2.3 democratie en andere vormen van bestuur

2.3: Democratie en andere vormen van bestuur
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.3: Democratie en andere vormen van bestuur

Slide 1 - Slide

Zet de volgende ontwikkelingen bij de antieke Grieken in de goede tijdsvolgorde
Het stichten van koloniën
In Griekenland ontstaan onafhankelijke stadstaten
Groei van de Griekse overzeese handel en welvaart
Snelle groei van de bevolking

Slide 2 - Drag question

Door een _________________ gingen boeren opzoek naar vruchtbare grond, zij voeren overzee om nieuwe_______
te stichten. Het stichten van nieuwe stadstaten zorgt voor de verspreiding van de Griekse __________________

Vul de lege plekken in
Voedseloverschot 
Voedseltekort 
Landen
Koloniën 
Cultuur 
Macht 

Slide 3 - Drag question

land is niet geschikt voor:


wel geschikt voor verbouwen 
van:

en: 
Sommige Grieken gaan de zee op om


te drijven
Sommige Grieken gaan weg uit Griekenland. Ze stichtten: 
landbouw
olijven
koloniën
druiven
handel

Slide 4 - Drag question

Leerdoelen
  1. Ik kan de verschillende ie'en uitleggen in eigen woorden.
  2. Ik weet hoe de Atheens democratie werkt

Slide 5 - Slide

Politiek
De Griekse stadstaten hadden elk hun eigen manier van besturen.

Grieken noemden besturen 'politiek'. (polis)

Politiek = het besturen van het land.
Een politicus is iemand die een rol heeft in het bestuur.

Slide 6 - Slide

Noem een voorbeeld van een politicus.

Slide 7 - Open question

Monarchie
Een bestuursvorm waarbij de koning de leider is en deze rol erfelijk is.

Vooral de oudste Griekse stadstaten (850 v.Chr.) waren monarchieën.

Links zie je Leonidas I, koning van de stadstaat Sparta.

Slide 8 - Slide

Noem een ander voorbeeld van een monarchie.

Slide 9 - Open question

Aristocratie
Een bestuursvorm waarbij een groep belangrijke, rijke mensen de baas is.

Vooral rijke Griekse handelaren werden lid van de aristocratie.

Slide 10 - Slide

Tirannie
Een bestuursvorm waarbij een alleenheerser alle macht heeft.

In het oude Griekenland werden sommige alleenheersers als helden gezien. Hoe kan dat?

Tegenwoordig is het woord 'tiran' erg negatief bedoeld (rechts).

Slide 11 - Slide

Noem een ander voorbeeld van een tirannie.

Slide 12 - Open question

Democratie
Een bestuursvorm waarbij het volk de baas is.

Uitgevonden in de stadstaat Athene.

Kleisthenes (links): zorgde ervoor dat iedere vrije Atheense man mocht stemmen in de volksvergadering. 

Slide 13 - Slide

Noem een ander voorbeeld van een democratie.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Bij een aristocratie heeft...
A
Een koning de macht
B
Het volk de macht
C
Een farao de macht
D
Een kleine groep rijken de macht

Slide 16 - Quiz

Wat is een monarchie?
A
Een bestuur met een erfelijke koning.
B
Een samenleving zonder geld of eigendom.
C
Een bestuur door de "besten" in een samenleving.
D
Een bestuur waar één persoon alle macht heeft.

Slide 17 - Quiz

Wat is een tirannie?
A
Een regering van een kleine groep aanzienlijken
B
Een regering waarbij het volk beslist
C
Een regering door een vorst, meestal een koning
D
Een regering met een alleenheerser die de macht gegrepen heeft

Slide 18 - Quiz

Welke vorm van bestuur had de polis Athene?
A
Oligarchie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Aristocratie

Slide 19 - Quiz

Directe en indirecte democratie
Directe democratie = het volk bestuurt zelf.
Voorbeeld: Athene was een directe democratie.

Indirecte democratie = het volk kiest volksvertegenwoordigers die namens hen besturen.
Voorbeeld: Nederland is een indirecte democratie.

Slide 20 - Slide

Atheense democratie 

Slide 21 - Slide

Schervengericht = Om machtsmisbruik te voorkomen. Meeste stemmen: Verbanning 10 jaar 

Slide 22 - Slide

De Atheense democratie
Alleen de burgers (= mensen met rechten en plichten) mochten meebeslissen in de raad van 500.

Links zie je de Pnyx (heuvel in Athene). Daar werd gestemd.




Slide 23 - Slide

De Atheense samenleving
1. Burgers.

2. Vrouwen en kinderen.

3. Metoiken = vreemdelingen (vaak buitenlanders).

4. Slaven.

Slide 24 - Slide

Was de Atheense democratie wel zo democratisch, oftewel: was het volk wel echt de baas? Waarom wel of niet?

Slide 25 - Open question

Bestuur Sparta
Bestuur bestond uit:
  • volksvergadering
  • twee erfelijke koningen
  • raad van ouderlingen
  • dagelijks bestuur

Slide 26 - Slide

Het bestuur in Sparta
In Sparta was er ook een volksvergadering, maar de groep was kleiner, slechts 30 oude mannen.
Deze hoplieten (mensen met dure wapenuitrusting) hadden als enige burgerrecht.

Slide 27 - Slide

Koningen in Sparta
  • 2 erfelijke koningen.
  • in oorlogstijd: legeraanvoerders.
  • in vredestijd: priesters/ rechtspraak.
  • gecontroleerd door het dagelijks bestuur.

Slide 28 - Slide

Raad van ouderlingen in Sparta
  • Ouder dan 60 jaar.
  • Tot hun dood zaten ze hierin.
  • Advies aan koningen en het dagelijks bestuur.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Sparta
hoe komt het dat Sparta veel oorlogen won?

Slide 31 - Slide

wat hebben we geleerd?
politiek = bestuur
monarchie, aristocratie, tirannie, democratie
polis Athene = democratie
polis Sparta = ?

Slide 32 - Slide

Aan de slag/ huiswerk
Lezen de teksten bij 2.3 bladzijde 38.
Maak paragraaf 2.3 de overige opdrachten.

Slide 33 - Slide