Oefentoets periode 3 hvg

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat heb je nodig?

- Grammaticaboekje

- Werkwoordspellingboekje

- lijntjesschrift

- etui

- laptop en oplader

Tussentoets

Waar gaat het over? 

- Grammatica

- Werkwoordspelling

- Leesvaardigheid (gatentekst)

- Woordjes (portfolio)

Grammatica

Ontleed de zin:
Iedere dag eet ik veel groente.

Ontleed de zin:
Vrijdag heeft Job een cadeau aan alle kinderen gegeven

Ontleed de zin:
Tijdens het stilteblok geef ik mijn schrift aan mijn vriendin

Wat is het zww en wat is het hww?
Gisteren heb ik mijn schrift meegenomen.

Wat is het zww en wat is het hww?
Ik zal een mooie brief schrijven

Wat is het zww en wat is het hww?
Ik eet een broodje

Werkwoordspelling

Iedereen (praten, vt) door elkaar.

Deze chauffeur (rijden, tt) altijd om.

Nur (appen, vt) snel haar moeder.

Mijn oom (barbecuen) iedere zaterdag.

Hij (pitchen, vt) een geweldige presentatie.

Als het bliksemt, (donderen, tt) het ook vaak.

Alle buren (bonken, vt) op de muren.

Die docent (ontwikkelen, tt) zelf zijn toetsen.

Met een 10 voor taal (belonen, tt) hij zichzelf voor al het oefenen.

Wij (partycrashen, vt) vroeger ieder feest in de buurt.

Ik ben zo snel als ik kon naar school (racen).

De rapper (freestylen, vt) tot het feest was afgelopen.

Leesvaardigheid

Welk woord past bij (1)?

Welk woord past bij (2)?

Welk woord past bij (3)?

Welk woord past bij (4)?

Welk woord past bij (5)?

Welk woord past bij (5)?

Woordenschat

Wat betekent het woord laboratorium?

Wat betekent het woord Huzarenstukje?

Maak een zin met het woord experts

Maak een zin met het woord in het kader van