V3 january 13th

Last test practice
- Present Simple vs. Present Continuous
- Object plus infinitive (voorwerp plus het hele ww)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Last test practice
- Present Simple vs. Present Continuous
- Object plus infinitive (voorwerp plus het hele ww)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Type the correct sentence:
(he / come ) to London often?

Slide 5 - Open question

Type the right sentence:
You look worried. What (you/think)?

Slide 6 - Open question

Type the right sentence:
Languages (disappear) very fast. Half of the world's languages will be gone by 2010

Slide 7 - Open question

Grammar
Object plus infinitive (voorwerp plus het hele werkwoord)

Slide 8 - Slide

Terms
Object = voorwerp (meestal persoon/personen)
Infinitive= hele werkwoord met to

Slide 9 - Slide

Rules
- Na sommige werkwoorden, werkwoorden die een bevel of wens uitdrukken gebruik je lijd. vw/meewerkend vw + to+ hele ww

- Voorbeelden van werkwoorden die een bevel/ wens uitdrukken: advise, ask, allow, expect, encourage, force, help, invite, order, persuade, need, tell, mean, order

Slide 10 - Slide

Examples
mv/lijd.vw
to+ hele ww
1. Tom wanted me to help him study.
2. Her parents allowed her to go out last night.
3. He saw the cat climb into the tree.
saw= geeft waarneming met een zintuig, dus GEEN to voor hele ww

Slide 11 - Slide