What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Verkleinwoorden
Lezen uit je leesboek
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
11 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lezen uit je leesboek
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Verkleinwoorden
§4: spelling
Verkleinwoorden
Lesdoel: Ik kan verkleinwoorden goed spellen.
Slide 2 - Slide
Een
verkleinwoord
is een zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding) dat verkleind wordt!
Slide 3 - Slide
Hoe schrijf je verkleinwoorden
De meeste verkleinwoorden zijn eenvoudig te maken door -je erachter te plakken. vb: huis -> huis
je
Soms moet je nog iets anders veranderen. Bijvoorbeeld:
film - film
pje
tafel - tafel
tje
slang - slang
etje
Slide 4 - Slide
Uitzondering 1: ng -> nkje
Bij woorden die eindigen op -ng, schrijf je het verkleinwoord met -nkje.
Voorbeelden:
poging - pogin
kje
woning - wonin
kje
ketting - kettin
kje
Slide 5 - Slide
Uitzondering 2: lange klinker
Bij verkleinwoorden die eindigen op een
lange klinker
(a, é, o, u), verdubbel je die klinker aan het eind van het woord.
Voorbeelden:
oma - om
aa
tje
café - caf
ee
tje
auto - aut
oo
tje
paraplu - parapl
uu
tje
Slide 6 - Slide
Uitzondering 3: i -> ietje
Bij verkleinwoorden die eindigen op een
i
, schrijf je -ietje.
Voorbeelden:
taxi - tax
ie
tje
ski - sk
ie
tje
tosti - tost
ie
tje
Slide 7 - Slide
Uitzondering 4: -y
Bij verkleinwoorden die eindigen op een -y, schrijf je een apostrof (een hoge komma).
Voorbeelden:
baby - baby
'tje
lolly - lolly
'tje
hobby - hobby
'tje
Slide 8 - Slide
Uitzondering 5: cijfer- en letterwoorden
Bij cijfer- en letterwoorden, schrijf je ook een apostrof (hoge komma).
Voorbeelden:
mp3 - mp3
'tje
s - s
'je
usb - usb
'tje
A4 - A4
'tje
Slide 9 - Slide
Aan de slag
§4 spelling: v
erkleinwoorden
Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 251)
Klaar?
- Nakijken
- De brug meestromen §4 spelling: verkleinwoorden
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Afmaken §4 spelling: v
erkleinwoorden
Maak opdracht 1 t/m 3 (blz. 251)
Klaar? §6 mixopdrachten (online)
Slide 11 - Slide
More lessons like this
Creatief schrijven & spelling les 6: verkleinwoorden
February 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling toetsoverzicht
February 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 5: samengestelde woorden
February 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Proefles Meervoud op -en/-s/'s, 1F
April 2018
- Lesson with
16 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Groep 7-8 | spelling | woorden met trema
15 days ago
- Lesson with
40 slides
by
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Spelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Spelling meervoud op -s en 's
June 2019
- Lesson with
19 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Creatief schrijven & spelling les 7: bezitsvormen
February 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling lange en korte klanken en tweeklanken
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1