2M P4 Herhaling

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Vul de samenvatting in.
timer
5:00
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Op tafel: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje

Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Vul de samenvatting in.
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Programma
  • Startopdracht
  • Voorkennis
  • Herhaling 
  • Zelfstandig werken
  • Uitleg open en gesloten economie
  • Zelfstandig werken
  • Uitleg wisselkoersen
  • Samenwerkingsopdracht
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • Uitleggen waardoor de internationale handel is toegenomen.
  • Uitleggen wat het verschil tussen import en export is.
  • De redenen om te importeren en exporteren benoemen.
  • Uitleggen wat de gevolgen van een open economie en gesloten economie zijn.
  • Uitleggen wat de gevolgen van een stijgende of dalende wisselkoers zijn.



Slide 3 - Slide

Voorkennis

Slide 4 - Slide

De internationale handel is sterk toegenomen. Dat komt onder andere doordat communicatiemiddelen steeds beter zijn geworden.
Leg uit hoe betere communicatiemiddelen bijdragen aan meer internationale handel.

Slide 5 - Open question

Uitleg

Slide 6 - Slide

Import en export
  • Goedkoper
  • Betere kwaliteit
  • Ruimere keuze
  • Grondstoffen niet aanwezig
  • Beter klimaat

Geld naar buitenland
Ontvangen geld

Slide 7 - Slide

Vreemde valuta
Geld van een land dat niet met de euro betaalt.
Als de waarde van de Britse pond stijgt ten opzichte van de euro, worden producten uit Verenigd Koninkrijk duurder.

Slide 8 - Slide

EU en EMU
EU: 27 landen die economisch samenwerken. Handel tussen de lidstaten eenvoudig en soepel te laten verlopen.
EMU: 20 landen binnen de EU die de euro hebben.
EU
EMU (eurozone)

Slide 9 - Slide

Protectiemaatregelen
Maatregelen om productie en werkgelegenheid in het eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen.
Invoerrechten

Slide 10 - Slide

Welvaart
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
Nederland is welvarend: inwoners kunnen in veel behoeften voorzien.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften

Slide 11 - Slide

Ontwikkelingssamenwerking
Ondersteuning om samen met ontwikkelingslanden de welvaart in die landen te vergroten.
Protectiemaatregelen EU
Slecht voor ontwikkelingslanden!

Slide 12 - Slide

Quiz

Slide 13 - Slide

Wanneer je iets koopt op een Chinese website, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export

Slide 14 - Quiz

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 15 - Quiz

Wanneer je een vakantie boekt in Frankrijk, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export

Slide 16 - Quiz

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 17 - Quiz

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 18 - Quiz

Wanneer een Amerikaanse tourist een KLM vliegticket koopt, is er dan voor Nederland sprake van import of van export?
A
Import
B
Export

Slide 19 - Quiz

Wat is een reden voor het importeren van kleding?
A
Goedkoper
B
Betere kwaliteit
C
Ruimere keuze
D
Beter klimaat

Slide 20 - Quiz

Is dit noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 21 - Quiz

Wat wordt verstaan onder welvaart?
A
De mate waarin men in de behoeften kan voorzien
B
Een hoog inkomen
C
Het inkomen per hoofd van de bevolking
D
Veel secundaire behoeften.

Slide 22 - Quiz

De landen die bij de EMU horen, hebben allemaal als munteenheid de euro.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Welk kenmerk van een ontwikkelingsland herken je op de foto?
A
Veel kinderarbeid
B
Ondervoeding
C
Weinig scholing
D
Slechte gezondheidszorg

Slide 24 - Quiz

Een kenmerk van een ontwikkelingsland is veel kinderarbeid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Welk land is geen lid van de Europese Unie?
A
Nederland
B
Portugal
C
Verenigd Koninkrijk
D
Slowakije

Slide 26 - Quiz

De landen die bij de EU horen, horen ook allemaal bij de eurozone.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Welk kenmerk van een ontwikkelingsland herken je op de foto?
A
Veel kinderarbeid
B
Ondervoeding
C
Weinig scholing
D
Slechte gezondheidszorg

Slide 28 - Quiz

Joey is een paar jaar geleden verhuisd naar Denemarken.
Op grond van welke afspraak in de EU kon Joey vrij eenvoudig verhuizen naar Denemarken?
A
Binnen de EU geldt vrij verkeer van diensten.
B
Binnen de EU geldt vrij verkeer van goederen.
C
Binnen de EU geldt vrij verkeer van kapitaal.
D
Binnen de EU geldt vrij verkeer van personen.

Slide 29 - Quiz

Een land heeft veel welvaart als inwoners weinig geld hebben voor overige behoeften.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat? Herhalingsopdrachten (blz. 240-241).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Uitleg

Slide 32 - Slide

Welvaart
Welvaart kun je vergelijken met het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking (gemiddelde inkomen).

Nationaal inkomen per hoofd van de bevolking = 
nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Slide 33 - Slide

Pak je wisbordje

Slide 34 - Slide

Een land heeft 24 miljoen inwoners. Het nationaal inkomen is € 280 miljard.
Bereken het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking. Rond af op hele euro’s.

Slide 35 - Open question

Een land heeft 46,8 miljoen inwoners. Het nationaal inkomen is € 1.100 miljard.
Bereken het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking. Rond af op hele euro’s.

Slide 36 - Open question

Zelfstandig werken
Wat? 
  • Herhalingsopdrachten (blz. 240-241).
  • Rekenopdrachten (blz. 236-237).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.
timer
10:00

Slide 37 - Slide

Afsluiting

Slide 38 - Slide