TH2E 25-05-2021 HV2 CH1H

TH2E ~ français ~ 25-05-2021

Le saviez-vous?

De Fransen brengen bijna 9 van de 10 vakanties door in eigen land.

De populairste buitenlandse vakantiebestemmingen onder de Fransen zijn Spanje (23%) en Italië (17%).
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

TH2E ~ français ~ 25-05-2021

Le saviez-vous?

De Fransen brengen bijna 9 van de 10 vakanties door in eigen land.

De populairste buitenlandse vakantiebestemmingen onder de Fransen zijn Spanje (23%) en Italië (17%).

Slide 1 - Slide

Doelen vorige les

  • ... weet je hoe je op 2 manieren een vraag kan stellen in het Frans.

  • ... ken je Franse vraagwoorden.

  • ... weet je hoe je een vraag kunt stellen met vraagwoorden in het Frans.

Slide 2 - Slide

À la fin du cours...

  • ... kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.

Slide 3 - Slide

Vertaal:
Olivier est mon frère.
Olivia est ma sœur.

Slide 4 - Open question

Vertel in je eigen woorden hoe je de goede vorm van het bez vnw kiest.

Slide 5 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord
Van wie iets is

Past zich aan zelfstandig naamwoord aan

mannelijk/vrouwelijk
enkelvoud/meervoud

Slide 6 - Slide

Kies de juiste vorm:
Elle est en vacances avec ____ (haar) frère.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm in:

Voilà ____ (zijn) tantes.
A
son
B
sa
C
ses

Slide 8 - Quiz

Le programme

  • Explication exercices

  • Formatief toetsje "een vraag stellen"

  • Travailler

Slide 9 - Slide

Le programme

  • Explication exercices

  • Formatief toetsje "een vraag stellen"

  • Travailler






Slide 10 - Slide

Le programme

  • Explication exercices

  • Formatief toetsje "een vraag stellen"

  • Travailler






Slide 11 - Slide

Travailler

  • Groupe 1: bespreken formatief toetsje "een vraag stellen"

  • Groupe 2:
    Faire: exercices 30 + 31 (Chapitre 1 H)





Slide 12 - Slide

Devoirs pour le 27-05-2021


  • Faire: exercices 30 + 31 (Chapitre 1 H)

  • Apprendre: bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Slide

À la fin du cours...

  • ... kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.

Slide 14 - Slide

Tu as aimé ____ vacances?
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 15 - Quiz

J'aime ____ mère!
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 16 - Quiz

On est en vacances avec ____ chien Youpi.
A
notre
B
nos

Slide 17 - Quiz