1.2 Botsen en druk

voorbeeld
Een kist van 200 N staat op de grond. De onderkant van de kist heeft een oppervlakte van 0,5 m².

Bereken de druk die de kist op de grond uitoefent.
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

voorbeeld
Een kist van 200 N staat op de grond. De onderkant van de kist heeft een oppervlakte van 0,5 m².

Bereken de druk die de kist op de grond uitoefent.

Slide 1 - Slide

1.2 Botsen en druk

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Teken een driehoek op je wisbordje:
  1. Boven= Gas
  2. linksonder= vast
  3. rechtsonder= vloeibaar

Benoem al de faseovergangen

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • 20 minuten opdrachten 1.1 Afmaken
  • omrekenen van K naar graden celsius
  • Uitleg 1.2

Slide 4 - Slide

Wat is druk?
Druk is de kracht die op een bepaalde oppervlakte wordt uitgeoefend.

Slide 5 - Slide

Wat is druk?
Druk is de kracht die op een bepaalde oppervlakte wordt uitgeoefend.

Slide 6 - Slide

Gassen en druk

Slide 7 - Slide

Gassen en druk

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Startopdracht(wisbordje)
  • Hoeveel graden celsius verdampt water?
  • Hoeveel graden celsius is 273 kelvin?

  • Hoeveel graden kelvin verdampt water?
  • Wat wordt er bedoeld met het absolute nulpunt?

Slide 10 - Slide

Startopdracht
  • Hoeveel graden celsius verdampt water? 100
  • Hoeveel graden celsius is 273 kelvin? 0

  • Hoeveel graden kelvin verdampt water? 373
  • Wat wordt er bedoeld met het absolute nulpunt?
Dat is de temperatuur waarbij moleculen niet meer bewegen

Slide 11 - Slide

Kelvin
  • 0 graden celsius is 273 graden kelvin

Slide 12 - Slide

Kelvin
  • 0 graden celsius is 273 graden kelvin

  • Ik meet 40 graden celsius. Hoeveel graden kelvin is dit?

Slide 13 - Slide

Kelvin
  • 0 graden celsius is 273 graden kelvin

  • Ik meet 40 graden celsius. Hoeveel graden kelvin is dit?

273+40= 313 graden kelvin

Slide 14 - Slide

Kelvin

Slide 15 - Slide

Hoe bereken je druk?
druk is de kracht die op elke m2 werkt.

Om druk uit te rekenen hebben we een formule voor:

Slide 16 - Slide

Hoe bereken je druk?
druk is de kracht die op elke m2 werkt.

Slide 17 - Slide

in symbolen

Slide 18 - Slide

druk op aarde
Hoe hoger,de de lager de luchtdruk

Slide 19 - Slide

De eenheid van druk is
A
kracht per meter (N/m).
B
newton per meter (N/m).
C
kracht per vierkante meter (N/m²).
D
newton per vierkante meter (N/m²).

Slide 20 - Quiz

Wat is de formule voor druk in woorden?
A
Druk = kracht/ oppervlakte
B
Druk = oppervlakte / kracht
C
Druk = kracht x oppervlakte
D
Druk = oppervlakte x kracht

Slide 21 - Quiz

Een mes heeft een oppervlakte van 0,05 m2. Er wordt een kracht van 150 N op uitgeoefend. Bereken de druk.(schrijf alles aan elkaar)

Slide 22 - Open question

Druk meten
druk binnen een fles meet je met een Manometer
Deze manometer meet de overdruk binnen de fles.

De echte druk op de fles noem je de absolute druk
Die bereken je met: 
Absolute druk= luchtdruk + overdruk

Slide 23 - Slide

Thomas meet de overdruk van een band. Zijn manometer geeft 2,6 bar aan. De luchtdruk is 1 bar. Wat bar is de absolute druk van de band?
A
1,6 bar
B
5,6 bar
C
1 bar
D
3,6 bar

Slide 24 - Quiz

In een band meet je een overdruk van 0,9bar. Gegeven dat de luchtdruk 1,0 bar is. Wat is de absolute druk?
A
0,9bar
B
0,1bar
C
1,9bar
D
0bar

Slide 25 - Quiz

druk meten
De druk van de lucht meet je met een Barometer.

Slide 26 - Slide

Wat is de eenheid van druk?
A
Newton
B
Kilogram per vierkante meter
C
Newton per vierkante meter
D
Pascal

Slide 27 - Quiz

Eenheid van druk
De eenheid van druk kan je uitrekenen in 
N/m2 ( Newton per vierkante meter)

1 N/m2 noemen ze ook 1 Pa (Pascal)

Slide 28 - Slide

Bereken de druk op het oppervlak als er 65 N op 0,25 m2 werkt.

Slide 29 - Open question

Hoeveel keer wordt de druk groter in het rechter plaatje? ...x

Slide 30 - Open question

=
__________
p
F
A
Opper-vlakte in m^2
Druk in N/m^2 of Pa
Kracht in N

Slide 31 - Drag question

Grootheid
Eenheid
meter
seconde
Kelvin
Newton
kilogram
temperatuur
tijd
kracht
massa

Slide 32 - Drag question

Temperatuur
Massa
Kracht
Tijd
Druk
Volume
Jaar
Kelvin
Seconde
Kilogram
Newton
Pascal
Graden Celsius
Milliliter
Kubieke meter

Slide 33 - Drag question

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
273 graden celsius
C
273 Kelvin
D
-273 graden Celsius

Slide 34 - Quiz

Bij hoeveel graden Kelvin bewegen stoffen niet meer?
A
100 Kelvin
B
1000 Kelvin
C
273 Kelvin
D
0 Kelvin

Slide 35 - Quiz

oefenen met omrekenen van Kelvin naar graden Celsius:
47 K =
A
32 graden Celsius
B
320 graden Celsius
C
- 126 graden Celcius
D
-226 graden Celsius

Slide 36 - Quiz

Het stolpunt van kwik is –39 graden Celsius.
Wat is het stolpunt van kwik in Kelvin?
(3p)
A
–234 K
B
–312 K
C
234 K
D
312 K

Slide 37 - Quiz

Hoe groot is het kookpunt van water in Kelvin?
A
173 Kelvin
B
373 Kelvin
C
273 Kelvin
D
-273 Kelvin

Slide 38 - Quiz

T = 25°C
Reken om naar Kelvin
A
T = 298K
B
T=248K
C
T=273K
D
T=-248K

Slide 39 - Quiz

273 Kelvin
0 graden Kelvin
310 graden Kelvin
0 graden celsius
- 273 graden celsius
37 graden celsius

Slide 40 - Drag question

Startopdracht
  •  Een olifant  5000 kg staat op 4 poten. zijn poot heeft een oppervlak van 0,1 m² op de grond.
Bereken de druk die de olifant uitoefent op de grond.

Slide 41 - Slide

Opdrachten
Maak opdrachten 1.2:
1,2,3,4,5,6,7
11,12,14,15,16,17
18,19
24,25,26,27,

Slide 42 - Slide