Les 6: Klimaatverandering

Les 6: Klimaatverandering
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 6: Klimaatverandering

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Terugblik
Lesdoelen
Theorie
Quiz
Zelfstandig werken
Vooruitblik

Slide 2 - Slide

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 10 jaar
C
Je meet het weer over 30 jaar
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 3 - Quiz

Welke zin over een woestijnklimaat is niet waar?
A
Het kan er jaren niet regenen.
B
Het kan er onder 0 °C zijn.
C
Het kan er 50 °C worden.
D
Alle antwoorden zijn waar.

Slide 4 - Quiz

Is dit jong of oud gebergte?
A
Jong gebergte
B
Oud gebergte

Slide 5 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?

"het uiteenvallen van gesteente door bijvoorbeeld het weer en/of planten.
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 6 - Quiz

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kan je:
  • in je eigen woorden uitleggen hoe klimaatverandering ontstaat;
  • uitleggen hoe de mens van invloed is op het proces van klimaatverandering (positief en negatief).
  • vier gevolgen van klimaatverandering benoemen;

Slide 7 - Slide

Wat is klimaatverandering ?
Klimaatverandering is de verandering van temperatuur, neerslag en andere weersomstandigheden over een lange periode.


Het wordt beïnvloed door de natuur en door de mens.

De klimaatverandering van nu is dat:
  • De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt:



Slide 8 - Slide

Waardoor stijgt de temperatuur op aarde?
Door het versterkt broeikaseffect!

Broeikaseffect = het vasthouden van de zonnewarmte door de dampkring (luchtlaag om de aarde). 

De dampkring houdt de warmte vast door o.a. koolstofdioxide (CO₂)

Door mensen komt er meer CO₂ in de lucht. Dit zorgt ervoor dat de dampkring meer warmte vasthoudt en de temperatuur op aarde stijgt (=versterkt broeikaseffect)

Slide 9 - Slide

Hoe komt er meer CO₂ in de lucht?
Ontbossing: Doordat mensen bomen kappen. Kunnen minder bomen CO₂-opnemen. 

Industrie: Fabrieken stoten veel CO₂ en andere broeikasgassen uit.

Verkeer: Auto’s, vliegtuigen en schepen stootten veel CO₂ uit.

Landbouw: Veeteelt produceert methaan, een sterk broeikasgas.

Slide 10 - Slide

Wat kunnen wij doen tegen klimaatverandering?
Welke maatregelen kunnen helpen?

- Hernieuwbare energie
 (zonne- en windenergie).

- Duurzaam transport
(fietsen, elektrisch rijden, openbaar vervoer).

- Minder vleesconsumptie en duurzamere landbouw.

- Bebossing (bomen planten) en natuurbehoud.

Wat kun jij zelf doen?

Slide 11 - Slide

Wat gebeurt er als het nog warmer wordt?
  • IJs gaat smelten, daardoor stijgt de zeespiegel. (overstromingen)

  • Klimaat wordt extremer. 
Een nat klimaat wordt dan nog natter (meer overstromingen). 
Een droog klimaat wordt nog droger (bosbranden).

  • Dieren en planten kunnen uitsterven.

  • Gezondheid van de mens wordt minder.

Slide 12 - Slide

De luchtlaag om de aarde heet?

Slide 13 - Open question

Doordat er meer koolstofdioxide (CO₂) in de dampkring komt, wordt het broeikaseffect
A
Minder
B
Meer
C
Blijft gelijk

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Door klimaatverandering zal er meer regen vallen in Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat ga jij nu doen tegen klimaatverandering?

Slide 16 - Open question

Zelfstandig werken
Wat ga je precies doen?
  • Tegen welke gevolgen van klimaatverandering loopt het eiland aan?
  • Hoe kunnen de bewoners dit voorkomen?
  • Geef vier voorbeelden van maatregelen die de bewoners kunnen inzetten om verdere klimaatverandering te voorkomen.
  • Leg uit wat er zou kunnen gebeuren als de bewoners van jouw eiland geen maatregelen tegen klimaatverandering nemen.

Slide 17 - Slide

Vooruitblik
Volgende les: Verder uitwerken van de opdracht

Slide 18 - Slide