1 HV herhaling blok 2

Deze les/lessen
absenten (les via Teams)
genres
gedichten -> kenmerken
zwakke en sterke werkwoorden
persoonsvorm
voltooid deelwoord
verleden tijd persoonsvorm
zinsdelen
beeldtaal
antoniem
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary EducationAge 13

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les/lessen
absenten (les via Teams)
genres
gedichten -> kenmerken
zwakke en sterke werkwoorden
persoonsvorm
voltooid deelwoord
verleden tijd persoonsvorm
zinsdelen
beeldtaal
antoniem

Slide 1 - Slide

opschrijven!
Schrijf op wat je moeilijk vindt! 

Slide 2 - Slide

hoofdpersoon en bijfiguur
meestal één hoofdpersoon
soms twee of meer
herkennen door: 
- van een hoofdpersoon kom je het meeste te weten
- het grootste deel van het verhaal leef je met de hoofdpersoon mee.
- de hoofdpersoon heeft een probleem of opdracht

Slide 3 - Slide

genres
genre = verhaalsoort

voorbeelden:
- avonturenverhaal
- oorlogsverhaal
- sprookje
- historisch verhaal

Slide 4 - Slide

kenmerken gedichten
  • de regels zijn niet helemaal volgeschreven, er is veel wit op de pagina;
  • de regels staan in groepjes bij elkaar, dit noem je een strofe;
  • in een gedicht komt soms rijm voor, niet altijd!
  • een gedicht heeft ritme

Niet elk gedicht heeft per se alle kenmerken

Slide 5 - Slide

zinsontleding
De dikke hond rent achter de postbode aan

eerst ww gezegde

(pv en andere werkwoorden)

wwg=

Slide 6 - Slide

zinsontleding
De dikke hond rent achter de postbode aan

onderwerp: wie/wat + wwg 
         
wie/wat rent?

ow=

Slide 7 - Slide

zinsdelen
Gisteren liep de vriend van mijn moeder naar de koelkast om een glas melk te halen.

Wat is de PV?

getalproef / tijdproef

Slide 8 - Slide

zinsdelen
Gisteren liep de vriend van mijn moeder naar de koelkast om een glas melk te halen.


Slide 9 - Slide

hoeveel zinsdelen voor de PV?

Slide 10 - Slide

hoeveel zinsdelen voor de PV?
maximaal 1

Slide 11 - Slide

Nu maken
Zelftoets grammatica (alleen online)
klaar? oefenen cambiumned.nl

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Spelling
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
voltooid deelwoord

Slide 14 - Slide

pvtt
ik
ik-vorm
jij/je
ik-vorm + t
hij/zij/het (een ander)
ik-vorm + t
wij
hele werkwoord
jullie
hele werkwoord
zij (meervoud)
hele werkwoord
jij ACHTER pv
ik-vorm

Slide 15 - Slide

pvvt
ik
ik-vorm + te/de
jij/je
ik-vorm + te/de
hij/zij/het (een ander)
ik-vorm + te/de
wij
ik-vorm + ten/den
jullie
ik-vorm + ten/den
zij (meervoud)
ik-vorm + ten/den

Slide 16 - Slide

te(n) of de(n) ?????
'T KoFSCHiP X

Slide 17 - Slide

oefenen
Ik (surfen).......................... over de hoge golven van de zee.

Slide 18 - Slide

voltooid deelwoord
'T KoFSCHiP X

Ik heb de deur (verven)........................

Slide 19 - Slide

sterk of zwak?
Een sterk werkwoord is zo sterk dat hij zichzelf kan verbuigen.

loop - liep
koop - kocht

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

beeldtaal
andere voorbeelden?

Slide 22 - Slide

antoniem
een woord met een tegengestelde betekenis:

druk - ...................
lang - ..........................

Dit is niet heel moeilijk, maar je moet het begrip wel kennen.

Slide 23 - Slide

nu maken
zelftest  
oefenen op Cambiumned (Spelling of grammatica)
oefenen woordkaartjes of quizlet

Slide 24 - Slide