survey

C. 1 Vraag 1.

De vrachtwagens die het gft ophalen rechtstreeks bij de consument zijn niet geïdentificeerd als bevattende cat. 3 materiaal.

Is dit wettelijk toegestaan?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet
D
Misschien...
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
Baso natuurwetenschappenBeroepsopleiding

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

C. 1 Vraag 1.

De vrachtwagens die het gft ophalen rechtstreeks bij de consument zijn niet geïdentificeerd als bevattende cat. 3 materiaal.

Is dit wettelijk toegestaan?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet
D
Misschien...

Slide 1 - Quiz

C1. Vraag 2.

Op basis van welk artikel van Vo. (EG) 1069/2009 is dit geregeld?


A
21 lid 1
B
21 lid 4
C
2.2 sub g
D
Anders, namelijk...

Slide 2 - Quiz

C1. Vraag 3.

Wat zou er veranderen als de vrachtwagens geladen waren bij een opslaglocatie van gft (i.p.v. bij huishoudens)?

A
Vrachtwagens moeten geïdentificeerd zijn
B
De identificatie hoeft enkel op het handelsdocument te staan
C
Vrachtwagens hoeven niet geïdentificeerd zijn
D
Ze hoeven enkel geïdentificeerd te zijn als ze uit een andere lidstaat komen

Slide 3 - Quiz

C1. Vraag 4.

Welke identificaties moet de composteerlocatie van enkel gft compost aanbrengen en waar?
Meerdere antwoorden zijn mogelijk.

A
Op het hek van het bedrijf : "cat. 3 niet voor menselijke consumptie"
B
Op de aanvoerhal van het gft: "cat. 3 niet voor dierlijke consumptie"
C
Op de aanvoerhal "cat. 3 onverwerkt" en op de afvoerhal "cat. 3 verwerkt compost"
D
Anders

Slide 4 - Quiz

C2. Vraag 2.

Je bent bij de biogasinstallatie en ziet de vrachtwagen met het cat. 3 materiaal het erf oprijden om te lossen. Je ziet geen identificatie op de vrachtwagen.

Wat doe je? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
A
Kijken of de pallets geidentificeerd zijn
B
Kijken wat er op het handelsdocument staat
C
Kijken wat er op het CMR staat
D
Anders

Slide 5 - Quiz

C2. Vraag 3
Welke overtreding past het best?
A
Optie A
B
Optie B
C
Geen van beide
D
Ik ga naar huis....

Slide 6 - Quiz

Casus 3.
Welke stelling(en) is/zijn juist?
A
De identificatie als “cat 3. Niet voor menselijke consumptie” voor de gehele loods is voldoende
B
Binnen de opslag moet alléén het gebied waar de dierlijke bijproducten opgeslagen worden geïdentificeerd zijn.
C
Binnen de opslag moet het dierlijke bijproduct en het plantaardig afval apart geïdentificeerd zijn met bordje of etiket.
D
De producten moeten (per verpakking) geïdentificeerd zijn.

Slide 7 - Quiz

C4. Vraag 1
Welke stelling(en) is/zijn juist?
A
De identificatie als cat 3. voor de gehele loods is voldoende
B
Binnen de opslag moet alleen het gebied waar de dierlijke bijproducten opgeslagen worden geïdentificeerd zijn met een bordje/etiket
C
Binnen de opslag moeten het dierlijke bijproduct en het maismeel beide apart geïdentificeerd zijn met een bordje/etiket
D
Anders...

Slide 8 - Quiz

C4. Vraag 2.
Wat zou er als volledige tekst op de identificatie van de opslag met daarin alleen de verwerkte dierlijke eiwitten horen?

A
Cat. 3 materiaal, niet voor menselijke consumptie
B
Verwerkte dierlijke eiwitten (runderen)
C
Cat. 3, organische meststof en bodemverbeteraar
D
Cat. 3 materiaal, niet voor humane consumptie

Slide 9 - Quiz

C4. Vraag 3.

In een andere loods met opschrift “technische bestemming” liggen diverse partijen verwerkte dierlijke eiwitten van verschillende diersoorten t.b.v. technische bestemming opgeslagen in bulk. Er hangen geen bordjes bij de sleufsilo’s met teksten, maar wél barcodes. Wanneer een chauffeur een product wil lossen of laden moet hij de code scannen. Hij krijgt dan de juiste identificatietekst met aard en categorie te zien en kan alleen lossen/laden als de opslaglocatie klopt met zijn opdracht.

Is er hier sprake van een overtreding?

A
Ja
B
Nee
C
Ligt eraan in welke eeuw de wetgever geboren is
D
Ligt eraan in welke eeuw de chauffeur geboren is

Slide 10 - Quiz

C4. Vraag 4.
Verandert je antwoord op vraag 3 als het hier géén opslagbedrijf zou betreffen, maar een (opslag)loods met grondstoffen bij een biogasinstallatie?

A
Ja, want het betreft nu geen opslagbedrijf meer, dus het identificeren hoeft niet op een voorgeschreven manier
B
Nee
C
Het ligt eraan of het een beschreven en passend systeem is voor het bedrijf
D
Anders

Slide 11 - Quiz

C5. Vraag 5.

Zou een oorsprongsbedrijf een dergelijk systeem met enkel barcodes mogen gebruiken?

A
Ja, maar alleen bij slachthuizen
B
Nee
C
Ligt eraan of het een beschreven en passend systeem is
D
Weet ik niet

Slide 12 - Quiz