OK online kort

• pedagogiek
• HBO
• Studiejaar 2

PF2PH - Oudere Kind

Groep in beeld

Evelien Dankert

[e-mail]

0646590724

Deze bijeenkomst

• Positieve en negatieve groepskenmerken en -rollen
  
• Fasen van groepsdynamiek en gebruik sociogram
  
• Interventie passend bij analyse/hypothese (sociale competenties)
  

Bronnen voor jouw analyse

observaties (gepland en ongepland) --> leerlingvolgsysteem

gesprekken met kinderen, collega's, ouders

meetinstrumenten (SCOL, ZIEN, Quickscan, Sociomatrijs)

...

Positieve groep

• Kinderen hebben er plezier in om samen dingen te doen
• Kinderen zijn gemotiveerd om een doel te bereiken
• Kinderen voelen zich allemaal verantwoordelijk voor de eigen groep
• Kinderen gaan respectvol om met de mening en het karakter van andere kinderen uit de groep
• Kinderen willen en kunnen samenwerken

 

Dit kan zowel in de gehele groep

als in kleinere subgroepen te zien zijn.

Negatieve groep

• Kinderen hebben alsmaar conflicten; veel onrust
• Kinderen hebben geen gezamenlijk doel
• Kinderen voelen zich niet verantwoordelijk voor de eigen groep
• Kinderen tonen geen respect voor de mening en het karakter van andere kinderen uit de groep
• Kinderen willen en kunnen niet samenwerken

Dit kan zowel in de gehele groep

als in kleinere subgroepen te zien zijn.

De leerkracht

In een positieve groep
Als leerkracht kun je allerlei didactische en pedagogische rollen realiseren doordat de kinderen bereid zijn om elkaar te helpen.

In een negatieve groep

Als leerkracht zal het moeite kosten effectieve lessen te geven.

Kinderen kunnen zich moeilijk concentreren.

Zij zijn bezig met zaken zoals:

•  word ik bekeken?
•  word ik gepest?
•  moet ik gaan pesten om erbij te gaan horen?

Negatieve groep

Leidinggevend:
Dictator

Overig:
Intrigant,

meeloper,

zondebok

Positieve groep

Leidinggevend:

Gezagsdrager
Sociaal werker
Organisator
Overig:
Verkenner, volger,
appellant, joker

1

2

3

4

5

FORMING

STORMING

NORMING

PERFORMING

ADJOURNING

1. Forming: Eerste weken verkenningsfase = vrij rustig, aftasten van elkaar

2. Storming: Daarna ontstaan de eerste onenigheidjes en ruzietjes, samen uitpraten is belangrijk.

3. Norming: groepsnormen staan vast en veranderen niet meer.

4. Performing: rollen zijn verdeeld en staan vast na anderhalf tot twee maanden - groep vergt onderhoud gedurende het hele jaar.

5. Termination: aan het eind neem je afscheid: mopperen op alles en iedereen (maakt het afscheid minder zwaar).

https:

Het sociogram wordt opgesteld aan de hand van de antwoorden op deze vragen

 

1a. Met welk kind kun je goed samenwerken?

1b. Met welk kind kun je helemaal niet samenwerken?

2a. Met welk kind wil je graag spelen?

2b. Met welk kind wil je helemaal niet spelen?

Momentopname: Neem het sociogram een paar maanden later weer af

Kliekje

Slangrelatie

Buitengesloten

Sterpositie

Paar

Sterpositie: populaire kinderen
Gevaar: negatieve leiding pakken

Buitengesloten: onpopulair

Gevaar: zondebok / slachtoffer

Paren: kiezen voor elkaar
Gevaar: afzonderen van de rest

Kliekjes: wie kiest wie?
Gevaar: (rivaliserende) sub-groepjes

Slangrelaties: onderling betrokken maar niet wederzijds

Kans: wederzijdse relaties van maken

Groepsvormende activiteiten

                 lokaal - gymzaal - schoolplein

Per groepsdynamische fase

1. Naamspel
2. Dit-ben-ik spel
3. Blindemannetje
4. Dikkematdraaien
5. Collage