B4- Spreken voor een publiek

Spreken voor een publiek
Spreekvaardigheid §B4
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spreken voor een publiek
Spreekvaardigheid §B4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van de les: 
- hoe je bij een gegeven onderwerp passende keuzes kunt maken wat betreft inhoud, volgorde, verwoording, onthouden en voordracht van een presentatie.
- kun je uitleggen wat er wel en niet goed gaat bij een presentatie.

Slide 2 - Slide

Wat moet je doen?
Met een presentatie probeert een spreker zijn publiek iets uit te leggen, ergens van te overtuigen of te amuseren.

Voorbeelden: - college over het ontstaan van de Europesen Unie
- een pleidooi in de Tweede Kamer voor windenergie
- een spreekbeurt op school 
- een speech bij een bruiloft.

Slide 3 - Slide

Hoe doe je dat?
Gebruik voor de bereiding van een presentatie de vijf taken van de redenaar. 
- inhoud
- volgorde
- verwoording
- onthouden
- voordracht

Slide 4 - Slide

Waar letten we op bij de inhoud?

Kies het onderwerp en hoofdgedachte. In een presentatie kun je niet alles kwijt.
Je moet dus kiezen: wat wel en wat niet. Beperk je dus.
Vraag je af wie je publiek is en wat het al weet over je onderwerp.

Slide 5 - Slide

Waar letten we op bij de volgorde?

- Zorg voor een inleiding waarin je de aandacht trekt.
- In het middenstuk geef je uitleg, argumenten en voorbeelden.
- In het slot van je presentatie rond je je verhaal op een logische manier af.


Slide 6 - Slide

Waar letten we op bij de verwoording?

Spreek in afgeronde heldere zinnen, in gewone taal. 
Let er op dat je taalgebruik past bij je publiek.

Slide 7 - Slide

Waar letten we op bij het onthouden?

Je kunt je verhaal uitschrijven, maar wanneer je gaat spreken, doe je dat uit je hoofd. Je gebruikt hoogstens een spiekbriefje.

Slide 8 - Slide

Waar letten we op bij de voordracht?

Bereid de voordracht voor. Oefen voor de spiegel en doe de voordracht het liefst eens voor iemand anders. 

 Let op je stemgebruik, houding, gebaren, gezichtsuitdrukking en uiterlijke verzorging.

Slide 9 - Slide

Een verhaal overbrengen

  • Bereid de voordracht goed voor. 
  • Kijk het publiek aan. 
  • Spreek rustig en duidelijk. 
  • Spreek nooit langer dan de tijd die je krijgt. 

  • Zorg voor een logische indeling (inleiding - middenstuk - slot).
  • Gebruik duidelijke  en korte zinnen.
  • Open niet met: ' Ik ga het hebben over..' maar zoek een prikkelende openingszin. 
  • Gebruik PowerPoint of Prezi wel om beelden te laten zien die je verhaal ondersteunen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Aan de slag
Werk nu aan opdracht 1, 2 en 3 blz. 353 
Klaar? Ga dan stillezen
 

Slide 12 - Slide

Opdracht
  • Wat: bereid een presentatie voor. Voorbeelden onderwerpen: sport/ film/ serie/ vakantie.
  • Hoe: maak de opdracht individueel. 
  • Hulp: overleg met je duopartner.
  • Tijd: 20 minuten




Slide 13 - Slide