Unit 2 past simple vs present perfect vs past perfect

past simple vs present perfect vs past perfect
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

past simple vs present perfect vs past perfect

Slide 1 - Slide

Wat hebben we tot nu toe geleerd?

- Present Perfect
- Present Perfect Continuous
- Past Simple
- Past Continuous


Slide 2 - Slide

Simple vs Present Perfect

Slide 3 - Slide

Past simple vs. present perfect vs. past perfect
  •  Past simple: Als iets in het verleden is gebeurd
  • Yesterday, I walked to school
  • Present perfect: Begonnen in het verleden en nu nog steeds bezig.
  • I have lived here since 2012
  • Past perfect: twee losse gebeurtenissen in het verleden die je aan elkaar verbindt.
  • I watched TV after I had done my homework.
  • They had known each other for 6 years when they got married.

Slide 4 - Slide

Je gebruikt de past perfect voor iets wat in het verleden is gebeurd (past perfect) voordat iets anders in het verleden gebeurde (past simple).



Slide 5 - Slide

Past Simple vs Present Perfect

Slide 6 - Slide

Present Perfect

Have/has + voltooid deelwoord

Geeft aan dat iets in het verleden is gebeurd wat nog steeds bezig of merkbaar is

Past Perfect

Had + voltooid deelwoord

Iets gebeurde voor een andere gebeurtenis in het verleden

Slide 7 - Slide

Signaalwoorden Past Simple
Denk aan Lady:

L ast
A go
D ate
Y esterday

Slide 8 - Slide

Signaalwoorden Present Perfect
F or                              Fyne Jas -> Fijne Jas in fatsoenlijk Nederlands
Y et
N ever
E ver
J ust
A lready
S ince

Slide 9 - Slide

Signaalwoorden/verbindings-woorden Past Perfect

De Past Perfect staat altijd samen in de zin met een Past Simple. Vaak kom je de woorden tegen in het midden van een zin (niet altijd hoor!)
Babuw - geluid dat baby's soms maken (don't ask why)
                   
B efore
A fter
B ecause
U ntil
W hen

Slide 10 - Slide

Past Simple
Present Perfect
Past Perfect
Susan Walked to school
Susan had walked to school
Susan has walked to school since the bus has been broken

Slide 11 - Drag question

Welk signaalwoord hoort bij de Present Perfect?
A
Before
B
In 2012
C
When
D
For

Slide 12 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij de Past Perfect?
A
Last Night
B
Until
C
Since
D
Yet

Slide 13 - Quiz

Past Simple & Past Perfect
Present Perfect
Susan had broken her wrist out of frustration, because her bike was stolen

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link