spelling opdr 30-34

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 1

spelling

persoonsvorm verleden tijd

klankveranderende werkwoorden. 

Lesdoelen

Na deze les: 

- kun je de persoonsvorm v.t. op de juiste manier spellen. 

klankveranderende werkwoorden

Klankveranderende werkwoorden of onregelmatige werkwoorden 

 ik loop / ik liep 

ik beweeg / ik bewoog 

ik heb / ik had

klankveranderende werkwoorden

Klankveranderende werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd anders klinken dan in de tegenwoordige tijd:

    tt                   vt

bijten    -  ik beet

kopen   -  ik kocht

lopen    -  ik liep

klankvast of klankveranderend?

BIJTEN

1. klankveranderend
2. klankvast

Klankvast of klankveranderend?
maken

1. klankvast
2. klankveranderend

Klankvast of klankveranderend?
juichen

1. klankvast
2. klankveranderend

Klankvast of klankveranderend?
worden

1. klankvast
2. klankveranderend

klankvast of klankveranderend?

DENKEN

1. klankveranderend werkwoord
2. klankvast werkwoord

klankvast of klankveranderend?

WENSEN

1. klankveranderend werkwoord
2. klankvast werkwoord

Klankvast of klankveranderend?

Rennen

1. Klankvast
2. Klankveranderend

Klankvast of klankveranderend?

Fietsen

1. klankvast
2. klankveranderend

Noem drie klankvaste werkwoorden

Maak een zin met een klankvast werkwoord.

SO ALERT!!

Noteer het SO  in je agenda. 

Het komt ook in Magister te staan. 

Leer:

proefwerk taalverzorging H7

leer het leerblad.  

(3e les na deze)

Huiswerk voor de volgende les op volgende slide!

Huiswerk

Maak opdracht 30 tm 34

blz 26/27/28