intro reformatie

Tijdvak 5 is de .......................... eeuw
A
17e
B
16e
C
15e
D
14e
1 / 38
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tijdvak 5 is de .......................... eeuw
A
17e
B
16e
C
15e
D
14e

Slide 1 - Quiz

De titel van tijdvak 5 is:
A
Ontdekkers & hervormers
B
Kunstenaars & hervormers
C
Ontdekkers & protesteerders
D
Ontdekkers & kunstenaars

Slide 2 - Quiz

Wat is de renaissance?
A
Het leven na de dood werd veel belangrijker
B
De wedergeboorte van de Grieks-Romeinse cultuur
C
Gedenk te sterven was het motto van deze mensen
D
Geen van de antwoorden.

Slide 3 - Quiz

Wat hoort niet bij tijdvak 5?
A
De Renaissance
B
De Nederlandse Opstand
C
De Reformatie
D
Het ontstaan van een zelfstandige stedelijke Burgerij

Slide 4 - Quiz

Renaissance of Middeleeuwen?
Dit schilderij is of renaissance of middeleeuwen
9.
A
Renaissance
B
Middeleeuwen

Slide 5 - Quiz

Wat hoort bij Renaissance?
A
Middeleeuwse kunst komt in de belangstelling
B
Leven is voorbereiding op de dood.
C
Grieks-Romeinse kunst komt in de belangstelling
D
Genieten van het leven is slecht.

Slide 6 - Quiz

Wat hoort NIET bij Renaissance?
A
Humanisten
B
Genieten van het leven!
C
Je talenten gebruiken!
D
Geen invloed hebben op je eigen leven.

Slide 7 - Quiz


A
Hasan Al-Wazzan
B
Maarten Luther
C
Michelangelo
D
Erasmus

Slide 8 - Quiz

3. Welk onderwerp komt NIET aan bod in tijdvak 5?
A
Gouden Eeuw
B
Europese Expansie
C
Renaissance
D
De Nederlandse Opstand

Slide 9 - Quiz

Wat ontdekte Columbus ook alweer?
A
Indië
B
Amerika
C
Arabië
D
China

Slide 10 - Quiz

Willem van Oranje was een
A
Geestelijke
B
Adelman
C
Generaal
D
Handelaar

Slide 11 - Quiz

Wie was Willem van Oranje?
A
De koning van Nederland
B
De landsheer van Spanje
C
De stadhouder van Nederlandse gewesten
D
De stadhouder van Duitsland

Slide 12 - Quiz

De schilder van de Mona Lisa is...
A
Michelangelo
B
Rafael
C
Rembrandt
D
Leonardo Da Vinci

Slide 13 - Quiz

Wat is humanisme?
A
De geleerden van de Reformatie die de mens centraal stellen
B
De filosofen uit de Oudheid die de mensheid centraal stellen
C
De geleerden van de Renaissance die de mens centraal stellen
D
De makers van het Nieuwe Testament.

Slide 14 - Quiz

Een grote verandering in tijdvak 5 was de reformatie:
A
Dit was een verandering waarbij Europeanen meer interesse kreeg in de klassieke oudheid
B
Dit was een verandering waarin men de kerk wilde hervormen, hierdoor kwamen twee groepen: de protestanten en katholieken
C
Dit was een verandering waarbij Europeanen op veroveringstocht gingen over de wereld.

Slide 15 - Quiz

Wat was GEEN oorzaak voor de ontdekkingsreizen?
A
Zoektocht andere handel (economisch)
B
Meer macht krijgen (politiek)
C
Christendom verspreiden (religieus)
D
Van andere volken leren (wetenschappelijk)

Slide 16 - Quiz

Waarover gaat het Verdrag van Tordesillas?
A
Het veroveren van Zuid-Amerika
B
De verdeling van de wereld tussen Spanje en Nederland
C
Het verjagen van de Inca’s en Azteken
D
De verdeling van de wereld tussen Spanje en Portugal

Slide 17 - Quiz

Tot welke religie behoren het Katholicisme en het Protestantisme?
A
De Islam
B
Het Hindoeïsme
C
Het Boeddhisme
D
Het Christendom

Slide 18 - Quiz

Voor of na Columbus?
A
Voor
B
Na
C
Dat kun je niet zien
D
kan allebei zijn

Slide 19 - Quiz

Waarom werd America vernoemd naar Amerigo Vespucci?
A
Hij stichtte de eerste steden
B
Hij was eerder heen en terug dan Columbus
C
Het klonk beter.
D
Hij wist wél dat hij een nieuw continent had ontdekt.

Slide 20 - Quiz

Wat is geen motief voor de ontdekkingsreizen?
A
Handel in producten
B
Katholicisme verspreiden
C
Macht uitbreiden
D
Slavenhandel

Slide 21 - Quiz

Wat is GEEN gevolg van de ontdekkingsreizen?
A
De dood van heel veel indianen
B
Handel in kruiden en specerijen over zee
C
De uitwisseling van gewassen
D
De vermindering van de macht van Europa

Slide 22 - Quiz

Wat was het enige christelijke geloof in West-Europa voor de tijd van de ontdekkers en de hervormers?
A
Het katholicisme
B
Het protestantisme

Slide 23 - Quiz

Is dit een katholieke kerk of een protestantse?
A
Katholiek
B
Protestant

Slide 24 - Quiz

Is dit een katholieke kerk of een protestantse?
A
Katholiek
B
Protestant

Slide 25 - Quiz

Een dominee kom je tegen in een...
A
Katholieke Kerk
B
Protestantse kerk

Slide 26 - Quiz

Kan een Dominee een vrouw zijn?
A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Wie is de leider van de katholieken kerk?
A
Jezus Christus
B
God
C
keizer/koning
D
de Paus

Slide 28 - Quiz

Wat was een bezwaar tegen de Katholieke Kerk?
A
Er werd te weinig gebeden
B
De Kerk stond te ver van de mensen en van God af
C
De aflaten waren te duur
D
Er waren teveel kloosters

Slide 29 - Quiz

Wie was de baas van de katholieke kerk?
A
De Koning
B
Bisschop
C
Priester
D
De Paus

Slide 30 - Quiz

Wat is een aflaat?
A
Een stuk papier dat je als protestant kon kopen.
B
Kritiek op de katholieke kerk van Luther.
C
Kritiek op de Protestantse kerk van de Paus.
D
Bewijs dat (een deel van) iemands zonden zijn kwijtgescholden.

Slide 31 - Quiz

In een Katholieke kerk
A
Zie je veel beelden
B
Zijn geen afbeeldingen van mensen
C
Gebruiken ze alleen letters
D
Zie je alleen bloemen en letters

Slide 32 - Quiz

Wat was geen kritiek op de katholieke kerk?
A
Aflaathandel
B
Te rijke kerk
C
Bijbel is er alleen in het Latijn
D
Bijbel is er alleen in de eigen taal

Slide 33 - Quiz

Katholieken vinden dat protestanten niet het ware geloof hebben. Protestanten zijn volgens katholieken....
A
geuzen
B
ongelovigen
C
ketters
D
boeven

Slide 34 - Quiz

wie was Luther?
A
iemand die de boekdrukkunst heeft uitgevonden
B
Iemand met een heel groot rijk
C
Iemand die zich verzette tegen de kerk en een nieuwe stroming ontwikkelde in het Christendom
D
Iemand die een boerenjongen was.

Slide 35 - Quiz

katholiek
protestant
katholiek
protestant

Slide 36 - Drag question

Wat past bij Maarten Luther en wat bij de paus?
Luther
Paus
95 stellingen
Aflaten verkopen
Bijbelvertaling
Vereren van heiligen

Slide 37 - Drag question

antw op vraag

Slide 38 - Open question