Sommige Grieken dachten ook kritisch na. Zij wilden
betrouwbare kennis, geen mythes. Artsen als Hippocrates wilden nadenken over de
wetenschap.
Ook begonnen geschiedschrijvers belangrijke gebeurtenissen op te schrijven. Oorlogen, etc. werden zo betrouwbaar mogelijk opgeschreven.
Mensen die wetenschappelijk nadachten werden filosofen genoemd - Socrates: er werden kritische vragen gesteld, waardoor hij ter dood veroordeeld werd.
Een leerling van Socrates, Plato, stichtte in zijn naam de Academie: een school voor de filosofie. Filosoferen moest gebeuren om te weten wat rechtvaardig was. Een samenleving moest daarom ook geleid worden door filosofen.