anatomie/fysiologie urogenitale stelsel

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Kennistoets

Urogenitale stelsel

Voordat je begint...

In deze toets zitten meerkeuze vragen en open vragen.

Bij de meerkeuze vragen loopt een timer ...

Anatomie en Fysiologie

Een nier is 20 cm lang

1. waar
2. niet waar

Op de nier ligt de bijnier

1. waar
2. niet waar

Er is geen verschil tussen de
plasbuis van de man en vrouw

1. waar
2. niet waar

De nieren liggen voor in de
buikholte

1. waar
2. niet waar

In een nefron worden hormonen gemaakt.

1. waar
2. niet waar

Urine bestaat voor 90 % uit water

1. waar
2. niet waar

Per 24 uur wordt 180 liter urine geproduceerd

1. waar
2. niet waar

Bij 1000 ml urine in de blaas krijg
je het gevoel dat je moet plassen

1. waar
2. niet waar

Door de uitwendige sluitspier van
de blaas kun je je plas ophouden

1. waar
2. niet waar

Wat doet de prostaat?

Vanuit de nier loopt de urine via
de urineleider naar de blaas

1. waar
2. niet waar

Het antidiuretisch hormoon (ADH) bevordert de resorptie (opname) van water in de nieren.

1. waar
2. niet waar

00:56

Hoeveel liter bloed stroomt er dagelijks door de nieren?

01:15

Hoe wordt een zuiveringsstation in de nieren genoemd?

01:39

Hoe heet de ''buis'' waar Creatinine en Ureum urine wordt?

01:55

Hoe heet de buis van het nierbekken naar de blaas?

1. ureter
2. urethra
3. urinoir
4. uterus