Trauma schedel

Triage da leerjaar 2
periode 5, les 2
herhaling stof en trauma schedel  
                                                                         

                                                                        
1 / 26
next
Slide 1: Slide
TriageMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Triage da leerjaar 2
periode 5, les 2
herhaling stof en trauma schedel  
                                                                         

                                                                        

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we behandelen?
  • herhaling trauma aangezicht aan de hand van ABCD- en open  vragen
  • Schedeltrauma aan de hand van vragen en     casussen


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De letter C in de ABCDE-check staat voor het beoordelen van de circulatie. Wat is een teken van een bedreigde circulatie?
A
Massale bloeding
B
Blauwe huid
C
Beide antwoorden
D
Geen van beide antwoorden

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De letter C in de ABCDE-check staat voor het beoordelen van de circulatie. Wat is een teken van een bedreigde circulatie?
A
Massale bloeding
B
Blauwe huid
C
Beide antwoorden
D
Geen van beide antwoorden

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk symptoom past bij een verstoring in bewustzijn?

A
Verlamming
B
Snelle pols
C
Snelle ademhaling
D
Speeksel niet kunnen inslikken

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welk symptoom past niet bij een verstoring in Envoirement (E)
A
Paniek
B
Sufheid
C
Suicidaliteit
D
Blootstelling aan giftige dampen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor staat de letter V in de afkorting AVPU?
A
Vesiculair ademgeruis
B
Reactie op aanspreken
C
Reactie op schudden
D
Vitale functies

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een man van 30 jaar is gevallen op zijn gezicht, hij had veel alcohol gedronken en er komt nu vocht uit zijn oren welke urgentie is dit?
A
U4
B
U3
C
U2
D
U1

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort er niet bij urgentie U3 bij trauma aangezicht?
A
zwelling aangezicht
B
abnormale functie kaak
C
Verplaatste of afgebroken tand
D
Dubbel zien

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welk advies geef je bij een bloedneus trauma?
A
Je Snuiten, uitwendige stolsels verwijderen, knijp vlak onder het neusbeen en houd het hoofd naar achteren voor 10 minuten
B
Je geeft diegene zelfzorgadviezen
C
Niet snuiten, stolsels laat je zitten, knijp vlak onder het neusbeen en houd het hoofd licht gebogen naar voren voor 10 minuten
D
Niet snuiten, stolsels verwijderen, knijp vlak onder het neusbeen en houd het hoofd licht gebogen naar voren voor 10 minuten.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Omschrijf de opbouw van een goed triagegesprek (7 stappen)

Slide 11 - Open question

NAW gegevens
ABCDE
Reden van contact en hulpvraag (WHAM)
Ingangsklacht bepalen die de urgentie bepaalt (vragen uit je boek) 
Urgentie bepalen
Bepalen en inzetten van vervolgactie
Resultaat afstemmen met de beller
Waarvoor staat de afkorting LSD?
Waarom is dit belangrijk?
Hoe doe je dit?

Slide 12 - Mind map

Luisteren Samenvatten Doorvragen
Je wilt een zo goed en duidelijk mogelijk beeld van de situatie krijgen. Wees nieuwsgierig. Wanneer iemand iets aan informatie geeft....vraag door, wat wil je er nog meer over weten? Neem niet gelijk genoegen met een antwoord. Laat merken dat je luistert door af en toe te hmm-en en te reageren op de patiënt. Stel geen dubbele vragen!
Samenvatten om te checken of je de informatie juist hebt begrepen en of er nog dingen missen. 
'U gaf net aan dat....kunt u hier iets meer over vertellen' 
'Wat bedoelt u precies met....' 
'U zegt dat u pijn heeft....waar zit de pijn, pijnladder, wordt het erger, heeft u er al iets aan gedaan, helpt dat dan ook?' 
'Dus als ik u goed heb begrepen...' 

Wat zijn WHAM vragen en wat is hier het doel van?

Slide 13 - Open question

Vragen om een zo goed en duidelijk mogelijk toestandsbeeld te krijgen
Wie, wat, waar, wanneer, waarom, beloop, wat al gedaan, medicatie, hoe, hoe lang etc. 
wat kunnen oorzaken zijn van trauma schedel?

Slide 14 - Slide

Migraine 
Duur:4-72uur. Een kant van je hoofd. Vaak ook misselijk en braken, lichtschuw. 15 tot 45 minuten voor een aanval kun je zogeheten Auraverschijnselen krijgen; blinde vlekken, doof gevoel of minder kracht aan 1 kant lichaam, spraakstoornissen. Deze verschijnselen stoppen vaak als migraine aanval begint. Migraine is echt heftiger dan spanningshoofdpijn.

spanningshoofdpijn
Dof drukkende pijn aan beide kanten van het hoofd. Enkele uren tot dagen. Geeft een strakke band gevoel. Leidt tot schouder- en nekklachten. Dit zonder misselijkheid of braken. Spanningshoofdpijn geeft geen extreme pijn.

 clusterhoofdpijn
Acuut ontstane, zeer ernstige hoofdpijn (U1)
hevige pijn vaak 1 kant hoofd, rondom je slaap. Straalt door naar oogkas en uitbreiden nekpijn. Duur; 15 minuten tot 3 uur en kan 1 tot 8 keer per dag optreden. Killing-hoofdpijn. Vaak ook verschijnselen als: verstopte neus, tranend oog, rood oog, verkleinde pupil en hangend ooglid aan 1 zelfde kant van hoofd waar pijn zit.


Hoofdpijn door pijnstillers
Als je vaak pijnstillers voor je hoofdpijn slikt, raakt je lichaam hieraan gewend. Je krijgt dan hoofdpijn als je de pijnstiller een keer niet slikt. De hoofdpijn komt steeds terug. Tot je weer een pijnstiller slikt. Misschien wordt je ook meer gevoelig voor de pijnprikkel.

Ook deze dingen kunnen soms hoofdpijn geven:
- slecht slapen 
- cafeïne 
- verkoudheid of griep
- niet scherp  zien (visus)
- pijn in uw nek, waardoor je hoofdpijn
   krijgt
- ontsteking van een bloedvat aan de
   zijkant van je hoofd.
- problemen met  kaakgewrichten
- medicijnen waarvan hoofdpijn een
  bijwerking is. Dit kan bijvoorbeeld bij
  deze medicijnen: bètablokkers, nitraten,
  calciumblokkers of medicijnen tegen
  depressie.
- soms hoofdpijn tijdens of net na seks.

Soms kan hoofdpijn door een ernstige oorzaak komen. Bijvoorbeeld een te hoge bloeddruk, een beroerte of kanker. 
- Meningitis
- SAB (subarachnoïdale bloeding) Begint als een donderslag bij heldere hemel en wordt soms als een knapje gevoeld. Komt ook bij relatief jonge mensen voor
Nauwelijks of niet meer bloedende bloedneus - welke urgentie hoort hierbij?
A
U2
B
U3
C
U4
D
U5

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke urgentie hoort er bij: Een losse tand of kies (niet melkgebit)?
A
U5
B
U4
C
U3
D
U2

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is ook alweer een subduraal hematoom? Leg eens uit

Slide 17 - Mind map

Bloeduitstorting n.a.v. een schedeltrauma. Kan soms pas na dagen tot weken na een schedeltrauma optreden. Kans op subduraal hematoom is groter bij gebruik van bloedverdunners. 
Waar denk je aan in de volgende situatie: Treedt op als donderslag bij heldere hemel - wordt soms als knapje gevoeld. Acuut optredende zeer hevige hoofdpijn
A
Migraine
B
Clusterhoofdpijn
C
Meningitis
D
SAB

Slide 18 - Quiz

subarachnoïdale bloeding
is een bloeding in de ruimte tussen de hersenen en de schedel (de subarachnoïdale ruimte). Deze bloedingen ontstaan doordat een zwakke plek in de wand van een slagader aan de basis van de hersenen barst.
Waar denken we aan bij hevige hoofdpijn en meningeale prikkeling?
A
Clusterhoofdpijn
B
Migraine
C
Meningitis
D
Spanningshoofdpijn

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Trauma schedel

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vertel maar... wat houdt deze afkorting in?

Slide 21 - Slide

Hoog-energetisch trauma (HET)

Hiermee wordt bedoeld dat er sprake is van een letsel waarbij groot geweld (veel energie) op het lichaam is ingewerkt. De context bepaalt of een HET acuut is of niet.
Een HET kan voorkomen in verschillende omstandigheden. 
- Onder andere val van grote hoogte (2-3 maal lichaamslengte), 

- ongeval met snelheid > 45 km/u (met autogordel om), 

- auto contra voetganger > 10 km/u,

-ongeval fietser/ motorrijder > 30 km/uur, ster in de voorruit (door hoofd), 
ongeval met beknelling.

Geheugenverlies
Bij U2:  ​Retrograde amnesie > 30 min
               ​Anterograde amnesie > 4 uur
BIj U3:
​Retrograde amnesie < 30 min
​Anterograde amnesie < 4 uur


  • waarom stellen we deze vragen? 
  • Hoe stellen we deze vragen?

Slide 22 - Slide

Retrograde amnesie > 30 minuten retrograde amnesie verlies je je geheugen van voordat je het trauma kreeg die het geheugenverlies veroorzaakt heeft.

Anterograde amnesie > 4 uur  Anterograde amnesie betekent dat je vanaf het moment van trauma je niks meer in je geheugen kunt opslaan.
Amnesie
U2
U3
Retrograde amnesie > 30 minuten
Anterograde amnesie > 4 uur
Retrograde amnesie < 30 minuten
​Anterograde amnesie < 4 uur
Wat betekent retro- en anterograde?
Hoe stellen we deze vragen?

Slide 23 - Slide

Retrograde amnesie 
retrograde amnesie verlies je je geheugen van voordat je het trauma kreeg die het geheugenverlies veroorzaakt heeft.

Anterograde amnesie 
Anterograde amnesie betekent dat je vanaf het moment van trauma je niks meer in je geheugen kunt opslaan.
Casus
Je ziet hier op het plaatje dat mw. v. Peters is gevallen met de fiets op hard zand.
 
Wat zijn hierin mooie ABCD vragen?
Welke gerichte WHAM vragen stel je? 
Mocht ze op haar hoofd zijn gevallen, is dit dan een U3?
Waarom wel of juist niet?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Casus
Jorn is gevallen op zijn hoofd en zit, samen met zijn moeder, bij de huisarts. Na onderzoek geeft de huisarts bij de assistent aan het schaafwondje schoon te maken + wekadvies te geven aan moeder. 

  • Welk wekadvies geef je?

Slide 25 - Slide

24  -  6  - 1 -  2

De patiënt moet de eerste 24 uur in de gaten worden gehouden. Een hersenbeschadiging blijkt binnen 24 uur. Een wekadvies wordt altijd pas gegeven na beoordeling door de huisarts. Het advies is als volgt: controleer de patiënt de eerste zes uur elk uur, daarna om de twee uur, ook 's nachts. Zet de wekker en laat de patiënt niet alleen. Controleer bij kinderen, die na een schedeltrauma vaak in slaap vallen, regelmatig of zij gewekt kunnen worden.
NHG-Richtlijnen
Hoofdtrauma
klassikaal casussen oefenen
  • Docent is patiënt

  • 2 studenten beoordelen a.h.v. het beoordelingsformulier

  • Rest typt/schrijft mee in het SOEP formulier

Slide 26 - Slide

Voordat dit gestart wordt nogmaals het docenten- beoordelingsformulier gezamenlijk doornemen (op de beamer)

na het gesprek klassikaal de casus bespreken.