onderwerp en persoonsvorm

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Doel

Ik kan het onderwerp en de persoonsvorm in een zin herkennen en benoemen. 

Persoonsvorm

www.taal-oefenen.nl

Een persoonsvorm (pv) is altijd een ....

1. een zelfstandig naamwoord
2. een lidwoord
3. een werkwoord
4. een bijvoeglijk naamwoord

Ik zoek de persoonsvorm

1. Altijd een werkwoord

2. Maak de zin vragend. 

Pv staat nu vooraan. 

Voor de klas staat de professor te praten.
Wat is de persoonsvorm?

Hij gooit de bal.
Wat is de persoonsvorm?

Zij klimmen op het rek.
Wat is de persoonsvorm?

Mijn moeder brengt mij naar school.
Wat is de persoonsvorm?

De oude bakker verkoopt zijn brood.
Wat is de persoonsvorm?

Benjamin wast zijn handen.
Wat is de persoonsvorm?

Daan en Veerle gaan op reis.
Wat is de persoonsvorm?

De kaars brandt twaalf uur.
Wat is de persoonsvorm?

Het boek ligt op tafel.
Wat is de persoonsvorm?

Hoe vind je het onderwerp?

1. Zoek de persoonsvorm (pv).

2. Zoek het onderwerp (o): 

Zet  'wie' of  'wat' voor de persoonsvorm en je weet wat het onderwerp is.

Een onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan!!!!!

www.taal-oefenen.nl

Ik zoek het onderwerp

Zoek het onderwerp:

1. Wat is de persoonsvorm?

2. Zet er “wie of wat” voor en beantwoord de vraag. 

Nu weet je het onderwerp. 

Voor de klas staat de professor te praten.
Wat is het onderwerp?

Hij gooit de bal.
Wat is het onderwerp?

Zij klimmen op het rek.
Wat is het onderwerp?

Mijn moeder brengt mij naar school.
Wat is het onderwerp?

De oude bakker verkoopt zijn brood.
Wat is het onderwerp?

Benjamin wast zijn handen.
Wat is het onderwerp?

Daan en Veerle gaan op reis.
Wat is het onderwerp?

De kaars brandt twaalf uur.
Wat is het onderwerp?

Het boek ligt op tafel.
Wat is het onderwerp?

Hoe ging het?

😒🙁😐🙂😃

Heb je nog een vraag?