Overal 1-2 hv 4.3 afstand, tijd-diagram

4.3 Afstand, tijd-diagrammen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

4.3 Afstand, tijd-diagrammen

Slide 1 - Slide

4.3 Afstand, tijd-diagrammen
Leerdoel 1: Ik kan uitleggen op welke manieren je bewegingen kunt vastleggen. 
Leerdoel 2: Ik kan een afstand, tijd- tabel maken. 
Leerdoel 3a: Ik kan een afstand, tijd- diagram maken. 
Leerdoel 3b: Ik kan een afstand, tijd- diagram aflezen.

Slide 2 - Slide

Stroboscoop
Met een stroboscoopfoto kun je
de beweging van voorwerpen in beeld brengen. 
Zie de volgende video's

Beweging in beeld brengen

Een stroboscoop is een snel
flitsende lamp.

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

0

Slide 5 - Video

Stroboscoop
Met een stroboscoopfoto kun je
de beweging van een vallende bal  in beeld brengen. 

Beweging in beeld brengen

Een stroboscoop is een snel
flitsende lamp.

Slide 6 - Slide

Stroboscoop
Bijvoorbeeld 20 flitsen per seconde.
Beweging in beeld brengen

Je kunt de tijd tussen twee flitsen
Instellen. 
Tussen twee flitsen zit dan
1/20 = 0,05 s 

Slide 7 - Slide

Afstand, tijd-tabel
Maak een afstand(s), tijd(t) tabel.

Slide 8 - Slide

Afstand, tijd-diagram
Maak met de gegevens uit de tabel een (s,t)-diagram.

Wat kun je zeggen over 
de snelheid van de bal. 

Slide 9 - Slide

Videometen
Beweging in beeld brengen

Videometen:
Met een filmopname kun je ook zien hoe de beweging verloopt dit noem je videometen (zie paragraaf 4.1). 

Slide 10 - Slide



2 Leg uit bij welke foto een gewone lamp is gebruikt en waar een stroboscoop.
A
de linker foto
B
de rechter foto
C
allebei de foto's
D
geen van beide foto's

Slide 11 - Quiz


Hoe vaak heeft de stroboscoop geflitst ?
A
6x
B
7x
C
8x
D
9x

Slide 12 - Quiz


Hoe lang duurde de hele beweging ? Er zat 0,15 s tussen de foto's.
A
1,05 s
B
1,20 s
C
1,35 s
D
1,40 s

Slide 13 - Quiz


Waar bewoog de bal het snelst ?
A
punt A
B
punt B
C
zowel bij punt A en B

Slide 14 - Quiz


 Hoe lang duurt het stuiteren tussen A en B als er 10 flitsen per seconde waren ?
A
10 s
B
1,4 s
C
1,5 s
D
15 s

Slide 15 - Quiz

e kunt een beweging vastleggen door een video-opname te maken. De videocamera van Marlies maakt opnames van 25 beelden per seconde.
Wat is de tijd tussen twee opeenvolgende beelden?
De tijd tussen twee opeenvolgende beelden is

Slide 16 - Open question

Je kunt niet elke video-opname zo maar analyseren. Voor een goed resultaat moet een video-opname aan een aantal voorwaarden voldoen.
Welke voorwaarden zijn dat?
A
De camera moet stilstaan.
B
De lengte van de video-opname moet bekend zijn.
C
Het aantal beelden per seconde moet bekend zijn.
D
De schaal van het beeld moet bekend zijn.

Slide 17 - Quiz

Muriël maakt een foto van een beweging. Daarbij gebruikt ze een lamp die met regelmatige tussenpozen een korte lichtflits geeft.
Hoe heet zo'n lamp? Zo'n lamp heet een -----------

Slide 18 - Open question

Afstand, tijd-diagram aflezen
Met een s,t-diagram kun je de snelheidsverandering  aflezen en snelheden  bepalen. 

Afstand, tijd-diagram aflezen
.

Slide 19 - Slide

Afstand-tijd diagram

Slide 20 - Slide

(St)-diagram baanwielrenner 

Antwoord:
De totale afstand is 4000m
4000/400 = 10 rondes.

a. Uit hoeveel rondes van 400 meter
Bestaat de training van Teun?

(St)-diagram
 baanwielrenner 

Slide 21 - Slide

(St)-diagram baanwielrenner 

Antwoord:
b. De grafiek loopt daar minder 
steil en dus is zijn snelheid nog niet zo groot. 


b. De eerste rondes gebruikt Teun om
 warm te      rijden. Leg uit hoe je dat
a
an de grafiek kunt      zien. 
(St)-diagram
 baanwielrenner 

Slide 22 - Slide

(St)-diagram baanwielrenner 

Antwoord:
c. Vanaf de 4e ronde loopt de grafiek steiler        na de 5e ronde  heeft hij een volle ronde          op volle snelheid gereden. 



(St)-diagram
 baanwielrenner 

c. Op welk tijdstip heeft Teun voor het
 eerst een volle        ronde van 400m  op volle snelheid gereden. 

Slide 23 - Slide

(St)-diagram baanwielrenner 

Antwoord:
d. Gegeven:    t= 355-265= 90s
                       s= 3x 400 = 1200m 




(St)-diagram
 baanwielrenner 

Gevraagd:  gemiddelde snelheid (vgem)

d. Bepaal uit de grafiek de gemiddelde
snelheid in km/h van de laatste 3
rondes. 

Formule:     vgem = s/t

Berekening: vgem=1200/90=13,3 m/s
                     13,3 x 3,6 = 48 km/h

Antwoord:    de gemiddelde snelheid in de laatste drie                        rondes is  48 km/h. 

Slide 24 - Slide

Wat voor beweging is grafiek D?
A
een versnelde beweging
B
een constante beweging
C
een vertraagde beweging
D
geen beweging, het object staat stil...

Slide 25 - Quiz

Wat voor beweging is grafiek B?
A
een versnelde beweging
B
een constante beweging
C
een vertraagde beweging
D
geen beweging, het object staat stil...

Slide 26 - Quiz

wat voor soort beweging voert het paard uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen

Slide 27 - Quiz

George loopt een halve marathon. Een halve marathon heeft een afstand van 21 kilometer. Afstand is een?
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 28 - Quiz

Op een afstand-tijd diagram moet de tijd altijd verticaal staan en de afstand horizontaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz


Tussen welke punten is de snelheid het hoogst
A
A en B
B
B en C
C
C en D

Slide 30 - Quiz


Welke afstand heeft de fietser in de eerste drie uur afgelegd
A
3 km
B
30 km
C
50 km
D
30 m

Slide 31 - Quiz


Wat doet de fietser tussen punt B en C
A
staat stil
B
Rijd met een constante snelheid.
C
Gaat langzamer rijden
D
Gaat sneller rijden

Slide 32 - Quiz


Bereken de snelheid in km/h van de fietser tussen Punt C en D
A
15 km/h
B
50 km/h
C
30 km/h
D
20 km/h

Slide 33 - Quiz


Bereken de snelheid in m/s van de fietser tussen Punt A en B
A
0.1 m/s
B
2 m/s
C
2,8 m/s
D
10 m/s

Slide 34 - Quiz

Huiswerk
Lees de leerstof van 4.3 digitaal.
Maak de vragen van 4.3 digitaal.

Slide 35 - Slide