Hoofdstuk 3 grammatica (les 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui en je schrift;
  
• je leerwerkboek;
• je laptop (log in).

Planning

• Naamwoordelijk gezegde / huiswerk bespreken
• Werkmoment
  
• Afsluiten van de les
  

Toets lezen bespreken we volgende week

Wat zijn de drie belangrijkste koppelwerkwoorden?

In zinnen met een werkwoordelijk gezegde ...... het onderwerp iets.
(4a)

1. doet
2. is

In zinnen met een naamwoordelijk gezegde ...... het onderwerp iets.
(4a)

1. doet
2. is

Vraag 4b

Verklaar (leg uit) het woord naamwoordelijk 

in naamwoordelijk gezegde.

Een ng heeft een aanvulling nodig. In die aanvulling staat meestal een zn of een bn.

Vraag 4c

Wat koppelt een koppelwerkwoord?

Vraag 4c

Wat koppelt een koppelwerkwoord?

onderwerp

kww

naamwoordelijk deel

Hoe kun je controleren of een werkwoord een koppelwerkwoord is?

Deze mensen zijn levensgevaarlijk.

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Langs de Amsterdamse grachten fietst een groep toeristen.

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Antwoorden opdracht 1

Werkmoment

Maak van 3.7 opdracht 5, 6 en 7 in je leerwerkboek.

Leer de leertekst  op p. 177.

Werkwoordelijk gezegde

het onderwerp DOET iets

belangrijkste ww betekenis

• alle werkwoorden in de zin
• splitsbaar werkwoord
• aan het + infinitief
• te + infinitief

Naamwoordelijk gezegde

het onderwerp IS iets

ww geen betekenis

• koppelwerkwoord

       worden, zijn, blijven

• aanvulling met een zn/bn
• zegt iets over onderwerp

Afsluiting

• Huiswerk volgende week staat in Magister.