Module werknemerschap_ Les 2_ Ethiek

Ethiek
Ethische dilemma's
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EthiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ethiek
Ethische dilemma's

Slide 1 - Slide

Programma
Aanwezigheid
Leerdoelen 
Terugblik vorige les
Professionale autonomie
Ethisch handelen
Aan de slag 
Afronding + huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van de les
Herken je waarden en normen in een case
Weet je wat een beroepscode is
Kun je uitleggen op welke drie niveaus je ethisch kan handelen

Slide 3 - Slide

Terugblik vorige les

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat betekent waarden als we het over normen en waarden hebben?
A
Zaken die belangrijk zijn.
B
Opvatting over wenselijk gedrag.
C
De kosten voor een bepaald product.
D
Opstaan voor ouderen.

Slide 6 - Quiz

Je hoort vaak over normen en waarden.
Wat zijn NORMEN?
A
Regels die de regering heeft bedacht.
B
Ongeschreven regels over hoe je jezelf hoort te gedragen.
C
Dingen die je belangrijk vindt als persoon of als groep.
D
Dingen die je in je leven een keer gedaan moet hebben.

Slide 7 - Quiz

Wanneer je een waarde belangrijker vindt dan een andere waarde, dan heb je:
A
een probleem
B
Niets aan de hand
C
een ethisch dilemma

Slide 8 - Quiz

Wat is een ethisch dilemma?
A
Een situatie waarbij iemand verschillende keuzes tot handelen heeft die altijd verschillende waarden bevat.
B
Een situatie waarbij onwenselijke situaties zorgen voor verschillende meningen.
C
Een situatie waarbij iemand een andere mening heeft waardoor er een ruzie ontstaat.
D
Een situatie waarbij iemand maar één keuze tot handelen had, met een onderliggende waarde.

Slide 9 - Quiz

Wat is een beroepscode?
A
Eigenschappen en gedrag waarover iemand dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsbeoefening belangrijk vinden
C
Het geheel van waarden en normen die een beroepsbeoefenaar helpen te bepalen wat hij wel en niet moet doen
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit

Slide 10 - Quiz

Professionele autonomie 

Slide 11 - Slide

Wat is dat?

Slide 12 - Mind map

Professionele autonomie
Professionele autonomie is het zorgvuldig en verantwoord omgaan . Je weegt steeds weer bewust af: hoe blijf ik binnen de kaders én sluit ik aan bij wat de situatie vraagt? Je keuzes daarbij moet je kunnen verantwoorden aan:

- jezelf
- de cliënt
- collega's
- de organisatie
 - de samenleving.

Slide 13 - Slide

Ethisch handelen
Ethisch handelen betekent dat je niet alleen je werk goed doet, maar in je werk ook het goede doet!

3 niveaus:
microniveau: bij jezelf
mesoniveau: in kleinere groepen
macroniveau: op samenlevingsniveau.

Slide 14 - Slide

Microniveau - bij jezelf
Op microniveau gaat het om je eigen waarden en normen. Om het luisteren naar je geweten, naar je hart. 

Stel dat een cliënt vertelt een eind te willen maken aan zijn leven. Of abortus wil plegen. Of weg wil gaan bij zijn kinderen. Of jou een hand wil geven terwijl dat strijdig is met de religieuze voorschriften die je wilt volgen. 

Er zijn allerlei situaties waarin je als begeleider in een persoonlijk gewetensconflict kunt komen. De vraag is dan, hoe ga je daarmee om? Houd je vast aan je eigen behoeften, normen en waarden of ga je mee in wat de cliënt van je vraagt?

Slide 15 - Slide

Op mesoniveau - in kleine groepen
Op mesoniveau gaat het om de waarden en normen in groepen zoals je familie, collega's of de organisatie. 
 Stel dat je op een afdeling werkt waar maar heel weinig aandacht aan de cliënten wordt gegeven. De sociale norm is om papierwerk te doen en met elkaar te praten, en maar minimaal aandacht te geven aan de cliënten. Op een dag vraagt een cliënt of je tijd hebt voor een wandeling. Misschien zou je dat best fijn vinden om te doen! Maar wat als je collega's het raar vinden? Zij doen zoiets tenslotte ook niet. De vraag is dan of je trouw bent aan wat je zelf goed vindt om te doen, of je aanpast aan de sociale norm. De vraag is dan, naar wie luister je, aan wie pas je je aan? Soms lukt het om er samen uit te komen en een oplossing te vinden die voor alle partijen goed is. Maar misschien niet altijd.

Slide 16 - Slide

Op macroniveau - de samenleving
Op macroniveau gaat het om de waarden en normen in de samenleving. Een voorbeeld is wanneer je werkt met mensen aan de rand van de samenleving. Zoals mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats. Zij kunnen vaak niet de sociale regels volgen die in de rest van de samenleving normaal (de norm) zijn. Is het dan goed om hen te helpen zich zo veel mogelijk aan te passen, of juist om hun keuze te respecteren? Misschien wordt die persoon daar gelukkiger van maar misschien ook niet. Het meedoen in de samenleving ondersteunen is een van de doelen van maatschappelijke zorg. Maar autonomie is ook een belangrijke kernwaarde. In hoeverre zou je de vrijheid om anders te zijn juist moeten respecteren?

Slide 17 - Slide

Belangrijk voor de eindopdracht - onderdeel 3 Ethiek
Geef in eigen woorden aan op welke 3 niveaus we kijken bij een ethisch dilemma. Leg uit wat deze 3 niveaus inhouden. 

Slide 18 - Slide

Aan de slag 
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's
Hoofdstuk 4: Weten en begrijpen 
Opdracht 5
+
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's
Hoofdstuk 5 Analyseren en toepassen
Opdracht 6 en opdracht 7




Slide 19 - Slide

Afronding en huiswerk
Huiswerk: 
Opgegeven opdrachten ( 5, 6 en 7)

Lezen: 
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's
10.5 onderzoeken beroepshouding + 
10.6 Verdieping in de praktijk 

Slide 20 - Slide