Benadruk de relatie tussen KR en het ICF model. Wij gebruiken het om gezondheidsproblemen te identificeren.
In het ICF model vind je dan ook gezondheidsdeterminanten.
Het ICF-model (International Classification of Functioning, Disability and Health) is een wereldwijd erkend raamwerk ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om de gezondheid en het functioneren van mensen te beschrijven. Het model biedt een holistische benadering van gezondheid door niet alleen naar ziekten en aandoeningen te kijken, maar ook naar hoe mensen functioneren in hun dagelijkse leven en hoe hun omgeving daarop van invloed is.
Het ICF-model is opgebouwd uit verschillende componenten die samen een compleet beeld van de gezondheid en het functioneren van een persoon geven:
Functies en Anatomische Eigenschappen:
Functies: Dit verwijst naar de fysiologische functies van lichaamssystemen (zoals spraak, ademhaling, of geheugen).
Anatomische eigenschappen: Dit heeft betrekking op de lichaamsstructuren, zoals organen, ledematen, en hun onderdelen.
Activiteiten en Participatie:
Activiteiten: Dit omvat alle taken of acties die een persoon uitvoert, zoals lopen, praten, eten, of zichzelf aankleden.
Participatie: Dit verwijst naar de mate waarin iemand betrokken is in levenssituaties, zoals werk, onderwijs, sociale activiteiten, en gezinsleven.
Externe Factoren:
Deze component kijkt naar de externe omgeving waarin iemand leeft en hoe deze de gezondheid en het functioneren beïnvloedt. Dit kunnen fysieke, sociale, en attitudinale factoren zijn, zoals hulpmiddelen, sociale steun, toegankelijkheid van gebouwen, of attitudes van anderen.
Persoonlijke Factoren:
Dit zijn de unieke achtergrondkenmerken van de persoon, zoals leeftijd, geslacht, levensstijl, copingstrategieën, en andere persoonlijke omstandigheden.
Het invullen van het ICF-model gebeurt meestal in een multidisciplinaire setting, waarbij zorgverleners samen met de cliënt en eventuele familieleden of mantelzorgers het functioneren van de cliënt in kaart brengen. Het invulproces omvat de volgende stappen:
Gegevens verzamelen: Begin met het verzamelen van informatie over de gezondheidstoestand, het functioneren, de activiteiten en de participatie van de cliënt. Dit kan door middel van gesprekken, observaties, en het raadplegen van medische dossiers.
Identificeren van problemen: Identificeer de specifieke functioneringsproblemen in elk van de domeinen van het model (functies, activiteiten, participatie).
Beoordelen van externe en persoonlijke factoren: Analyseer welke externe en persoonlijke factoren van invloed zijn op het functioneren van de cliënt. Dit kan helpen om inzicht te krijgen in belemmeringen of juist ondersteunende factoren in de omgeving.
Bespreken van doelen en interventies: Op basis van de ingevulde ICF kan een behandel- of begeleidingsplan worden opgesteld. Hierbij worden doelen geformuleerd, interventies gepland, en verantwoordelijkheden verdeeld.
Het ICF-model wordt gebruikt voor:
Beoordeling van gezondheid en functioneren: Het biedt een systematisch en gedetailleerd beeld van hoe een persoon functioneert in het dagelijks leven, en waar belemmeringen optreden.
Communicatie tussen zorgverleners:
Omdat het ICF een gestandaardiseerd taalgebruik hanteert, faciliteert het duidelijke communicatie tussen verschillende disciplines, zoals artsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, en verpleegkundigen.
Opstellen van behandelplannen: Het model helpt bij het formuleren van gepersonaliseerde doelen en interventies die gericht zijn op het verbeteren van het functioneren en de kwaliteit van leven van de cliënt.
Het ICF-model is een krachtig hulpmiddel voor het in kaart brengen van de complexiteit van gezondheid en functioneren, en het ondersteunt zorgverleners bij het bieden van holistische en op maat gemaakte zorg.