4H 2.5 Bacteriën, schimmels en planten

H2 Cellen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2 Cellen

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Voorkennis Quiz
- Stencil: "de cel als fabriek"
- Uitleg 2.5 Bacteriën, schimmels en planten
- Oefenen
- Voorbereiden PO Presentatie

Slide 2 - Slide

Hierin licht het DNA
A
golgi- systeem
B
celkern
C
ribosoom
D
endoplasmatisch ridiculum

Slide 3 - Quiz

Transportstelsel door de cel
A
celkern
B
golgi-systeem
C
ER
D
mitochondriën

Slide 4 - Quiz

Bewerkt eiwitten
A
de celkern
B
de mitochondriën
C
het golgi-systeem
D
het cytoplasma

Slide 5 - Quiz

Energiecentrale van de cel
A
de celkern
B
het ER
C
het golgi-systeem
D
de mitochondriën

Slide 6 - Quiz

Wat doet het ribosoom?
A
Eiwitten bewerken
B
Eiwitten vormen
C
Transporteren
D
RNA maken

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil tussen het ruw ER en het glad ER?

Slide 8 - Open question

De cel als fabriek

Slide 9 - Slide

2.5 Leerdoelen
15. Je benoemt de verschillen en overeenkomsten tussen bacteriën en schimmelcellen.
16. Je benoemt de functies van de onderdelen van een plantaardige cel.
17. Je benoemt op celniveau de eigenschappen van planten, dieren, schimmels en bacteriën.

Slide 10 - Slide

Bacteriecel
Bacteriën zijn eencellig en hebben geen celkern (prokaryoot)

Hun chromosoom ligt los in het cytoplasma en bestaat uit cirkelvormig DNA (plasmiden). 

Om de cel bevindt zich een celwand. 

Slide 11 - Slide

Schimmelcel
Schimmelcellen zijn eukaryoot: het DNA bevindt zich in een kern. 
Naast de kern hebben ze in het cytoplasma dezelfde organellen als dierlijke cellen. De cel is omgeven door een celwand. 

Slide 12 - Slide

Plantencel
Plantencellen zijn eukaryoot en omgeven door een celwand. 

In plantencellen zit een grote vacuole: een met vloeistof gevulde blaas. 

Daarnaast hebben plantencellen plastiden in hun cytoplasma: chloroplasten (bladgroenkorrels), chromoplasten en amyloplasten.  


Slide 13 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Autotroof: maakt eigen voedingsstoffen
Heterotroof: voedingsstoffen uit andere organismen

Slide 14 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Prokaryoot: zonder celkern
Eukaryoot: met celkern

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Opdrachten
- Maken 2.5 opdrachten bij leerdoelen 15 t/m 17 (=HW)

Klaar? Werken aan PO presentatie

Slide 17 - Slide

Beoordeling presentatie

Duur 10 min

Slide 18 - Slide