H7 §4 VEERKRACHT

LESDOELEN EN PROGRAMMA
  • Volgende week tijdens de les PO maken telt 2X 
  • so formatief 20 min. + huiswerk 42 t/m 49
  • PO gaat over Veerkracht :"Veerconstante bepalen van een veer"
  • Wat is een veerkracht?
  • Hoe bereken je veerkracht?
  • Wat betekent uitrekking van een veer? Hoe bepaal je dat?
  • Wat betekent "veerconstante"?
  • Hoe bereken je veerconstanten?
  • Hoe bepaal je veerconstante uit het (Fveer, u)-diagram
1 / 28
next
Slide 1: Slide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

LESDOELEN EN PROGRAMMA
  • Volgende week tijdens de les PO maken telt 2X 
  • so formatief 20 min. + huiswerk 42 t/m 49
  • PO gaat over Veerkracht :"Veerconstante bepalen van een veer"
  • Wat is een veerkracht?
  • Hoe bereken je veerkracht?
  • Wat betekent uitrekking van een veer? Hoe bepaal je dat?
  • Wat betekent "veerconstante"?
  • Hoe bereken je veerconstanten?
  • Hoe bepaal je veerconstante uit het (Fveer, u)-diagram

Slide 1 - Slide

Veerkracht  Fv
De veerkracht is de kracht die door
een veer uitgeoefend wordt op 
een voorwerp.
Hoe meer je een veer induwt of uitrekt 
hoe groter de veerkracht.
u: de uitrekking van de veer in cm of in m.
u = lengte veer – beginlengte veer
bv.    u=14-12= 2 cm
Fv=Fz= mg= 0,05 kg x9,81= 0,49 N


Slide 2 - Slide

Rekt een veer meer of minder dan
een andere veer?
Hoe stugger een veer is, hoe meer kracht er nodig is om de veer uit te kunnen rekken.
Deze eigenschap geef je aan met letter C , veerconstante.
De eenheid van C is Newton per meter of Newton per meter.
C= 2 N/cm=200 N/m
De veerconstante geeft aan hoeveel kracht nodig is om de veer 1 cm of 1m uit te rekken.

Slide 3 - Slide

Hoe bereken je veerconstante 
Fv = C × u

   Fv = veerkracht (in N)
   C = veerconstante (in N/cm of N/m)
   U = uitrekking (in cm of m)


C=uFv

Slide 4 - Slide

voorbeeld 
Als de uitrekking 8 cm is en de veerkracht 4 N, wat is dan de veerconstante?
C=Fv/ u=4N/8cm=0,5 N/cm
 

Slide 5 - Slide

Bereken de veerconstante:
 tijd=2 min. 
Bekijk de tekening goed. Beantwoord de vragen en noteer je antwoorden in je schrift

Noteer de formule om de veerconstante uit te rekenen.
neem aan g=10N/kg
Bereken de veerconstante, zie volgende dia.
Bereken de massa van de steen

Slide 6 - Slide

antwoord 
Fv=Fz=mg = 0,05 kg x 10=0,5 N
C= Fv/u=0,5 N/5 cm=0,1 N/cm
m= 4 massa van het gewichtje=200 g want
de uitrekking van het steentje is 4 keer groter.

Slide 7 - Slide

veerconstante diagram tekenen
Teken het diagram met de gegevens

Slide 8 - Slide

huiswerk
lees voorbeelden uit het boek blz. 237 en 238
maak 42 t/m 48

Slide 9 - Slide

De veerconstante kort je af met de letter....
A
Fv
B
C
C
U
D
V

Slide 10 - Quiz

Welke veer is de meest stugge veer?
A
100 N/m
B
1,5 N/cm
C
0,1 N/cm
D
50 N/m

Slide 11 - Quiz

Wat is de eenheid van de veerconstante?
A
N
B
Nm
C
N/m
D
N cm

Slide 12 - Quiz

Veerconstante
  • Hoe groter de veerconstante des te stugger de veer.
  • Welke veer is het stugst, zie de volgende dia.
  • bepaal de veerconstante 

Slide 13 - Slide

Welke veer is het stugst?

A
Veer D
B
Veer C

Slide 14 - Quiz

programma
Wat is de stof van het proefwerk: H7 krachten §1 t/m §5
H7 §6 : een so maken
volgende week PO
wat heb je geisteren geleerd?
eerst demonstratie 

Slide 15 - Slide

Veerkracht....
  • als je een veerkrachtig voorwerp induwt of uitrekt voel je de veerkracht
  • hoe meer induwen of uitrekken, hoe groter de veerkracht is
  • de richting van de veerkracht is altijd zo gericht dat de veer terug wil naar zijn normale lengte 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

veerconstante tabel maken
tabel veerkracht

Slide 18 - Slide

veerconstante tabel invullen
massa (kg)
Fz(N)
Fv(N)
u(cm)
C(N/cm)
0
0
0
0
-------
0,05
0,49
0,49
2,0
0,25
0,10
0,98
0,98
4,1
0,24
0,150
0,200

Slide 19 - Slide

 (Fv, u)-diagram

Slide 20 - Slide

Wat is het doel van de veerproef?

Slide 21 - Open question

Wat zijn de benodigdheden?

Slide 22 - Open question

welke grootheden moet je meten?

Slide 23 - Open question

Welke grootheden moet je berekenen?

Slide 24 - Open question

Welke formules moet je gebruiken?

Slide 25 - Open question

Veerproef?
Doel: het bepalen van de veerconstante van een veer ( en een grafiek maken van Fv tegen u)
Benodigdheden: Statief, liniaal, veer, 5 gewichtjes van 50 gram, eigen geodriehoek
 Meten: Grootheden die moet je meten: massa van gewichtjes ( al bekend m= 50 g) en u de uitrekking
Bereken: Fz de zwaarte kracht en Fv de veerkracht in N en de veerconstante in N/cm
Formules: Fveer=Fz = m(kg) x 9,81  en  C=Fveer/ u



Slide 26 - Slide

antwoord 
Fv=Fz=mg = 0,05 kg x 10=0,5 N
C= Fv/u=0,5 N/5 cm=0,1 N/cm
m= 4 massa van het gewichtje=200 g want
de uitrekking van het steentje is 4 keer groter.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide