This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Samentrekkingen
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je kunt voor- en achterwaartse samentrekkingen op verschillende niveaus herkennen en gebruiken. (woordniveau, zinsniveau, woordgroepsniveau)
Slide 2 - Slide
Het park
Tijdens de middaguren en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere mensen ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen.
Op koude dagen en op regenachtige dagen is het wel wat rustiger.
Slide 3 - Slide
Het park
Tijdens de middag- en avonduren is het druk in het park. Jonge mensen lopen een rondje en oudere ook. Zij doen dit om even een frisse neus te halen.
Op koude en regenachtige dagen is het wel wat rustiger.
Door woorden of zinsdelen weg te laten, kun je korter formuleren.
Slide 4 - Slide
Samentrekking
Dit betekent eigenlijk gewoon 'korter schrijven' of 'woord(en) weglaten'.
landsgrenzen en provinciegrenzen ->
lands- en provinciegrenzen
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden -> nationale en internationale wedstrijden
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. ->
Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.
Slide 5 - Slide
Samentrekking
Voorwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel en weggelaten in het laatste deel
een goedkope armband en een dure armband
een goedkope armband en een dure
Achterwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het laatste deel en weggelaten in het eerste deel
in voorspoed en tegenspoed
in voor- en tegenspoed
Slide 6 - Slide
nationale en internationale wedstrijden
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 7 - Quiz
lands- en provinciegrenzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 8 - Quiz
Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 9 - Quiz
beroemde zwemmers en schaatsers
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 10 - Quiz
in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 11 - Quiz
Samentrekking
Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg
Slide 12 - Slide
Samentrekking: voorbeelden
Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus. 1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-) carnavalsfeesten en -optochten
2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg gescheiden mannen en vrouwen
3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg Jolinde gaat op de fiets en Tamar op de scooter Wij schaatsten en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag.
Slide 13 - Slide
Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 14 - Quiz
Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 15 - Quiz
Ik spaar al jaren cartoons uit het buitenland en strips uit Nederland.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 16 - Quiz
Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 17 - Quiz
Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 18 - Quiz
Foutieve samentrekking
Waarom is de samentrekking ijs- en bruine beren onjuist?
Slide 19 - Slide
Foutieve samentrekking
Waarom is de samentrekking ijs- en bruine beren onjuist?
ijsberen
(woordniveau)
bruine beren
(woordgroep)
Slide 20 - Slide
een oude lamp en een nieuwe
vanille- en aardbeienijs
Ik zit op voetbal en John ook.
Je verdient en krijgt een goed cijfer
Woordniveau
Woordgroepniveau
Zinsniveau
Slide 21 - Drag question
Aan de slag
Maak in je boek opdr. 1t/m 5 Hoofdstuk 2 grammatica samentrekking