Thema 12 Blok 2 Komen, blijven of weggaan?

THEMA 12 BLOK 2
Komen, blijven of weggaan? 

Waarom verhuizen mensen van het ene naar het ander land? 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

THEMA 12 BLOK 2
Komen, blijven of weggaan? 

Waarom verhuizen mensen van het ene naar het ander land? 

Slide 1 - Slide

Planning deeltaak 6 
Twee opties om deze deeltaak af te ronden: 
  • Opdrachten uit de studiewijzer maken en nakijken + samenvatting leerdoelen LessonUp + multiple choicetoets maken in week 6 tijdens de toetsweek.
  • NEDERLANDERS VAN OVERAL en OVERAL NEDERLANDERS van WikiWijs maken en in week 5 de twee eindopdrachten in en een samenvatting van de leerdoelen uit de LessonUp inleveren.  

Slide 2 - Slide

Werk je aan de Wikiwijs opdrachten? 
  • Maak alle opdrachten van de onderdelen NEDERLANDERS VAN OVERAL en OVERAL NEDERLANDERS.
  • Verwerk dat wat je geleerd hebt in de eindopdrachten. Let op: Je hebt ca 10 lesuren de tijd om hier aan te werken. Zorg dat dit terug te zien is in jouw 'product.'
  • Maak een samenvatting van de lesdoelen uit LessonUp en lever deze samen met je twee eindopdrachten uiterlijk in de tweede les van week 5 in. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Agenda invullen
L: blz 124 t/m 127
M: Blok 2 opdr. 1, 3, 7, 9, 11, 12, 13, 15, 17, 20, 24ac, 25                  Havo: 19  
óf de Wikiwijsopdrachten

M: Samenvatting leerdoelen LessonUp
L: Quizlet Thema  12

2A& 2B& 2C & 2D bij  28 mei
2E  & 2F bij  6 juni
Inl. WikiWijs+samenvatting dt6 wk 5  



Slide 5 - Slide

Les 1 Wat heb je vorige week geleerd?
  • Hoe verandert de bevolking van Nederland door geboorte en sterfte?
  • Waar zijn grote bevolkingsconcentraties in Nederland?

  • Bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding  
  • Migratie (immigranten en emigranten)
  • De gevolgen van vergrijzing en ontgroening

Weet je het nog? Pak je telefoon maar! 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Leerdoelen Blok 2
  • Je kan uitleggen wat afstotingsfactoren en aantrekkingsfactoren zijn (Push- en Pullfactoren)
    en bij beide factoren minimaal twee voorbeelden bedenken.
  • Je kan de belangrijkste migratiestromen binnen Nederland benoemen en uitleggen en plaatsen in de juiste periode
  • Je kan de migrantenstromen die naar Nederland kwamen indelen in groepen naar herkomst en de pushfactor noemen   
  • Uitleggen wat asielzoekers zijn.
 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aantrekken en afstoten 
De aantrekkingsfactor of pullfactor van een land = een reden waarom iemand in een gebied komt wonen.

De afstotingsfactor of pushfactor = een reden waarom iemand uit een gebied wegtrekt.

Je kan uitleggen wat afstotingsfactoren en aantrekkingsfactoren zijn (Push- en Pullfactoren) 

Slide 10 - Slide

Waarom weggaan? 

Pushfactoren van Nederland kunnen zijn: 

  • strenge milieuregels 
  • ongunstige arbeidsmarkt voor bepaalde beroepen 
  • het klimaat

Bij veel emigranten spelen aantrekkingsfactoren een grotere rol dan afstotingsfactoren

Slide 11 - Slide

Als mensen verhuizen naar een ander land is de reden is vaak een PUSH-factor of een PULL-factor.

Wat is een PULL-factor om te verhuizen naar een ander land?
A
oorlog
B
criminaliteit
C
werkeloosheid
D
werkgelegenheid

Slide 12 - Quiz

Een voorbeeld van een pushfactor is
A
Een goed klimaat
B
Veel werk
C
Oorlog
D
Veel familie

Slide 13 - Quiz

In Nederland heeft een goede economie.
A
Pushfactor
B
Pullfactor

Slide 14 - Quiz

Waarom komen mensen naar Nederland? 
Nederlands-Indië verklaarde zich in 1945 onafhankelijk: Indonesië. Dit heet de dekolonisatie = het onafhankelijk worden van koloniën. Veel Indische mensen 'ontvluchtten'hun land en kwamen naar Nedelrand.

Suriname werd onafhankelijk in 1975.
Veel Surinamers verhuisden naar Nederland er waren hier betere mogelijkheden voor werk en studie.

Je kan de migrantenstromen die naar Nederland kwamen indelen in groepen naar herkomst en de pushfactor noemen   

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Aan de slag!  
Blok 2 Komen, blijven of weggaan?
Lezen: blz 124 t/m 127
Maken: 1, 3, 7, 9, 11, 12, 13, 15, 17, 20, 24ac, 25  
Havo: 19  

Of werken aan je WikiWijs opdrachten en/of
samenvatting van de leerdoelen. 

timer
10:00

Slide 17 - Slide

Les 2 Wie komen er naar naar Nederland? 
Wat gaan we doen?

  • Uitleg blok 2
  • Kijken: Nieuwsuur in de klas
  • Aan de slag! 

Slide 18 - Slide

Vluchtelingen
Ongeveer 5% van de immigranten in Nederland is vluchteling.

Een asielzoeker is iemand die aan de overheid van een land vraagt om in dat land te mogen wonen, bijvoorbeeld omdat hij gevaar loopt in zijn eigen land.
Asielzoekers die groot gevaar lopen in hun eigen land mogen in Nederland blijven
Je kan de migrantenstromen die naar Nederland kwamen indelen in groepen naar herkomst en de pushfactor noemen   

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Werk
In de jaren ’60 haalden grote bedrijven arbeidskrachten uit het buitenland >
arbeidsmigrant en
Sommige arbeiders lieten hun gezinnen overkomen om in Nederland te komen wonen > gezinshereniging
Mensen uit de EU mogen zonder werkvergunning in Nederland werken, zo werken er veel Polen, Roemenen in NL

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Verhuizen binnen Nederland
  • Rond 1800 trokken veel mensen van het platteland naar de stad. Daar was werk in de fabrieken, terwijl op het platteland steeds minder werk was > URBANISATIE

  • Vanaf 1960 vertrekken steeds meer mensen uit de stad naar nieuwe voorsteden zoals Duiven en Nieuwegein > SUBURBANISATIE 
  • Na 1960 gaf de overheid financiële voordelen aan bedrijven die zich vestigden in gebieden met een vertrekoverschot. Jongeren trekken nog steeds weg uit landelijke gebieden die sterk vergrijzen.
  • Na 1985 wordt de stad weer aantrekkelijk gemaakt om in te wonen, veel mensen vinden wonen in de steden weer aantrekkelijk  > RE-URBANISATIE


Je kan de belangrijkste migratiestromen binnen Nederland benoemen en uitleggen en plaatsen in de juiste periode 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

De arbeidsmarkt
Vacature > een lege arbeidsplaats in een bedrijf.
Vraag naar arbeid > alle vacatures en banen in een land.
Aanbod van arbeid > alle mensen die werk zoeken of werk hebben.
Arbeidsmarkt > het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.
Inkomen in natura >  het loon dat je betaald krijgt in de vorm van goederen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Aan de slag!  
Blok 2 Komen, blijven of weggaan?
Lezen: blz 124 t/m 127
Maken: 1, 3, 7, 9, 11, 12, 13, 15, 17, 20, 24ac, 25  
Havo: 19  

Of werken aan je WikiWijs opdrachten en/of
samenvatting van de leerdoelen. 

timer
10:00
Klaar? Bekijk de Geoclip en overhoor jezelf met  vragen uit de Lessonup quiz! 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Video


Iemand die vanuit het buitenland naar Nederland verhuist, wordt ook wel een:

A
gastarbeider
B
immigrant
C
emigrant
D
asielzoeker

Slide 30 - Quiz

Veel immigranten komen uit de oude Nederlandse koloniën, zoals Indonesië en Suriname
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Gastarbeiders waren mensen die in Nederland kwamen om te werken, uit welke landen kwamen de eerste gastarbeiders?
A
België
B
Marokko en Turkije
C
Polen en Roemenië
D
Spanje en Italië

Slide 32 - Quiz

Wat is naast werk een andere reden om naar Nederland te verhuizen?
A
gevaar in eigen land
B
gunstig klimaat
C
het lekkere eten
D
familie

Slide 33 - Quiz

Vanuit welk land zijn weinig immigranten naar Nederland gekomen?
A
Duitsland
B
Verenigde Staten
C
Suriname
D
Indonesië

Slide 34 - Quiz