5A les 9-2-2021 over 10.2 Cirkelbeweging en 10.3 Gravitatiekracht

Les 9 februari 2021:  Cirkelbeweging en gravitatie-kracht
Bespreken HW 7, 8, 15, 17
Maken en bespreken opgave 18 
Bespreken HW 22
Maken en bespreken opgave 24
10.3 Gravitatiekracht + voorbeeldopgave 


1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 9 februari 2021:  Cirkelbeweging en gravitatie-kracht
Bespreken HW 7, 8, 15, 17
Maken en bespreken opgave 18 
Bespreken HW 22
Maken en bespreken opgave 24
10.3 Gravitatiekracht + voorbeeldopgave 


Slide 1 - Slide

Opgave 7a
De horizontale component van de spankracht van het touw werkt hier als middelpuntzoekende kracht.


Slide 2 - Slide

Opgave 7b
Als het touw breekt, beweegt de puck in een rechte lijn verder. De richting van de beweging is gelijk aan de richting van de raaklijn aan de cirkel op het punt van het wegvallen van de spankracht.

Slide 3 - Slide

Opgave 7c
 één kracht op de puck in horizontale richting: de horizontale component van de spankracht = Fmpz
-->  richting van de snelheid verandert voortdurend 
 -->  alleen grootte  van de snelheid is  constant 


Slide 4 - Slide

Opgave 8a
De benodigde middelpuntzoekende kracht wordt groter als de draaisnelheid toeneemt (en als je op dezelfde afstand van de draai-as blijft zitten of liggen).

Slide 5 - Slide

Opgave 8b
Uit ervaring weet je dat de benodigde middelpuntzoekende kracht kleiner wordt als je meer naar het midden van de draaimolen gaat zitten. Redenering lastig:
Meer naar het midden
  •  v kleiner --> Fmpz kleiner
  • r groter --> Fmpz groter

Met de formules voor v en Fmpz kan je het wel beredeneren

Slide 6 - Slide

Extra bij Opgave 8b

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

17a en b
a) De grootste middelpuntzoekende kracht hoort bij de grootste snelheid in combinatie met de kleinste straal, dat is situatie B.

b) De kleinste middelpuntzoekende kracht hoort bij de kleinste snelheid in combinatie met de grootste straal, dat is situatie A.

Slide 10 - Slide

17c
Een afname van de straal heeft minder invloed dan een toename van de snelheid, want de snelheid staat in het kwadraat in de formule voor de middelpuntzoekende kracht. 
De volgorde is A – E – D – C – F – B.

Slide 11 - Slide

Opgave 18a: Als de omlooptijd 2x zo groot wordt, wordt de grootte van de benodigde middelpuntzoekende kracht
A
2x zo groot
B
2x zo klein
C
4x zo groot
D
4x zo klein

Slide 12 - Quiz

Opgave 18b: Als je 2x zo ver van het midden gaat zitten, dan wordt de grootte van de benodigde middelpuntzoekende kracht
A
2x zo groot
B
2x zo klein
C
4x zo groot
D
4x zo klein

Slide 13 - Quiz

Uitleg 18b
2 × zo ver van het midden
--> straal 2 × zo groot
--> v wordt 2 × zo groot

 
Dus Fmpz wordt 2^2/2 = 2 × zo groot

Slide 14 - Slide

22a
In positie B staat alleen de normaalkracht van de baan op het autootje loodrecht op de cirkelbaan die het autootje beschrijft. Deze normaalkracht fungeert dus als middelpuntzoekende kracht.

Slide 15 - Slide

22b
In positie B zorgt de zwaartekracht ervoor dat de snelheid afneemt.

Slide 16 - Slide

22c
v groter --> benodigde Fmpz groter
hoogste punt: Fmpz = Fn + Fz 
Fz is constant, dus  Fn zal groter zijn als v groter is

Slide 17 - Slide

22d
Bij de minimale snelheid is dus Fn = 0 en 

Slide 18 - Slide

22e
Om een volledige looping te maken moet het autootje bovenin niet loskomen, dus moet de snelheid bovenin minimaal 1,4 m/s zijn.
Gebruik nu een energievergelijking om de snelheid onderin te berekenen (wrijving en ander energieverlies verwaarlozen we)

Slide 19 - Slide

22e

Slide 20 - Slide

Maak opgave 24a en lever hier de foto in

Slide 21 - Open question

Maak opgave 24b en lever hier de foto van je uitwerking in

Slide 22 - Open question

24a

Slide 23 - Slide

24b

Slide 24 - Slide

Middelpuntzoekende kracht in het heelal
gravitatiekracht = de kracht tussen twee massa's (m1 en mof tussen m en M) op afstand r  van elkaar 

gravitatiekracht is de middelpuntzoekende kracht

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

m (m1) draait rond M (m2 )
Fmpz = Fg

Slide 27 - Slide

m (m1) draait rond M (m2 )

Slide 28 - Slide

m (m1) draait rond M (m2 )

Slide 29 - Slide

Voorbeeldvraag
Het International Space Station (ISS) draait op 400 km hoogte rondjes om de aarde.
Daar gaat de volgende vraag over

Slide 30 - Slide

Bereken de snelheid die het ISS nodig heeft om in zijn baan om de aarde op 400 km hoogte te blijven

Slide 31 - Open question

ISS rond aarde 

Slide 32 - Slide

ISS rond aarde 

Slide 33 - Slide

Waar heb je nog vragen over? Wat moet je nog meer oefenen?

Slide 34 - Open question