Dementie vormen

Dementie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 20 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dementie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
  • Je legt uit wat oorzaken zijn bij het ontstaan van de ziektes
  • Je geeft een aantal kenmerkende klachten van de ziektes

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

dementie
  • dementie is een degeneratieve ziekte, waarbij geheugenverlies en verwardheid optreden
  • er zijn verschillende ziekten die vallen onder de term dementie
  • de oorzaken van dementie zijn  verschillend...

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Alzheimer
  • eiwitten (amyloid en tau) veroorzaken klonters en kluwens in de zenuwcel
  • daardoor wordt de zenuwcel in zijn werk afgeremd en sterft af

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Alzheimer
  • steuncellen (gliacellen) van het zenuwstelsel willen de eiwitten opruimen, maar doen dit te agressief
  • hierdoor raakt de zenuwcel ook beschadigd en sterft het af.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

klachten
Alzheimer
  • vergeetachtigheid (nieuwe info niet onthouden, belangrijke info vergeten)
  • problemen met dagelijkse handelingen (dingen plannen en uitvoeren)
  • vergissen met tijd en plaats (tijd en duur niet weten, verdwalen)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

klachten
Alzheimer
  • problemen met taal (het juiste woord niet vinden (afasie), herhalen van woorden)
  • gedragsveranderingen (verward, achterdochtig, angstig en fatsoensverlies)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

vasculaire dementie
  • cliënten met deze dementievorm hebben hart- en vaatziekte (gehad)
  • suikerziekte
  • hersenbloeding of -infarct (beroerte)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

klachten
vasculaire dementie
  • problemen hangen af van het deel dat beschadigd is
  • langzamer denken, spreken en handelen.
  • lastig concentreren
  • beweegproblemen
  • gevoelsverlies of verlamming

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lewy body-dementie
  • wanneer de zenuwcel gevaar loopt, hopen zich eiwitten op
  • deze heten Lewy bodies
  • te veel van deze Lewy bodies zullen de zenuwcel doen afsterven

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

klachten
Lewy body dementie
de hersenstam...
  • is verantwoordelijk voor bewust laten worden van zintuiglijke prikkels
  • coördineert beweging en de souplesse hiervan

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

klachten
Lewy body dementie
  • concentratieverlies
  • visuele hallucinaties
  • beweegproblemen (trillen en vallen)
  • daarna geheugenproblemen
  • stramme spieren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

frontotemporale dementie
  • mogelijk ligt de oorzaak in een mutatie van een gen op chromosoom 9, dat eiwitten (tau) maakt

Slide 15 - Slide

het eiwit ‘tau’ kan neerslaan, een eiwit dat ook een rol speelt bij alzheimer. Dit eiwit vormt een soort kluwen van eiwitdraden in een zenuwcel. In andere gevallen slaat het eiwit TDP-43 of het eiwit FUS neer. Al deze eiwitten hebben gemeen dat ze de zenuwcellen beschadigen, waardoor mensen problemen krijgen met de taken die in deze hersengebieden worden uitgevoerd.
klachten
FTD
FTD kan starten bij 40+ jaar
  • grenzeloos, ongeremd reageren, skills verliezen om problemen op te lossen
  • beweegproblemen, trillende spieren en vallen
  • fatsoensverlies, sociale onhandigheid
  • later geheugenproblemen

Slide 16 - Slide

verandering van gedrag, bijvoorbeeld heel risicovol gedrag;

verandering van persoonlijkheid, bijvoorbeeld dat iemand sneller kwaad is of juist nergens zin in heeft;

taalproblemen zoals moeilijker praten of juist nog vloeiend praten maar inhoudsloze zinnen maken. Denk dan aan het gebruik van stopwoorden en niet bestaande woorden.

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

andere geheugenstoornissen
  • depressie
  • tekort vitamine B12 (Korsakov)
  • infectie in het brein
  • hersenletsel
  • hersentumor

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Korsakov
  • Geheugenverlies: iemand kan zich dingen die kort geleden zijn gebeurd niet meer herinneren. Oude herinneringen blijven vaak beter bewaard.
  • Moeite met tijd en plaats: iemand kan moeite hebben om gebeurtenissen in chronologische volgorde te plaatsen. Hij kan zich moeilijker oriënteren in tijd en plaats.
  • Moeite om personen te herkennen.
  • confabuleren

Slide 20 - Slide

Mensen met korsakov komen door hun geheugenverlies vaak in probleemsituaties terecht die ze zelf niet meer kunnen oplossen. Hierdoor worden ze onzeker en krijgen ze faalangst. De ene persoon met korsakov reageert hierop door zich terug te trekken en geen initiatief meer te nemen. De andere wordt juist agressief.