D-toets

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

D-toets H4 Elektriciteit

Wat is de eenheid van spanning?

1. Watt
2. Ampere
3. Volt
4. Joule

Een isolator zorgt ervoor dat de stroomkring...

1. Verbonden is
2. Verbroken is

In een stroomkring gaat de stroom van .....

1. Onder naar boven
2. Plus naar Min
3. Links naar rechts
4. Min naar Plus

Welke stof is een geleider?

1. Plastic
2. Rubber
3. Ijzer
4. Glas

1,6A = ....mA

1. 1600mA
2. 16000000mA
3. 0.016mA
4. 0

Wat geeft de spanningsmeter aan?

1. 13 Volt
2. 2,6 Volt
3. 26 Volt
4. Wat?

Welke eenheid hoort bij de grootheid P?

1. Watt
2. Volt
3. Joule per seconde
4. kWh

Een apparaat heeft een spanning van 12V en een stroomsterkte van 4A. Wat is het vermogen?

1. 3 Watt
2. 48 Watt
3. 8 Watt
4. 16 Watt

Noah steekt met zijn metalen vork in het stopcontact. Hoeveel spanning gaat er door zijn lichaam?

1. 12 Volt
2. 230 Volt
3. Geen, want een vork geleidt niet
4. 10.000 Volt

Een stroommeter schakel ik .... met het lampje

1. in Serie
2. Overdwars
3. Parallel
4. Bovenop

Elektrische energie bereken ik met de formule:

1. E = P x t
2. E = P x I
3. E = U x I x t
4. E = P x U

Een stofzuiger (240W) staat 5 min aan. Hoeveel energie wordt er verbruikt?

1. 72000 Joule
2. 1200 Joule
3. 12 kWh
4. 0.12 kWh

Hoe zijn lampje 2 en 3 geschakeld?

1. In serie
2. In parallel
3. Met een schakelaar
4. Niet

Als er 3 lampjes in serie zijn geschakeld en ik draai er 1 lampje uit, wat wordt dan de spanning over de stroomkring?

1. Die blijft hetzelfde
2. 230 V
3. Die wordt verdeeld over de andere lampjes
4. 0 V

Er wordt 10000 Joule verbruikt in 2 minuten. Wat is het vermogen van het apparaat?

1. 5000W
2. 83,3 W
3. 4 kWh
4. 20000 Watt

De energierekening is in euro per kWh. Welke tijdseenheid gebruik ik om kWh te berekenen?

1. Seconde
2. Minuten
3. Uren
4. Dagen

Een telefoon met 50W vermogen staat 240 minuten aan. Hoeveel kWh verbruikt hij?

1. 200 kWh
2. 0,2 kWh
3. 5 kWh
4. 500 kWh

Wat ga ik halen voor de toets?

1. Onvoldoende
2. Voldoende
3. Een 10
4. Hebben we een toets?