Les 2 - §4.2 snelheid berekenen (2 VWO)

Snelheid
Lesplanning:
  1. Herhaling snelheid + uitleg eenparige beweging
  2. Afronden opgaven §4.1
  3. Uitleg snelheid berekenen met de formule
  4. Groepsopdrachtje
  5. Starten met de opgaven van §4.2
  6. Beoordeling Proevencarousel


1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Snelheid
Lesplanning:
  1. Herhaling snelheid + uitleg eenparige beweging
  2. Afronden opgaven §4.1
  3. Uitleg snelheid berekenen met de formule
  4. Groepsopdrachtje
  5. Starten met de opgaven van §4.2
  6. Beoordeling Proevencarousel


Slide 1 - Slide

2A1 week 2
Een vrachtwagen rijd met een snelheid van
81 km/h. Bereken de afstand die de vrachtwagen aflegt in 3 uur en 30 minuten.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Snelheid 
verhoudingstabel

v = 81 km/h
t = 3,5 h


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Eenparige beweging
In een afstand,tijd-diagram
s = afstand        t = tijd

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Afronden opgaven §4.1
Maken en nakijken in je schrift:
§4.1 opgave 1, 7, 8, 11 en (13)
timer
10:00

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opgave 11c
Een olietanker vaart eenparig met 25,5 km/h.
Een loodsboot haalt in de buurt van de haven de olietanker in.
Toon met de grafiek aan dat de loodsboot sneller gaat dan de olietanker.
  • 160 m = 0,160 km
  • 1h = 3600 s 
  • 0,008 km is 1 seconde
  • 28,8 km in 3600 s
  • 28,8 km/h
0,160 
t (s)
20
s(km)
3600

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opgave 11c
Een olietanker vaart eenparig met 25,5 km/h.
Een loodsboot haalt in de buurt van de haven de olietanker in.
Toon met de grafiek aan dat de loodsboot sneller gaat dan de olietanker.
  • 25,5 km/h
  • 25,5 km = 25500 m
  • 1h = 3600 s 
  • 25500 m in 3600 s
25500 
t (s)
3600
s(m)
20

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

§4.2 snelheid berekenen
Aan het einde van deze paragraaf kan je de snelheid, afstand of tijd berekenen met


v=ts

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Afstand, snelheid en tijd
Grooheid
symbool grooheid
Eenheid
symbool eenheid
afstand
s
meter
m
snelheid
v
meter per seconde
m/s
tijd
t
seconde
s

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

v(m/s)=t(s)s(m)
v(km/h)=t(h)s(km)
de 
formule
v  de snelheid
s  de afstand
t   de tijd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Een Giraffe rent met een snelheid van
48 km/h door de savanne. Bereken de afstand die de giraffe in 15 minuten tijd aflegt.  
  • v = 48 km/h
  • t = 15 min = 0,25 h 
  • s = ?
      
  • v = s / t  
  •  48 = s / 0,25
     
  • s = 48 * 0,25
  • s = 12 km/h
Stap 1 
gegevens noteren

Stap 2 
gevraagd

Stap 4 oplossing


Stap 5 antwoord

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

uur - minuten - seconden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Eliud Kipchoge liep in 2018 het wereldrecord op de marathon (42,2 km). Hij liep de marathon in 2:01:39.

Bereken zijn gemiddelde snelheid in m/s.
Stap 1 
gegevens noteren
en omrekenen 



Stap 2 
Formule noteren
 
Stap 3
formule invullen

Stap 4 berekening
 
Stap 5 antwoord

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Kraak de code
als eerste

  • 4-tallen 
  • Noteer de code op de opdracht.
  • Als je de code hebt gekraakt vouw je het papiertje dubbel en geef je deze aan de docent.
timer
10:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1
Maud vliegt 540 km in 125 minuten. Bereken haar gemiddelde snelheid
  in m/s.
  • Gegeven:
      s = 540 km = 540 000 m
      t = 125 min = 7500 s
  • Gevraagd:
      v = ... m/s
  • Oplossing:
    v = s / t = 540 000 / 7500 = 72
  • Antwoord:
    v = 72 m/s 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2 
Max verstappen reed met een gemiddelde snelheid van 270 km/h . Bereken de afstand die hij reed in 17 minuten en 20 seconden?
  • Gegeven:
    v = 270 km/h   
    t = 17 minuten en 20 seconden
  • Gevraagd:
     s = ... km
  • Oplossing:
    t = 17,333 min = 0,28883 h
    s = v * t = 270 * 0,28883 = 77,98 
  • Antwoord:
    s = 78 km

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vraag 3
Stan rijdt 36 km/h. Hoeveel m/s is dat?
  • Gegeven:
    v = 36 km/h
  • Gevraagd:
    v = ... m/s
  • Oplossing: 
    36 km = 3600 m
    36 km/h = 3600 m/h
    3600 m/h = 600 m/min
    600 m/min = 10 m/s 
  • Antwoord:
    v = 10 m/s

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vraag 4
De snelheid op de A2 is van 120 km/h verlaagd naar 100 km/h. Bereken hoeveel langer je doet over een afstand van 60 km.
  • v = 120 km/h 
     s = 60 km
  • t = 30 minuten

  • v = 100 km/h
    s = 60 km
  • t = s / v = 60 /100 = 0,6 h
  • t = 0,6 * 60 = 36 minuten
     
  •  Je doet er 6 minuten langer over.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maken en nakijken in je schrift:
§4.1 opgave 1, 7, 8, 11 en (13)
+
§4.2 opgave (14), 15,  17 t/m 22

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Maken en nakijken in je schrift:
§4.2 opgave (14), 15,  17 t/m 22 en (27)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Een F-16 straaljager vliegt ongeveer 650 m/s.
Hoeveel km/h is dat?
A
181 km/h
B
2340 km/h
C
1235 km/h
D
1000 km/h

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Je fiets 28 minuten met een gemiddelde snelheid van 14 km/h. Welke afstand heb je afgelegd?
A
5,0 km
B
6,5 km
C
7,0 km
D
30 km

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De topsnelheid van een formule 1 auto is 378 km/h.
Hoeveel m/s is dat?
A
100 m/s
B
1360 m/s
C
105 m/s
D
1853 m/s

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een F-16 straaljager vliegt ongeveer 650 m/s.
Hoeveel km/h is dat?
A
181 km/h
B
2340 km/h
C
1235 km/h
D
1000 km/h

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

v = 18 km/h =                        m/s

s = 800 m =                           km

t =                        h =                        s
64,8
5,0
8,0
0,8
0,044
0,44
160
0,0123
14,4
864

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag
Alle opgaven van §4.2 (digitaal)
Noteer je berekeningen in je schrift. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Kahoot

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Cijfer berekenen
cijfer = punten / 5,8

Proef 1 maximaal 14 punten
Proef 2 maximaal 16 punten
Proef 3 maximaal 15 punten
Proef 4 maximaal 13 punten
                         totaal 58 punten
Een proef gemist:
Wanneer je proef 1 hebt gemist bereken je je cijfer alsvolgt:
cijfer = punten / (5,8-1,4)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions