H6.1 Vlakke spiegels

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H6.1 Spiegelwet en spiegelbeeld

Benodigdheden

- tekenpapier

of schrift

- potlood

- Geodriehoek

Lesdoelen:

Leg uit wat de volgende termen betekenen:

• Spiegelbeeld; Diffuse terugkaatsing; 
  
• Spiegelende terugkaatsing

- Je kunt met behulp van je geodriehoek spiegelbeelden en

spiegelende terugkaatsing tekenen.

Diffuse terugkaatsing

Witte muur weerkaatst het licht in alle richtingen omdat het een ruwe oppervlakte is. Dit heet diffuse terugkaatsing.

Spiegelende terugkaatsing

Spiegelwet

Eerste methode om teruggekaatste lichtstralen te tekenen.

Een lichtstraal die op 

een spiegel valt, kaatst 

onder dezelfde hoek 

weer terug.

hoek i = hoek t

Spiegelbeeld

Tweede methode om terugkaatsende lichtstralen te tekenen:

Met het spiegelbeeld

Spiegelbeeld

Spiegelbeeld

Afstand van het voorwerp tot de spiegel is altijd even groot als de afstand van het spiegelbeeld tot de spiegel.

Nu jij: teken zelf op papier een spiegelbeeld

1. zet met je geo een lijn op papier.

2. Teken met je geodriehoek een kleine "driehoek"

3. Teken het spiegelbeeld, geef lijnen van gelijke lengte aan en de rechte hoeken.

Je meet de hoek tussen de lichtstraal en de normaal.

Nu jij, teken zelf op papier deze situatie.

Teken daarna de normaal (stippellijn) loodrecht op de spiegel.

De hoek van inval ten opzichte van de normaal is 50 graden.

Teken ook de terugkaatsende lichtstraal.

Waar is het spiegelbeeld?

1. Onder het water
2. Op het water
3. Boven het water

Waar is het spiegelbeeld?

1. Voor de spiegel
2. Op de spiegel
3. Achter de spiegel

Hoe zie je bij een witte muur dat er licht weerkaatst wordt?

1. Het is licht
2. Het is wit en niet zwart
3. Door de spiegelende terugkaatsing

Wat weet je van de afstand tussen het voorwerp en de spiegel en de afstand tussen de spiegel en het spiegelbeeld?

1. Van spiegelbeeld is groter
2. Van voorwerp is groter
3. Evengroot

Van wat voor type weerkaatsing is dit een voorbeeld?

1. Diffuus
2. Spiegel

Van wat voor soort weerkaatsing is dit een voorbeeld

1. Diffuus
2. Spiegel

Het spiegelbeeld dat je in een glazen ruit ziet bevindt zich op het glas

1. Waar
2. Niet waar

Het spiegelbeeld bevindt zich altijd recht achter het spiegeloppervlak

1. Waar
2. Niet waar

Als je iemands ogen in een spiegel kunt zien, dan kan die ander jouw ook zien

1. Waar
2. Niet waar

Samenvatting:

• Het spiegelbeeld vormt altijd achter de spiegel.
• Terugkaatsing in alle richtingen heet diffuse terugkaatsing.
• Van een zeer vlak oppervlak krijg je spiegelende terugkaatsing.

Ga nu naar lokaal 103 

(uur 5 of 6)

Je krijgt van je docent een blad met opgaves.

Op de ene kant van het blad moet je met de spiegelwet aan de slag, aan de andere kant (die met de auto's) moet je het gezichtsveld van de spiegel tekenen met de spiegelbeeldmethode.

Maak deze opgaves en laat ze controleren.

Zijn ze goed? Dan ben je klaar.