H5.3 - Soorten bewegingen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Dag allemaal! Pak je boek, pen en rekenmachine

5.3 Soorten bewegingen

Lesdoelen voor vandaag

5.3.1 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een versnelde beweging

5.3.2 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een beweging met constante snelheid.

5.3.3 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een vertraagde beweging.

Je leert: drie soorten bewegingen kennen

1. Constante snelheid 

2. Versnelde beweging

3. Vertraagde beweging

1. Constante snelheid

"Bij een constante snelheid is de snelheid op elk moment even groot "

Constante snelheid

• Als de roltrap beweegt, constante snelheid. 
• De trap gaat niet harder of zachter.
• De gemiddelde snelheid is hetzelfde als de constante snelheid

Beweging met constante snelheid

Beweging waarbij je in dezelfde tijd steeds dezelfde afstand aflegt.

2. Versnelde beweging

"Bij een versnelde beweging wordt de snelheid met de tijd steeds groter"

De versnelde beweging

Beweging waarbij je in dezelfde tijd een steeds grotere afstand aflegt.

Versnelde beweging: de scooter gaat steeds harder.

3. Vertraagde beweging

"Bij een versnelde beweging wordt de snelheid met de tijd steeds kleiner"

De vertraagde beweging

Beweging waarbij je in dezelfde tijd een steeds kleinere afstand aflegt.

Vertraagde beweging

Onthoud

- Een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt, noem je een versnelde beweging.

- Een beweging waarvan de snelheid gelijk blijft, noem je een beweging met constante snelheid.

- Een beweging waarvan de snelheid steeds kleiner wordt, noem je een vertraagde beweging.

Welke beweging?

1. Meneer Lukkien rijdt van de oprit af en versnelt van 0 naar 20 km/uur.

2. Hij rijdt een lange rechte straat door met 30 km/uur zonder te versnellen of te remmen.

3. Bij het verkeerslicht moet hij afremmen van 30 km/uur naar 0 km/uur.

4. Na het stoplicht trekt hij op van 0 naar 50 km/uur op de hoofdweg.

5. Voor een bocht remt hij af van 50 km/uur naar 30 km/uur en rijdt daarna verder met 30 km/uur.

Ga aan de slag

Wat? Ga aan de slag met H5.3 - opdracht 1 t/m 8

Hoe? Je mag fluisterend overleggen

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Ga voor een ander vak bezig 

Een marathonloper legt iedere seconde een even grote afstand af.
Wat voor beweging is dit?

1. Een beweging met constante snelheid
2. Een versnelde beweging
3. Een vertraagde beweging

Een wielrenner fietst over de weg. De beweging begint bij 0 seconden.
1 seconde later is hij bij 1 s .
Hoeveel meter legt de fietser af in 1 seconde?

Een wielrenner fietst over de weg. De beweging begint bij 0 seconden.
1 seconde later is hij bij 1 s .
Hoeveel meter legt de fietser tussen de 2 en 2 s af?

Welke soort beweging zie je in de afbeelding?

De tekenaar heeft een auto getekend die start en dan wegrijdt. Hij heeft ook de auto iedere 0,2 seconden daarna getekend.
Hoelang duurt deze beweging?

1. 0,2 seconde
2. 0,4 seconde
3. 0,8 seconde
4. 1,4 seconde

De auto maakt een
VERSNELDE/VERTRAAGDE
beweging.

1. Versnelde
2. Vertraagde

De afstand die de auto iedere 0,2 seconden aflegt wordt steeds GROTER/KLEINER.

1. Kleiner
2. Groter

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding

Versnelde beweging

Beweging met constante snelheid

Vertraagde beweging

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?

1. Een beweging met constante snelheid
2. Een versnelde beweging
3. Een vertraagde beweging

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorwegbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?

1. Een beweging met constante snelheid
2. Een versnelde beweging
3. Een vertraagde beweging

Een auto heeft een lekkage en verliest elke seconde een druppel olie. In de afbeelding zie je het oliespoor dat de auto op de weg achterlaat. De auto beweegt van links naar rechts.
Welke soort beweging maakt de auto tussen A en B?

1. Een beweging met constante snelheid
2. Een versnelde beweging

Een auto heeft een lekkage en verliest elke seconde een druppel olie. In de afbeelding zie je het oliespoor dat de auto op de weg achterlaat. De auto beweegt van links naar rechts.
Welke soort beweging maakt de auto tussen C en D?

1. Een beweging met constante snelheid
2. Een versnelde beweging
3. Een vertraagde beweging

Een minigolfbal rolt tegen een helling omhoog.
Welke soort beweging is dit?

1. Een beweging met constante snelheid
2. Een versnelde beweging
3. Een vertraagde beweging

Een trein rijdt met steeds dezelfde snelheid over een recht stuk spoor.
Welke soort beweging is dit?

1. Een beweging met constante snelheid
2. Een versnelde beweging
3. Een vertraagde beweging