VOORSTELLING | LES 1 Brainstorm en scène maken

VOORSTELLING | Fase 1 - les 3
Rode lijn maken (scènes verdelen)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

VOORSTELLING | Fase 1 - les 3
Rode lijn maken (scènes verdelen)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Heb respect voor elkaar en blijf van elkaar af.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Ga voorzichtig om met onze materialen.
5. Telefoon in je kluisje.

Heeft docent hand omhoog? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Slide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Idee voorstelling:
Het gala moord mystery
Op het schoolgala wordt Luna dood gevonden. 4 leerlingen worden verdacht van moord en zij proberen allemaal hun onschuld te bewijzen.

Tussendoor wordt er 2x van zender veranderd -> We zien een reclame en de finale van HGT.

Willen wij het publiek laten kiezen wie de moordenaar is?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat doen we vandaag?
  • Personages verdelen (4 verdachten, 1 slachtoffer, detective?, feesters)
  • Scènes verdelen: Wie maakt wat? 
  • Improviseren: Ga spelen en noteer wat goed werkt.

Volgende week schrijven jullie het script! Dus vandaag moet het idee af.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zender zappen (scène 0, 4.5, 7.5 en 9.5)
De voorstelling begint met mensen die TV gaan kijken. Zij zetten als eerst de murder mystery op.

Tussendoor komt er reclame.
Dan zapt iemand naar HGT.
En de voorstelling eindigt met de TV die uitgezet wordt.

WAT HEB JE VANDAAG AF?:
Spreek af WIE jullie zijn en WAT iedereen wil.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het gala
(scène 1 en 2)
We zien verschillende leerlingen feest vieren.
Dan flikkert het licht en wordt de moord ontdekt.

We zien interactie tussen de verdachte. Zij doen dingen die hen verdacht maken.
Dan worden er verdenkingen gedaan en zien wij de eerste flashback


WAT HEB JE VANDAAG AF?:
Spreek af wat de interacties gaan zijn. Welke handelingen zien we? Wat doen de personages waardoor zij verdacht lijken?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Alibi
Een alibi is een goed argument vóór jouw onschuld.
Denk goed na over de verdachte waar jij een alibi voor maakt:
- WAAR waren de verdachte en John? WAT deden zij?
Past dit bij de persoonlijkheid van de verdachte?
- Wat zou een probleem kunnen zijn op deze locatie of binnen de situatie? Wat voor conflict hebben de verdachte en John?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dit moet duidelijk zijn voor de acteurs en het publiek om het verhaal goed te kunnen begrijpen:


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De Spelgegevens (5W's)
Dit moet duidelijk zijn voor de acteurs en het publiek om het verhaal goed te kunnen begrijpen:
  • WIE?
  • WAT?
  • WAAR?
  • WANNEER?
  • WAAROM?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1:
  • Verdeel de rollen en lees de tekst hardop.
  • Schrijf de titel van de tekst op je papier.
  • Welke spelgegevens kan je uit de tekst halen?
    Schrijf de antwoorden op.
Belangrijk om een verhaal te begrijpen, voor zowel de acteurs als het publiek:
5 W'S/spelgegevens:

WIE? Personages
WAT? Situatie
WAAR? Locatie
WANNEER? Dag en tijd
WAAROM? Doel (wat wil je?)


Soms zijn de spelgegevens niet duidelijk. TIP: Wat denk jij zelf na het lezen van de tekst?

Slide 11 - Slide

Tekst: Excuus
Conflict

Tussen personages is er (bijna) altijd sprake van een conflict:
dit hoeft niet een enorme ruzie te zijn maar kan ook een dilemma, misverstand, meningsverschil of probleem zijn...

Denk nog terug aan de vorige scène... wat is het conflict?




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2: Spelgegevens / 5W's
Lees alle 4 dialogen en schrijf van elk tekst de spelgegevens op:
  • Ruil bij de docent je dialoog om voor een nieuwe tekst.
  • Verdeel de rollen en lees de tekst hardop. 
  • Schrijf de spelgegevens op:
    Titel scène + de spelgegevens (5W's)
  • Alles gelezen? Schrijf als laatste op
    welke tekst je het liefst zou willen spelen en waarom? 




Waarom vind je het spannend, emotioneel, stoer, grappig? 
WIE? Personages
WAT? Situatie
WAAR? Locatie
WANNEER? Dag en tijd
WAAROM? Doel (wat wil je?)

Slide 13 - Slide

Overige 3 teksten:
- Trek je dat aan?
- Dat moest er nog een bij komen ook
- Gezellig

Afronding les 1
  • Wat zijn de 5 spelgegevens?
  • De wie-wat-waar-wanneer-waarom van een scène (5W's)
  • Wat is de neventekst in een scène? 
  • De aanwijzingen of beschrijvingen in een tekst, die niet worden uitgesproken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions