Leesvaardigheid (4)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid -> sociale media

Welkom!

iPad in de tas, pen en schrift op tafel, we gaan beginnen!

Wat gaan we doen?

We gaan ons voorbereiden op de toets Leesvaardigheid. 

-> We gaan verschillende teksten lezen over sociale media en uiteindelijk ga je daar vragen over beantwoorden tijdens de toets. 

Lesdoelen

• Aan het einde van deze les leg je uit wat verwijswoorden zijn. 
• Aan het einde van deze les leg je uit wat synoniemen zijn. 
• Aan het einde van deze les leg je uit wat een eigen mening is. 

Startopdracht

Noteer de volgende begrippen in je schrift en leg uit wat de betekenis is.

Synoniemen

Verwijswoorden

Mening

Informerende tekst

Tekst: 'Het is de hoogste tijd voor een socialemediadieet'

Lees mee. 

Onderstreep en/of markeer moeilijke woorden. Maak net zoals in de vorige lessen een tabel voor de moeilijke woorden.

Vul daarna het 5W1H-schema in. 

Vragen over de tekst beantwoorden

Je hebt de tekst 'Het is de hoogste tijd voor een socialemediadieet' gelezen.

Je hebt alvast de moeilijke woorden opgezocht en het 5W1H-schema ingevuld. 

Je gaat je nu verdiepen in de tekst en beantwoord de vragen. Werk als een detective: zoek bewijs in de tekst.

Wat is de functie van de inleiding?

1. De schrijver vertelt wat zijn favoriete sociale medium is.
2. De schrijver stelt een probleem en zijn mening daarbij.
3. De schrijver vat de tekst alvast samen.
4. De schrijver vertelt wat er op Social Media Dag gebeurt.

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. Internationale Social Media Dag
2. Het gebruik van sociale media onder jongeren
3. De oproep om sociale media bewuster te gebruiken
4. De invloed van influencers op jongeren

Wat is het doel van deze tekst?

1. Informeren
2. Activeren
3. Amuseren
4. Overtuigen

Wat is de functie van het slot van de tekst?

1. Het samenvatten van de wetgeving rondom sociale media
2. Het herhalen van alle argumenten
3. Het oproepen tot actie en bewustwording
4. Het geven van een definitie van een socialemediadieet

Naar wie verwijst ‘zij’ in de zin: “Een op de vijf jongeren zegt niet te kunnen uitrusten omdat zij of hij voor haar of zijn werk altijd bereikbaar moet zijn”?

1. Schrijver
2. Jongeren
3. Ouders
4. Werkgevers

Welke van de volgende alinea’s bevat een opsomming?

1. Alinea 3
2. Alinea 1
3. Alinea 5
4. Alinea 6

Welke van de onderstaande zinnen bevat een mening?

1. “Onderzoek wijst uit dat wie een week met sociale media stopt, minder angstig en depressief is.”
2. “Een student kan zich gemiddeld nog een minuut concentreren.”
3. “Dat is begrijpelijk.”
4. “Er zijn veel notificaties op sociale media.”

Wat is een argument dat de schrijver geeft voor een socialemediadieet?

1. Wetgeving werkt niet bij sociale media
2. Jongeren willen niet stoppen met scrollen
3. Nieuws is net zo slecht als sociale media
4. Sociale media zorgen voor een negatief zelfbeeld

Wat is het standpunt van de schrijver?

1. Jongeren moeten minder op hun telefoon kijken tijdens het werk
2. We moeten een wet invoeren tegen sociale media
3. We zouden allemaal een socialemediadieet moeten volgen
4. Alleen influencers kunnen gedragsverandering veroorzaken

Leg uit wat synoniemen zijn en geef een voorbeeld.

Waarom noemt de schrijver Soufiane Touzani?

1. Om een voorbeeld te geven van positief gedrag via sociale media
2. Omdat Touzani zelf een boek over sociale media schreef
3. Omdat hij vindt dat influencers moeten stoppen met posten
4. Om te laten zien dat influencers de oorzaak zijn van het probleem