke notatie. 1 cijfer voor en achter de komma met een 10e macht erachter.

Slide 4 - Slide

Kolonietelling
  1. Verdunningsreeks maken 10-1, 10-2, 10-3 enz.
  2. Van elke verdunning wordt 0,1 ml uitgespreid op een agarplaat
  3. Tel de plaat/platen, 30-300 kolonies=betrouwbaar

Berekening
Kiemgetal= 161 x 10 x .10E5= 1,61 .10E8 KVE per ml

Slide 5 - Slide

Maken
Opdracht 13 en 14 op p.296

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen een directe en een indirecte telling?

Slide 7 - Open question

Inperking bacteriegroei
Document staat op Cumlaude

Slide 8 - Slide

Manieren van inperken
  1. Celwandbeschadiging
  2. Onwerkzaam maken van eiwitten
  3. DNA beschadiging

Chemische inperking

Fysische inperking
Bij beschadiging of remming van de aanmaak van de celwand loopt de cel leeg en sterft af.
Eiwitten die nodig zijn voor de stofwisseling gaan kapot waardoor de cel afsterft.
Door DNA beschadiging kan de cel geen eiwitten maken, stopt de stofwisseling en sterft de cel.
Het doden van micro-organismen met behulp van chemische stoffen.
Het doden van micro-organismen met behulp van fysische middelen zoals temperatuur of straling.

Slide 9 - Slide

Chemische inperking
  1. Antiseptica
  2. Desinfectanti
  3. Chemo
  4. Antibiotica
Antiseptica
Op levend weefsel, zoals waterstofperoxide als mondspoeling of jodiumoplossing voor de huid.
Desinfectantia
Op niet levende materialen, zoals het tafeloppervlak ontsmetten met 70% alcohol.
Chemotherapeutische reagentia
Chemische stoffen die de groei van cellen remmen of vernietigen in levend weefsel.
Antibiotica
Stofwisselingsproducten van micro-organismen die de groei van bacteriën remmen of ze vernietigen.

Slide 10 - Slide

Fysische inperking
  1. Hoge temperatuur
  2. Lage temperatuur
  3. Straling
  4. Osmotische waarde
  5. Drogen
  6. Filtratie
Hoge zoutconcentraties remmen de groei van micro-organismen.
Straling beschadigd het DNA van het micro-organisme waardoor deze sterft.
Bananenchips zijn zo droog dat micro-organismen er bijna niet op kunnen groeien.
Deze worst is droog en flink gezouten. Door weinig vocht en een hoge osmotische waarde worden micro-organismen geremd in hun groei.
Hoe lager de temperatuur, hoe langzamer de stofwisseling van het micro-organisme, hoe meer de groei wordt geremd.
Met hoge druk en temperatuur worden micro-organismen gedood.

Slide 11 - Slide

Opdracht
Lezen document "Inperking bacteriegroei" op Cumlaude
Maken bijbehorende opdrachten.

Slide 12 - Slide

13.3.4 Bacteriën zijn overal
Diep in de zee onder hoge druk met hoge zoutconcentraties
In heetwaterbronnen van meer dan 100 graden Celsius.
In zure of juist basische omgeving.

Slide 13 - Slide



Hoe merk je dit?


Weet je een voorbeeld van een pathogeen?
Pathogenen
Ziekmakende bacteriën
Tegenhangers zijn de commensalen
Voedselbederf
Verslechtering van voedselkwaliteit door bacteriegroei

Voedselinfectie
Ziek worden door de opname van pathogene bacteriën uit je voedsel

Slide 14 - Slide

Voedselvergiftiging
Hierbij word je ziek door de opname van gifstoffen (toxinen) die door bacteriën in het voedsel geproduceerd zijn.

Is dus iets anders dan een voedselinfectie  

Slide 15 - Slide

Algenbloei door cyanobacteriën
Vormen drijflagen op het water omdat ze gasvacuolen maken.

Slide 16 - Slide

Nuttige bacteriën
Produceert enzymen voor bijvoorbeeld wasmiddelen
In de grond breken ze organische stoffen af zodat deze hergebrukt kunnen worden.
Helpen bij de productie van levensmiddelen.

Slide 17 - Slide

Genetische manipulatie van bacteriën
Productie van o.a. :
  • Insuline
  • EPO
  • Groeihormoon

Slide 18 - Slide

Nu maken
Opdracht 12 en 13 op  p. 276

Slide 19 - Slide