STRIPTEKENEN BIJ KINDERBOEKENWEEK OP AVONTUUR

• Tekenen
• Basisschool
• Groep 7,8

Voor groot en klein, 

zullen we aardig zijn

• Steek je vinger op als je iets wil zeggen
• Als één praat, is de ander stil
• Spreek aardig: ik-boodschap
• Let op jezelf: houd handen en voeten bij jezelf
• Zorg goed voor de materialen: dure stiften goed terugbrengen, werk op juiste stapel, tafels leeg

Stripkunst

• Wat valt je op? 
• Welke personen zie je? 
• Wat doen ze? 
• Waar zijn ze?
• Waar zou dit verhaal over kunnen gaan? 
• Waarom heeft het schilderij geen titel?  

Mijn stripboeken vroeger

Lees mij!

Dit is een striptekening uit het boek Kuifje in Afrika. De tekening komt uit 1931 en was eerst alleen zwart-wit. Vanaf 1946 was de strip ook ingekleurd te koop.

Je ziet de hoofdpersoon, Kuifje, op reis in Congo (Afrika). Congo was van 1908-1960 een kolonie van België. 

Hergé, Kuifje in Afrika (detail), 1931-1946, Uitgeverij: Casterman.

Bron: https://www.standaard.be/cnt/qh1fp7h1 

En lees daarna ook mij!

Van 1908-1960 werd Afrika gekoloniseerd door West-Europese landen. België koloniseerde dus Congo. Dat betekende o.a. dat de bewoners van Congo gedwongen werden om voor de Belgische kolonisators te werken. Ze werden slecht betaald of zelfs helemaal niet betaald.

Hoe zie jij de kolonisatie van Congo door België terug in deze afbeelding van Kuifje? Schrijf het antwoord op.

Je leert:

een verhaal vertellen in beelden

Je kunt:

• schetsend een plan bedenken
• een voorpagina maken met potlood: titel, hoofdpersoon, plek (achtergrond)
• je verhaal opdelen in 6 scènes met potlood: tekenen en beschrijven
• je figuur eenvoudig houden + herhalen
• gebruikmaken van symbolen en emoties
• je werk afronden met: kleurpotlood (mengen) + zwarte pen en stift

Basisvormen Stripfiguur

Karakter & Emoties

Spreekballon:                    Symbolen:                        Gezichten:

                                                                                                

 

VOORKANT = catchy

• Titel (passend schetsen)
• Stripfiguur (eenvoudig)
• Schrijver (kleiner)
• Decor = omgeving   (vullend)

Dit heb je nodig in fase 1:

• A4 printpapier: schets
• Goed, duurzaam papier echt: voorkant
• Grijs potlood
  
• Liniaal 

KLAAR: Check bij meester + haal materiaal

Dit heb je nodig in fase 2:

• Zwarte stift
• Fineliner
• Kleurpotloden

Stripverhaal

1. Verhaal in 6 scènes opdelen
2. Kaartjes nummeren: 1 t/m 6, naam + scène kort achterop schrijven in steekwoorden
3. In zakje bewaren
4. Start met scène 1 en 2 in potloodschets
5. Scène 1 + 2 klaar = check bij juf/meester + materialen halen: zwarte stift, fineliner, kleurpotlood
6. Plak de scènes op
7. Schrijf je verhaal erbij

Filosofische stelling

Blinde mensen lezen geen strips. 

Tekenen!

• Ontwerp eerst je eigen stripfiguur
• Bedenk een kort verhaaltje
• Schrijf je verhaal in korte zinnen
• Bedenk er plaatjes bij
• Teken op je blad het aantal vakken dat je nodig hebt voor je strip, gebruik hierbij je liniaal.
• Gebruik tekstwolkjes om je stripfiguur zelf te laten spreken/denken/dromen enz. 
• Succes met het maken van je eigen strip!