A3 object plus infinitive

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Voorwerp plus hele werkwoord

He told me to calm down.

I told him to sit down.

Justin Bieber would like me to sing a song with him.

Zie je een werkwoord dat een bevel of wens uitdrukt?
Daarna volgt het lijdend vw/meewerkend vw + hele werkwoord met to.

Examples

He told me to calm down.

I told him to sit down.

Justin Bieber would like me to sing a song with him.

-Werkwoorden die een bevel of wens uitdrukken > cursief

-Meewerkend vw/Lijdend vw > onderstreept

-Hele werkwoord met to > rood

wens of bevel - werkwoorden

Voorbeelden van werkwoorden die een bevel of wens uitdrukken:

ask                        warn

expect       would like

mean    would love

order

tell

hele ww zonder to

Na let, make en andere werkwoorden die een waarneming met een zintuig aangeven >

 +voorwerp (meewerkend vw/lijdend vw)

+ hele werkwoord zonder to

Tom let me use his phone.

Voorbeelden

Voorbeelden van deze werkwoorden:

let

make

see > zintuig

hear > zintuig

feel > zintuig

smell > zintuig

Examples

Tom let me use his phone.

She made us feel so at home!

We heard somebody close the door.

He saw the cat climb into the tree.

We felt our faces turn red.

Dad .. in his room. You can look for him there

1. works
2. work
3. is working
4. are working

We always ... in the back

1. sit
2. sits
3. is sitting
4. are sitting

Mike ... a few houses down the street

1. lives
2. live
3. is living
4. are living

I hope you all ... right now!

1. listen
2. listens
3. is listening
4. are listening

We ... (to go) to the beach right now! Hurry!

This class

- Grammar: 

Grammar 12: object plus infinitive

object plus infinitive = voorwerp plus het hele werkwoord

Dit kan het lijdend of meewerkend voorwerp zijn

(lijdend voorwerp = wie of wat ondergaat het werkwoord --> ik koop een FIETS 
meewerkend voorwerp =  aan/door wie of wat --> ik geef een boek aan JOU )

Wat moeten we hiermee?

Wanneer je een zin tegenkomt die een wens of bevel uitdrukt, gebruik je  het hele werkwoord met TO, en zet je het voorwerp ervoor.

--> I order you TO SIT down
--> I wish for him TO MEET this famous singer
--> I ask everyone TO BE quiet

Dus ...

-->  I order you TO SIT down

"order" --> geeft bevel aan (1 van de situaties)
daarom --> you (voorwerp) gevolgd door het hele werkwoord (TO SIT)

maar let op!

na de werwoorden "let""make" en werkwoorden die een waarneming met je zintuigen aangeven (smell, see, feel...)

--> Gebruik je GEEN "TO" voor het werkwoord!

--> Tom let me USE his phone
--> She made me FEEL so happy!

Jessica asked me ...
her with chemistry. (helpen)

1. help
2. to help
3. helping
4. helps

I saw Tom ...
at ten o'clock. (aankomen)

1. arrive
2. to arrive
3. arrives
4. is arriving

We don't expect you ...
all the answers. (weten)

1. know
2. to know
3. are knowing
4. knows

Your dad warned you ...
when crossing the road. (voorzichtig zijn)

1. be careful
2. to be careful
3. is careful
4. is being careful

The teacher won't let me ...
fifteen minutes earlier. (vertrekken)

My parents made me ...
to the neighbours for kicking a ball through their window. (excuses aanbieden)

Dad ordered you ...
after dinner. (afwassen)

I told Sam ...
a present for your birthday party. (kopen)

To sum up:

situatie: bevel of wens --> hele werkwoord (TO SIT, TO WORK..)

maar gebruik je "let" "make" of gaat het over zintuigelijke waarnemingen dan laat je TO weg --> let me DO, make me SIT

Questions?

Homework for wednesday

ass. 27 + extra oefeningen: https://www.englishpage.com/verbpage/verbs1.htm

https://speakspeak.com/english-grammar-exercises/intermediate/verb-object-to-infinitive