6.2 - voedsel voor veel mensen

6.2 - voedsel voor veel mensen
Wat gaan we deze les doen?
  • Controlevragen paragraaf 6.1
  • Hoe produceren boeren veel voedsel?
  • Welke invloed heeft mest op de omgeving?
  • Welke invloed heeft gewasbescherming op de omgeving?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.2 - voedsel voor veel mensen
Wat gaan we deze les doen?
  • Controlevragen paragraaf 6.1
  • Hoe produceren boeren veel voedsel?
  • Welke invloed heeft mest op de omgeving?
  • Welke invloed heeft gewasbescherming op de omgeving?

Slide 1 - Slide

Wat is milieu?
A
de natuur
B
water en land
C
het water
D
De omgeving waarin je leeft.

Slide 2 - Quiz

Niet méér stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen is een vorm van duurzaam gebruik van het milieu.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Niet duurzaam                                            Duurzaam
 (milieu vervuilend)                            (milieu vriendelijk) 
Iedereen drinkt water. Welk type flesje is duurzaam?

Slide 4 - Drag question

Is de kringloop van de veeteelt, zoals in het plaatje hiernaast, een gesloten kringloop of niet?
A
Gesloten
B
Niet gesloten

Slide 5 - Quiz

Invloed van mest op de omgeving
Akkerbouwers gebruiken veel mest met extra mineralen om de groei van planten te versnellen. 

gevolgen voor de omgeving
  • Mestoverschot ->Overbemesting
  • Vermesting
  • Verzuring (zure regen)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Gewasbeschermings-middelen
Gewasbeschermingsmiddelen zijn gifstoffen. Ze kunnen veel schade aanbrengen aan natuur. Bijvoorbeeld door gifophoping.

Regels:
  • Selectief: ze doden alleen plaagdieren
  • Biologisch afbreekbaar

Slide 8 - Slide

Welk gas zit er in mest?
A
Zuurstof
B
Ammoniak
C
Nitraat
D
Salpeterzuur

Slide 9 - Quiz

Stelling: het bos heeft geen mest nodig door de voedselkringloop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Deze stof zit veel in koeien mest
A
CO2 = Koolstofdioxide
B
N2 = Stikstof
C
H2O = water
D
C6H12O6 = Glucose

Slide 11 - Quiz

Waarom moet een boer op het land mesten?
A
Omdat het duur is zijn koeienmest te laten ophalen
B
Omdat mest door mestkevers wordt gegeten en die maken nieuwe planten
C
Omdat dit een lekker smaak geeft aan zijn producten
D
Er ontstaan geen mineralen omdat plantenmateriaal wordt verwijderd bij de oogst

Slide 12 - Quiz