3.5 Nederland: De zee klopt op de voordeur

• Aardrijkskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Aardrijkskunde   2H/V   H3

3.5 Nederland: De zee klopt op de voordeur

Je kan uitleggen waarom het risico op overstromingen door rivieren toeneemt.

Je kan uitleggen waarom het risico op overstromingen door zee toeneemt.

Je kan verschillende soorten polders opnoemen.

Je kunt op de kaart verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen.

Uitleg via LessonUp.

Tijdens de uitleg stel ik vragen om te kijken of je het begrijpt.

Tijdens de uitleg stel ik vragen om te kijken of je het begrijpt.

Maken opdracht 1, 2, 4, 6, 7

Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Afmaken van de opdrachten (indien nodig)

Voorkennis

Je kan uitleggen waarom het risico op overstromingen door rivieren toeneemt.

2D

Leerdoelen van deze les

Je kan uitleggen waarom het risico op overstromingen door zee toeneemt.

Je kan verschillende soorten polders opnoemen.

Je kunt op de kaart verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen.

Leerdoel 1

Je kan uitleggen waarom het risico op overstromingen door zee toeneemt.

Meer stormen

Stijging zeespiegel

Mogelijke oplossingen:

- Verzwaren van dijken. Bijvoorbeeld door opspuiten van zand (zandsuppletie)

- Natuur zijn werk laten doen (dynamisch kustbeheer) dus accepteren

- Bij eb en vloed (in het getijdenlandschap) spoelt bij vloed ook sediment aan

Leerdoel 2

Je kan verschillende soorten polders opnoemen.

Zeepolder

- Heeft ons landschap gemaakt

- Maakt scheepvaart mogelijk

- Aanvoer van drinkwater

Veenpolder

- Heeft ons landschap gemaakt

- Maakt scheepvaart mogelijk

- Aanvoer van drinkwater

Droogmakerij

- Heeft ons landschap gemaakt

- Maakt scheepvaart mogelijk

- Aanvoer van drinkwater

IJsselmeerpolder

- Heeft ons landschap gemaakt

- Maakt scheepvaart mogelijk

- Aanvoer van drinkwater

Leerdoel 3

Je kunt op de kaart verschillende polders en kustgedeelten aanwijzen.

Vragen? :-)

Aan de slag:

LB blz 84-85

Maak nu opdracht:  1, 2, 4, 6, 7

Niet af? -> huiswerk

Klaar?

ontspanning door lezen, spelletje, tekenen

Lesafsluiting

Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Is er huiswerk?