Doelgroepen_ Les 2_Geschiedenis

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Doelgroepen: Geschiedenis 

Aanwezigheidsregistratie

Aanwezigheid wordt meerdere malen tijdens de les ingevoerd door de docent. 

Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden of overleg, betekend  'ongeoorloofd afwezig'.

Ben je te laat? Alleen binnen met een briefje van de administratie. Anders na de 45 min. 

Hoe voel jij je nu?

😒🙁😐🙂😃

Programma 

• Terugblik
• Lesdoelen

• De geschiedenis van de (maatschappelijk) zorg
• Definities, oorzaken
• Zelf onderzoek doen
• 't leven van een dakloze
• verblijfdagen
• Lesdoelen evalueren
• afsluiten

Welke doelgroepen weet je nog van de vorige les?

Met hoeveel mensen maak je de eindopdracht?

1. Alleen
2. In een tweetal
3. In een drietal
4. In een viertal

Met welke doelgroep werk je meestal?

1. Alleen met ouderen.
2. Alleen met kinderen.
3. Alleen met jongeren.
4. Doelgroep met ondersteuning nodig.

Wat is een reden voor ondersteuning?

1. Geldgebrek hebben.
2. Te jong zijn.
3. Buiten de maatschappij vallen.
4. Altijd een medische aandoening.

Wat is de eindopdracht beroepsoriëntatie?

1. Een presentatie
2. Een vlog
3. Een verslag

Wat is de inleverdatum van de eindopdracht?

Lesdoelen 

Aan het einde van deze les kun je:

 - in je eigen woorden de geschiedenis van MZ toelichten.

-uitleggen wat een participatiewet is.

- benoemen hoe de zorg door de jaren heen is verandert.

Maatschappelijke zorg 500 - 1500

De Kerk helpt:

Mensen konden eten en kleding geven dat noemde ze broodbanken.

Passantenhuizen: zwervers mochten 3 nachten blijven.

Gasthuizen: rijke mensen betaalden voor zorg aan armen.

Dolhuizen: voor mensen met psychische problemen (tegen betaling).

Hofjes: kleine woningen voor ouderen (tegen betaling).

Weeshuizen: voor kinderen zonder ouders.

Gilden: groepen met hetzelfde beroep, zorgden voor zieke leden. Zorgden voor zieke en oude leden.

Maatschappelijke zorg 1500-1900

• In grote steden was er meer armoede.
• Organisaties hielpen armen en hielden administratie bij.
• Bedelen op straat was verboden.

Nut van ’t Algemeen: hielp met opvoeding en onderwijs.

Maatschappij van Weldadigheid: arme mensen naar boerderijen met strenge regels.

Moral Treatment: rust, natuur en voeding voor mensen met psychische problemen.

Industriële revolutie

Veel problemen: armoede, kinderarbeid, woningtekort, hongersnood, alcoholmisbruik.

1841 Krankzinnigenwet: betere zorg voor mensen met psychische problemen.

1854 Armenwet: kerk ging meer zorgen voor armen.

1861 Leger des Heils opgericht.

1874 Kinderwetje van Van Houten: kinderen onder 12 mochten niet in fabrieken werken.

Maatschappelijke zorg vanaf 1950

Overheid ging zorgen voor mensen die hulp nodig hadden.

Iedereen betaalde mee via premies en belastingen (sociale zekerheid).

Nieuwe opleidingen: SPW/MBO, SPH/HBO.

Nieuwe beroepen: pedagogisch werker, activiteitenbegeleider, groepsleider, jeugdhulpverlener.

Zorg ging van grootschalig naar kleinschalig.

Verandering in de manier van werken

Eerst werd er grootschalig gewerkt (grote instellingen).

Later werd het kleinschaliger (meer persoonlijke hulp, kleinere groepen).

Keerzijde van de verzorgingsstaat

Sommige mensen werden afhankelijk van uitkeringen.

Er ontstond veel kritiek: het was te duur, er was te weinig motivatie om te werken.

De verzorgingsstaat werd onbetaalbaar op lange termijn.

Wat werd Nederland toen? 

Maatschappelijke zorg vanaf 1980

Nederland werd een participatiesamenleving.

De overheid trekt zich deels terug.

Burgers moeten meer zelf doen en verantwoordelijkheid nemen.'

De vraag verandert van:

→ “Wat kunnen wij voor jou doen?”

naar:

→ “Wat kun jij nog zelf doen?”

Wat is een participatiesamenleving?

Mensen zorgen zelf voor elkaar: dus voor je familie, buren en vrienden.

De overheid helpt alleen als het echt nodig is.

Je kijkt eerst: Wat kan iemand nog zelf doen?

Daarna pas: Welke hulp is nodig van buitenaf?

Gevolgen

Niet iedereen kan even goed voor zichzelf zorgen.

Er ontstaan verschillen in hulp en kansen.

Discussie blijft: wat is de juiste balans tussen overheid en burger?

Verzorgingsstaat

Voordelen:

• Zekerheid
  
• Voor iedereen dezelfde zorg
  

Nadelen

• In grote groepen
  
• Duur
  

Participatiesamenleving

Voordelen:

• Het is goedkoper.
  
• Het is kleinschaliger en informeler.
  
• Er wordt minder snel misbruik gemaakt van regelingen.
  

Nadelen:

• Niet iedereen heeft het vermogen om alles zelf te kunnen doen.
  
• Het belast mensen die werken bij bijvoorbeeld mantelzorg.
  
• Mensen hebben niet gelijke rechten op zorg en ondersteuning.
  
• Eenzaamheid
  

Opdracht 

Je gaat aan de slag met de opdracht 'Verzorgingsstaat versus Participatiesamenleving'

De opdracht staat in it's learning. 

Middeleeuwen: jaar 500 - 1500

Verlichting: jaar 1500 - 1800

Industrialisatie: jaar 1800 - 1900

Wereldoorlogen: jaar 1900 - 1950

Groei verzorgingsstaat: jaar 1950 - 2005

Eigen kracht en zelfregie: jaar 2005 tot nu

Afsluiting

Inleveren eindopdracht: vrijdag 7 november 2025, voor 17:00!!!

See you later alligator!!