zintuigen




Welkom bij biologie
1 / 71
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 71 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson




Welkom bij biologie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
leren over de natuur en het menselijk lichaam
theorielessen en praktijklessen
SO/proefwerken
keuze volgend schooljaar 

Slide 2 - Slide

afspraken
- vaste zitplaatsen
- altijd boek en schrift mee
- huiswerkcontrole (af en toe)
-alleen laptopgebruik als de docent dat zegt
-gemiste toetsen/so/practica worden ingehaald (leerlingen maken hiervoor zelf een afspraak met de docent via teams)


Slide 3 - Slide

hst 5 
Zintuigen

Slide 4 - Slide

Zintuigen
Waarnemen doe je met je zintuigen. 
Zo weet je wat er om je heen gebeurt en kun je erop reageren.

Dit is belangrijk voor de bescherming, voedsel zoeken, partner zoeken enz.

Slide 5 - Slide

Een zintuig neemt prikkels waar. Deze activering van de zintuigen zorgt voor een impuls via de zenuwen naar de hersenen. 

Slide 6 - Slide

soorten zintuigen 
in de huid: warmtezintuigen, koudezintuigen, drukzintuigen, tastzintuigen, pijnpunten
gehoorzintuig(oor), smaakzintuig(tong), reukzintuig (neus), gezichtszintuig(oog), evenwichtszintuig (in het oor)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Leerdoelen reuk en smaak
  • Je kan uitleggen hoe je verschillende geuren kan ruiken.
  • Je kan uitleggen hoe je verschillende smaken kan proeven.

Slide 9 - Slide

5.1 De Neus
Bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Neusholte 
  • Neusslijmvlies (in de neus)
  • In het bovenste neusslijmvlies zitten de reukzintuigen 
  • Zintuig bestaat uit (Reuk)haren met een receptor  

Slide 10 - Slide

Verschil prikkel en impuls
prikkel: is een signaal dat door een zintuig kan worden waargenomen.
Impuls : signaal dat ontstaat in een zenuw, deze impuls gaat door de zenuw naar de hersenen.

Adequate prikkel = prikkel die past bij het zintuig

Slide 11 - Slide

5.1 reuk
chemische receptoren gelegen in reukslijmvlies

adequate prikkel = gasvormige stoffen en in slijm opgeloste geurmoleculen

Slide 12 - Slide

Smaakzintuig
  • Kan 5 smaken onderscheiden: zoet, zuur, zout, bitter en umami (hartig). 
  • Smaakzintuigcellen liggen samen in smaakknopjes. 
  • Smaakknopjes zijn gevoelig voor 1 smaak.  

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welke smaken proef je met je tong?
- Zoet
- Zout
- Bitter
- Zuur
- Umami

De smaak van eten is een combinatie van impulsen uit je reukzintuigcellen en smaakzintuigcellen

Slide 15 - Slide

geur- en smaak - proeven

Slide 16 - Slide

Kennis van Vroeger
Kennis van Nu

Slide 17 - Slide

 5.3 horen en zien
leerdoelen : de delen van het oor kunnen benoemen met hun functie
de bouw en de werking van het oog kunnen beschrijven

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

maken
opdracht 1 en 2 bst 3

Slide 21 - Slide

Zien
  • Uitwendig oog:
  • Les doel: Onderdelen plus functie kennen

Slide 22 - Slide

De organen rondom een oog 
Organen rondom een oog:

wenkbrauwen: 
wimpers:
traanklier: 
ooglid: 
traanbuis: 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Het oog:

Adequate prikkel => licht.
zintuig   =>      lichtzintuig
orgaan   =>       het oog

Slide 26 - Slide

Dominant oog
Met deze test bepaal je jouw dominante oog:

Maak met je duim en wijsvinger een cirkel; het ‘OK-teken’.
Strek je arm recht voor je uit en kijk met beide ogen door de cirkel. Focus op een klein voorwerp verderop.
Houd de cirkel in deze positie, knijp je linkeroog dicht en kijk door de cirkel.
Doe daarna hetzelfde met je rechteroog.
Door welk oog zie je het voorwerp IN de cirkel? Dat is jouw dominante oog.
Het oog waarmee je het voorwerp BUITEN de cirkel ziet, is je niet-dominante oog.

LEG DE PROEF UIT

Slide 27 - Slide




Staafjes: 
- grijswaarden

 
kegeltjes: 
- kleuren zien
(rood, blauw, groen)

Slide 28 - Slide

Gele vlek:
Licht op het netvlies
Alleen maar kegeltjes

Blinde vlek:
Op het netvlies
Geen staafjes en kegeltjes:
Oogzenuw gaat hier het oog uit!

Slide 29 - Slide

De staafjes en kegeltjes
Contrast, zwart/wit

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Kleurenblindheid
  • Gebonden aan het X-chromosoom
  • Mannen hebben maar 1 X-chromosoom dus meer kans op kleurenblindheid
  • 1 op de 12 mannen kleurenblind
  • Kans op een kleurenblind meisje <0.5%

Slide 32 - Slide

Kleurenblindheid

Slide 33 - Slide

Kleurenblind

Slide 34 - Slide

vormen van kleurenblindheid

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

4.0 Zenuwstelsel
We hebben nu alle zintuigen behandeld maar zonder hersenen hebben we niks aan de zintuigen.

De zintuigen nemen waar en de hersenen verwerken de impulsen en bepalen wat er moet gebeuren.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Verschil prikkels en impulsen
een prikkel kan worden waargenomen door een zintuig
je hebt adequate prikkels en niet adequate prikkels


een impuls is het signaal dat door de zenuwen wordt doorgegeven naar de hersenen.

Slide 44 - Slide

Omgeving
Zintuig
Hersenen
Prikkel
Impuls
  Kleuren
  Ogen
Zenuw
     Zien

Slide 45 - Slide

drempelwaarde
als een prikkel te klein is dan neem je hem niet waar. De drempelwaarde wordt dan niet gehaald.
Als je oud bent kun je minder goed horen de drempelwaarde van je oren is veranderd.
De staafjes in je oog hebben een lagere drempelwaarde dan de kegeltjes, daarom zie je als het donker is minder kleur.

Slide 46 - Slide

gewenning 
de prikkeldrempel wordt hoger als de prikkel een tijdje aanhoudt.

Zo ruik je de stank in een klaslokaal wel als je binnenkomt maar als je er een tijdje bent niet meer.

Slide 47 - Slide

Impulsfrequentie

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

                             Zenuwstelsel

Slide 51 - Slide

maken opdracht 1 blz 9
gebruik de volgende woorden:
gevoelszenuwcellen geluid horen (prikkel), beenspieren, trommelvlies, bewegingszenuwcellen, zintuigcellen in het slakkenhuis schakelcellen in de hersenen, ovale venster

Slide 52 - Slide

maken opdracht 1 blz 9

geluid horen (prikkel), trommelvlies, ovale venster, zintuigcellen in het slakkenhuis, gevoelszenuwcellen, schakelcellen in de hersenen, bewegingszenuwcellen, beenspieren

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide

Functies:
grote hersenen: nadenken, creativiteit, geheugen, voelen (dus alle impulsen van de zintuigen worden hier verwerkt)
Kleine hersenen: coördinatie van bewegingen, evenwicht
Hersenstam: hartslag, ademhaling, emoties, slaapritme
ruggenmerg: impulsen doorgeven, reflexen

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide

geheugen


Alles gaat eerst naar het korte termijn geheugen en daarna (als het belangrijk genoeg is) naar het lange termijn geheugen.

Wat gebeurt er met patiënten van wie het korte termijn geheugen kapot is?

Slide 57 - Slide

het nut van slaap
uitrusten en verwerking van de dag in de hersenen.
opslag belangrijke dingen in het lange termijn geheugen.
Dromen tijdens de REM-slaap


Slide 58 - Slide

Slide 59 - Slide

Hoeveel slaap heb je nodig?

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

Slide 62 - Video

Slide 63 - Video

Zintuigen

Slide 64 - Slide

Welke zintuigen zitten dieper in de lederhuid?
A
tastzintuigen
B
drukzintuigen

Slide 65 - Quiz

Hoeveel verschillende zintuigen liggen er in je huid?
A
2
B
3
C
6
D
4

Slide 66 - Quiz

Slide 67 - Video

Slide 68 - Video

Welke twee type zintuigen komen er voor in je oren?
A
Gehoorzintuigen en evenwichtszintuigen
B
Gehoorzintuigen en tastzintuigen
C
Warmtezintuigen en evenwichtszintuigen
D
Drukzintuigen en gehoorzintuigen

Slide 69 - Quiz

Slide 70 - Video

Slide 71 - Video