7. El imperativo

1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
  • La evaluación

  • El imperativo 

  • Preguntar por el camino

  • Los deberes

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


El imperativo
de gebiedende wijs

Slide 5 - Slide

Gebiedende wijs
  • Je gebruikt de gebiedende wijs als je een opdracht geeft of een aanwijzing geeft.
  • Spreek je iemand aan met "jij"? Gebruik de él/ella/usted-vorm van het werkwoord.
  • Spreek je meerdere personen aan? Haal de R van het hele werkwoord af, plak er vervolgens een D aan. 
  • Spreek je iemand aan met "u"? Gebruik de él/ella/usted-vorm van het werkwoord. Maar let op je verandert de eindklinker van het werkwoord. Bij 'AR' werkwoorden wordt het 'e' en bij ER/IR werkwoorden eindigt het op 'a'. Meerdere personen die met u worden aangesproken vervoeg je in de derde persoon meervoud. Ook dan verandert de eindklinker.
¡Habla más alto! - Praat eens wat harder!
Tome la primera calle a la derecha. - Neem de eerste straat rechts.
¡Escuchad! - Luister!

Slide 6 - Slide

Onregelmatige vormen
Let op: werkwoorden met een klinkerwisseling hebben ook een klinker-wisseling in de gebiedende wijs, behalve in de vosotros vorm
→ Sigue todo recto. = Ga rechtdoor.
(volgen)
SEGUIR
sigue
vosotros
seguid
usted
siga
ustedes
sigan

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

     ¡A practicar!

Slide 9 - Slide

Las respuestas
A. 
1. gira
2. coged
3. mira
4. visitad
5. coge
6. seguid 


B.
1. gire
2. lean
3. mire
4. visiten 
5. hable
6. beban

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vul woordenlijst van 4.1 en 4.5 in 

Slide 12 - Slide

calle

Slide 13 - Slide

4.5

Slide 14 - Slide

Las soluciones

1. Parque Real
2. Museo de Arte Moderno
3. Catedral de San Pedro
4. Teatro Nacional

Slide 15 - Slide

Los deberes

Herhaal de onderwerpen uit het SO die je lastig vond. 
Deze komen ook weer terug in de proefwerkweek! 

Wat kun je doen?
  • Via sites kun je oefenbladen invullen.
  • Schrijf je in voor flexlessen en stel concrete vragen.
  • Woordenschat actief herhalen. (schrijven, overhoren, wrts)

Slide 16 - Slide

a/de/en moet je ook kennen

Slide 17 - Slide