Thema 5 - Planten

Thema 5
Planten
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 5
Planten

Slide 1 - Slide

Basisstof 1
- Je kunt beschrijven hoe lengte- en diktegroei bij kruid- en houtachtige planten plaatsvindt en dat stamcellen hiervoor verantwoordelijk zijn

Slide 2 - Slide

Bouw
  • Dekweefsel: beschermt tegen waterverlies en infecties
  • Vaatweefsel: bestaat uit hout- en bastvaten. Houtvaten in jaarringen houtachtige planten. Transportvaten in vaatbundels kruidachtige planten.
  • Vulweefsel: fotosynthese, opslag en stevigheid

Slide 3 - Slide

Groei
  • Delingen in meristeem toppen van stengels en wortels (groeipunten) zorgen voor lengtegroei
  • Diktegroei: cambium
  • Celstrekking en celspecialisatie één van twee dochtercellen stamcel in meristeem

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Cambium
  • Ringvormig meristeem
  • Houtcellen naar binnen, bastcellen naar buiten
  • Kunnen vaten vormen
  • Meer houtcellen dan bastcellen

Slide 6 - Slide

Houtvaten en bastvaten
  • Houtcellen maken secundaire celwanden van cellulose en lignine, dwarswanden verdwijnen
  • Bastvaten krijgen openingen tussen cellen, celkernen verdwijnen

Slide 7 - Slide

Jaarringen
  • Voorjaar wijde houtvaten met dunne wanden, vervoeren veel water en opgeloste stoffen
  • Zomer nauwe houtvaten met dikke wanden

Slide 8 - Slide

Plastiden
  • Ontstaan in meristeem
  • Etioplasten in donker gevormd, in licht ontstaan chloro- en chromoplasten
  • Leukoplasten slaan zetmeel (amylo), olie (elaio) of eiwitten (proteïno) op
  • Plastiden kunnen in elkaar overgaan

Slide 9 - Slide

Is de foto gemaakt van een dwarsdoorsnede van een worteltop van de plant ter hoogte van P, Q, R of S?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 10 - Quiz

Welke plastiden kunnen zetmeel opslaan?
A
Chloroplasten
B
Chromoplasten
C
Amyloplasten

Slide 11 - Quiz

Basisstof 2
- Je kunt beschrijven hoe planten water met mineralen opnemen, transporteren en afgeven
- Je weet hoe huidmondjes de gaswisseling van planten reguleren en dat de opname van koolstofdioxide in relatie staat met de afgifte van water

Slide 12 - Slide

Sapstroom
  • Houtvaten (xyleem): anorganisch - water en zouten 
  • Bastvaten (floeem): organisch - water en assimilatieproducten (glucose)

Slide 13 - Slide

Watertransport wortelcellen
  • Bij kurkbandjes actief transport mineralen via celmembraan
  • Hoge osmotische waarde in centrale cilinder
  • Osmose naar centrale cilinder
  • Kurkbandjes verhinderen terugstromen water
  • Water in houtvat stijgt --> worteldruk

Slide 14 - Slide

Waterpotentiaal
  • Verplaatsing van water (MPa)
  • Osmotisch potentiaal wordt negatiever met meer opgeloste stoffen
  • Drukpotentiaal wordt positiever met hogere turgordruk
  • Water beweegt van hoog naar laag waterpotentiaal

Slide 15 - Slide

Waterpotentiaal
= druk nodig om water te verplaatsen
Afhankelijk van:
  • Osmotische waarde van een cel: meer opgeloste stoffen --> negatieve osmotisch potentiaal 
  • Drukpotentiaal (turgordruk): meer vocht in een cel --> positieve drukpotentiaal
  • Water beweegt van hoog naar laag waterpotentiaal

Slide 16 - Slide

Stijgende sapstroom
  • Cohesie en adhesie samen grotere kracht dan zwaartekracht
  • Water wordt omhoog getransporteerd

Slide 17 - Slide

Houtvaten
  • Watertransport door verschil waterpotentiaal door verdamping, water aangevuld door capillaire werking (verdampingsstroom)
  • Huidmondjes kunnen sluiten om verdamping tegen te gaan
  • In zomer vooral verdamping, in lente vooral worteldruk

Slide 18 - Slide

Huidmondjes
  • Regelen verdamping
  • Afname turgor sluitcellen door watertekort zorgt voor vormverandering waardoor huidmondje dicht gaat
  • Kan ook onder invloed van licht en CO2

Slide 19 - Slide

Bastvaten
  • Bevat vooral suiker
  • Variabele richting sapstroom, van suikerbron naar plek waar suiker nodig is of opgeslagen wordt

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Om de stengel van de brandnetel windt zich warkruid. Warkruid is een zaadplant met een parasitaire leefwijze. Het heeft geen wortels in de bodem. Het heeft geen bladgroen en dringt met speciale structuren de stengel van de brandnetel binnen. Daar onttrekt warkruid stoffen aan de gastheer. In tekening 2 is een dwarsdoorsnede van de stengel van de brandnetel en van het warkruid getekend. Een weefsel is met P aangegeven. Is met P in tekening 2 bastweefsel, cambium of houtweefsel aangegeven?
A
Bastweefsel
B
Cambium
C
Houtweefsel

Slide 24 - Quiz

De spechten hakken de gaten tot in het hout. In een bepaald seizoen blijken uit het hout van de bladverliezende loofbomen organische voedingsstoffen te stromen die via de houtvaten omhoog worden vervoerd.
In welk seizoen is dit het geval?
A
Voorjaar
B
Zomer
C
Herfst

Slide 25 - Quiz

Basisstof 3
- Je kunt uit de opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide door een plant de intensiteit van de fotosynthese (koolstofassimilatie) afleiden
- Je kunt beschrijven hoe opslag van assimilatieproducten (organische stoffen) in planten plaatsvindt

Slide 26 - Slide

Absorptiespectrum
  • Chlorofyl absorbeert verschillende golflengten licht
  • Chlorofyl reflecteerd golflengte licht met kleur groen
  • Absorptiespectrum laat zien welke golflengten worden geabsorbeerd
  • Geabsorbeerd licht wordt gebruikt voor fotosynthese

Slide 27 - Slide

Beperkende factoren
  • Intensiteit fotosynthese: snelheid waarmee glucose wordt gevormd en zuurstof vrijkomt
  • Bepaald door factor die het minst gunstig  is: beperkende factor

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Overdag: fotosynthese + dissimilatie
's Nachts: dissimilatie

Slide 30 - Slide

Bij bepaalde bomen zijn zogeheten zonnebladeren en schaduwbladeren te onderscheiden. In een experiment wordt bij deze twee typen bladeren van een loofboom het verband bepaald tussen de verlichtingssterkte en de opname van koolstofdioxide uit de lucht of de afgifte van koolstofdioxide aan de lucht. Is een verlichtingssterkte van 10 mW/cm2 een beperkende factor voor de fotosyntheseactiviteit in zonnebladeren? En in schaduwbladeren?
A
Voor beide niet
B
Alleen voor zonnebladeren
C
Alleen voor schaduwbladeren

Slide 31 - Quiz

Basisstof 4
- Je kunt verschillende manieren van voortplanting bij planten beschrijven

Slide 32 - Slide

Voortplantingsorganen plant
Zelfbestuiving en kruisbestuiving

Slide 33 - Slide

Insecten bestuiving
Wind bestuiving

Slide 34 - Slide

Bevruchting
Ontwikkeling vrucht

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Verspreiding zaden

Slide 37 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 38 - Slide

Stekken

Slide 39 - Slide

Weefselkweek

Slide 40 - Slide

Enten

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Bij welke getallen is zelfbestuiving zichtbaar?
A
1, 4 en 7
B
2, 3 en 8
C
2, 3, 5 en 8
D
2, 3, 5, 6 en 8

Slide 43 - Quiz

Deze vetplant groeit kleine plantjes op de zijkant van de bladeren en laat deze vallen, de plantjes groeien dan zelf verder. Dit is...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 44 - Quiz

Basisstof 5
- Je weet dat planten met behulp van signaalstoffen reageren op interne en externe signalen

Slide 45 - Slide

Auxine
  • Licht vermindert aanmaak auxine
  • Auxineconcentratie lager aan belichte zijde
  • Belichte zijde groeit langzamer
  • Stengeltop groeit richting licht
  • Auxine door zwaartekracht in onderkant stengel, waardoor deze naar boven groeit
  • In wortel andersom

Slide 46 - Slide

Fototropie
Geotropie

Slide 47 - Slide

Ethyleen

Slide 48 - Slide

Bescherming
  • Mechanisch: haren, stekels, doorns
  • Chemisch: stoffen die niet lekker of dodelijk zijn
  • Indirect: lokstof die natuurlijke vijand aantrekt

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video

In een experiment wordt een ander plantje uitsluitend van de rechterkant belicht. Na enige tijd ziet dit plantje er uit zoals getekend in de bron.
Drie leerlingen trekken uit dit resultaat een conclusie:
Leerling 1: licht bevordert de celdeling.
Leerling 2: licht bevordert de celstrekking.
Leerling 3: licht remt de celstrekking.

Welke leerling heeft een juiste conclusie getrokken?
A
leerling 1
B
leerling 2
C
leerling 3

Slide 51 - Quiz

  • Bouw planten
  • Meristemen, groeipunten
  • Houtvaten en bastvaten, cambium, jaarringen
  • Transport door houtvaten en bastvaten, capillaire werking, worteldruk, waterpotentiaal
  • Huidmondjes
  • Assimilatie en dissimilatie, beperkende factor
  • Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting, bestuiving, bevruchting, stekken, enten, weefselkweek
  • Auxine, fototropie en geotropie, ethyleen

Slide 52 - Slide