Hoofdstuk 6 par 1

Elektriciteit

H6 Schakelingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Elektriciteit

H6 Schakelingen

Slide 1 - Slide

Wat is de eenheid van spanning?
A
Ampère
B
Volt
C
Ohm
D
Watt

Slide 2 - Quiz

Maakt het uit waar je de stroomsterkte meet?
A
Ja, voor het lampje is die het hoogst
B
Ja, na het lampje is die het hoogst
C
ja, maar je weet niet waar die het hoogste is
D
nee, de stroomsterkte is overal even groot

Slide 3 - Quiz

Voorbeelden van spanningsbronnen zijn ....
A
batterij, dynamo, spoel
B
dynamo, elektromagneet, zonnecel
C
batterij, dynamo, zonnecel
D
batterij, zonnecel, elektromagneet

Slide 4 - Quiz

Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte

Slide 5 - Quiz

Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 6 - Quiz

Schakelingen
Als je bezig bent met verschillende schakelingen, is het goed om te weten hoe je die schakelingen kunt tekenen.
Zo’n tekening van een schakeling noemen we een schakelschema.
Elk onderdeel heeft een eigen symbool, een apart symbool voor een lampje of schakelaar.

Slide 7 - Slide

Symbolen
  • Het symbool van een lamp, batterij, Volt-meter, weerstand

Slide 8 - Slide

Lamp

Slide 9 - Slide

Batterij

Slide 10 - Slide

Voltmeter

Slide 11 - Slide

Weerstand

Slide 12 - Slide

Gestroomlijnd:
de vorm van het lichaam verlaagt weerstand

Slide 13 - Slide

Wat is weerstand

De weerstand is de moeite waarmee elektronen door een apparaat gaan.

Ieder apparaat (en ook stroomdraad) heeft een weerstand.

De weerstand geven we de letter R en het symbool ohm        


Geleidende materialen hebben een kleine (soortelijke) weerstand.

Isolatoren hebben een grote (soortelijke) weerstand.

Ω

Slide 14 - Slide

Weerstand berekenen

Maar hoe werkt dat nou als je  U niet weet, of R niet weet, of I niet weet?

Dan ga je op deze manier aan het rekenen. 

Slide 15 - Slide

Wet van Ohm

Slide 16 - Slide

Weerstand berekenen

Slide 17 - Slide

Weerstand van een draad:

  1. Welke materiaal: soortelijke weerstand 
  2. Wat is de lengte waar de elektronen doorheen moeten? l (m)
  3. Hoe groot is de dwarsdoorsnede die de elektronen tegenkomen? A (        )

m2
ρ(mΩm2)
R=Aρl

Slide 18 - Slide

De weerstand berekenen.

Slide 19 - Slide

De formule voor weerstand is:
A
R = U / I
B
Weerstand = R + R
C
R = U x I
D
Weerstand is geen formule voor

Slide 20 - Quiz

Bereken de weerstand als de stroomsterkte 5 A en de spanning 15 V is.
A
3 Ohm
B
0,33 Ohm
C
65 Ohm
D
30 Ohm

Slide 21 - Quiz

Bereken de weerstand van een TV. De stroomsterkte is 4,6 A
A
5 ohm
B
50 ohm
C
1058 ohm
D
10,58 ohm

Slide 22 - Quiz

Symbool voor de grootheid weerstand
A
Ω
B
R
C
Q
D
I

Slide 23 - Quiz